EEN INDISCHE VERTEGENWOORDIGING PEKAN RAYA Stel dat er iets aan de hand is met Indische bejaardenhuizen en dat er dringend over leg gevoerd moet worden met allerlei overheidsinstanties. Wie moet namens de Indische gemeenschap of namens de Indische bejaarden dat overleg dan voe ren? De Stichting Herdenking 15 augustus 1945? Lijkt me niet. De Stichting Pelita dan? Daar kunnen we ons iets bij voor stellen, maar toch ook weer niet helemaal. Het Indisch Verzet? Nou nee. De Reünie van het Bandoengs Lyceum dan? Klinkt ook niet logisch. De Indische Pensioen- bond misschien? We komen al een beetje in de buurt. Stel dat de minister-president de wens te kennen geeft om een regelmatig overleg te voeren met Indische organisaties. Wie moet hij dan op de koffie vragen? Alle 654 stichtingen, verenigingen, reünies, bonden en comité's? Dat zou wel eens onpraktisch kunnen blijken. Om kort te gaan: Indisch Nederland heeft anno 1991 nog steeds geen vertegen woordigend lichaam en dat gemis doet zich steeds sterker voelen. Het is intriest dat we ons nog steeds niet behoorlijk kunnen presenteren. En het is te gek dat je in de krant moet lezen dat Jan, om maar een oer-lndische naam te gebruiken, na mens de Indische gemeenschap zegt dat iets zus of zo moet. Wie is Jan? Wie heeft hem aangesteld, wie heeft hem gekozen, wie heeft hem mandaat gegeven? Aan wie is hij verantwoording schuldig? Dat Jan Maarschalk-Generaal-Kolonel met 20 sterren en vijftig strepen is, zegt niets. Eerder irriteert dat nog meer omdat je je afvraagt waarom Indisch-Nederland altijd door een militair vertegenwoordigd moet worden. Maar dan: hoe zou zo'n Indische vertegen woordiging gevormd moeten worden? Ongetwijfeld door het bijeen roepen van alle Indische organisaties met het doel om woordvoerders te kiezen. Probleem is dan wel, maar dat is altijd en overal, dat de genen die niet bij enige organisatie zijn aangesloten, de ongeorganiseerden dus, geen stem hebben. En juist die ongeor ganiseerden vormen de meerderheid. Soit. Maar stel: er worden vijf mensen gekozen die van de Indische organisaties volmacht krijgen om met de regering te praten, de pers te woord te staan en direct te rea geren wanneer omstandigheden dat nodig maken. Wat zouden deze vijf kunnen en mogen zeggen en doen? Dat wat in ieder geval een meerderheid van de organisaties wil dat gezegd en gedaan wordt natuurlijk. En omdat zij "slechts" vertegenwoordi gers zijn moeten zij dan ook een eventueel minderheidsstandpunt naar voren bren gen. Dit klinkt toch redelijk. Andere vraag: aan welke eisen moeten de vertegenwoordigers voldoen? Moeten ze dure namen hebben, deftige titels, geleerd zijn, een carrière achter de rug hebben of wat? Feit is, dat Indisch Nederland tot nu toe voormannen en -vrouwen heeft ge mist. Daar zijn veel redenen voor aan te wijzen, maar één negatieve reden is dat velen liever niet hun nek wilden uitsteken uit angst om een deuk in hun loopbaan op te lopen. Maar zodra ze zijn gepensioneerd, komen ze zich aandienen. Te laat is dat dan natuurlijk niet, maar de kritiek dat we dan soms te maken krijgen met jagers naar erebaantjes is niet geheel onterecht. Eer der schreven we al in dit blad dat Indisch Nederland bijna geen mensen kent die een volledige dagtaak wijden aan de Indische zaak. Los van de vraag of dat dan wel nodig is, kan wel alvast gezegd worden dat Indische belangen te serieus zijn om alleen maar over te laten aan mensen die zomaar opeens boven komen drijven. Dat in een Indische vertegenwoordiging personen komen te zitten die zich gedurende lan gere tijd bewezen hebben, is toch geen irreële eis. Slaan we nu een hele hoop over, dan komen we natuurlijk bij de vraag "maar hoe zit het dan met Censio, de Centrale van Samenwerkende Indische Organisa ties. Da's toch de overkoepelende vereni ging die op 26 november 1987 werd opge richt ter belangenbehartiging van de Indische gemeenschap? Inderdaad, dat is zo. Dat wil zeggen: dat was de bedoeling, maar de waarheid gebiedt HELAAS te constateren dat Censio hopeloos gefaald heeft. Censio heeft geen klap gedaan om dat het Censio-bestuur (de bedoelde ver tegenwoordigers dus) zich nooit goed bewust is geweest van zijn taken en verant woordelijkheden! Afschrijven maar, Censio en (weer) een nieuwe organisatie oprichten? Wat mij betreft niet en wellicht is het een idee dat tijdens de eerstvolgende Censio-vergade- ring de zaken eens pittig op een rijtje worden gezet opdat Censio eindelijk aan haar verplichtingen voldoet en Indisch Nederland een werkelijke vertegen woordiging bezorgt. Zomaar uit het niets was er opeens een pasar malam in de Statenhal van het Haagse Congresgebouw. 18 Dagen lang maar liefst. De organisatoren bezweren overigens dat het geen pasar malam is, maar een pekan raya: een Indonesische jaarmarkt, een trefpunt van evenementen, cultuur, kunstnijverheid, top-enter- tainment, folklore en traditioneel Indonesisch eten. Die organi satoren zijn twee Nederlandse zakenmensen en de heer Tjokrohamidjojo, die we ons nog herinneren van het afgeblazen Village Indonesia-Project in Ede. Maar hoe dan ook: het was gewoon een imitatie pasar malam en sommigen hebben zich daar geamuseerd terwijl anderen het maar niets vonden. De pekan raya ging trouwens open op 15 augustus toen de 15 augustus-herdenking in het Congres-ge bouw nog in volle gang was en dat moeten de organisatoren toch niet meer flikken. Als het dan een Indonesische jaarmarkt is, kunnen ze net zo goed twee dagen wachten! Ij

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 11