"PHYTOL" xt4D°NES/£ \o voge/v/üc/, f V MC C TAR1, GEDEPONEERD Zilveren Medaille Den Haag 1885 Luik 1902 Gouden Medaille Den Haag 1913 Lid der JuryBrussel 1910 Pharm. fabriek Wagenstraat 129, Den Haag Vraag gratis receptenboekje bij uw Toko en drogist rikaanse en Britse vrouwen naar het Tjideng-kamp, en zonden de zich in de Batavia-kampen bevindende Joodse vrou wen samen met de echtgenotes van prominenten en vrijmetselaars naar Tangerang. Bij de opheffing van dit kamp in 1945 werd dit gehele gezelschap onder gebracht in het ADEK-kamp te Batavia. In 1944 hebben de Japanners ook nog een poging gedaan een overzicht te krijgen van alle door hen reeds eerder (als gealli eerden) geïnterneerde Joden. In vele kam pen, ook in de krijgsgevangenkampen, maakten zij een verzamelstaat van de zich daar bevindende Joden. Men liet het aan betrokkenen over of zij zich als Jood wil den opgeven of niet. Meestal hoorde men later nooit meer iets van de zaak; en soms werd een enkele onbelangrijke maatregel getroffen. Overal bleek, dat de Japanse kampcommandanten zich voor de zaak in het geheel niet interesseerden, en dat zij de Joden nooit slechter behandelden dan de anderen. Een enkele opmerking wil ik hieraan toe voegen. Wanneer ik nu de opgemaakte registratiekaarten van onze kampen be kijk, zowel die van mijn echtgenote als die van mij, staan er heel wat gegevens op, doch een aanwijzing van godsdienst ont breekt. Bij navraag bij RIOD, het Rijks instituut voor Oorlogsdocumentatie, was dit over het algemeen zo. In het kamp waar mijn vrouw eerst zat, is wel gevraagd naar het Jood of niet Jood zijn. Degene die zich niet opgaven, gingen naar een kamp in Midden-Java, de overigen, waaronder mijn vrouw, gingen eerst naar Adek en daarna naar Tangerang en terug naar het Adek- kamp, een groot kamp, doch daar was een speciale Joodse barak. Op 17 september 1945, toen ook ik be vrijd was, heb ik die barak in Batavia nog bezocht. Op die dag was het Jom Kipoer (Grote Verzoendagheel toevallig dusDe barak stond er nog compleet met alle daarin gelegerden; achteraf beschouwd is dat nog een geluk geweest. Want pas later ver namen wij, dat wanneer de twee atoom bommen op Japan niet waren uitgeworpen - en Japan dus niet tot overgave zou zijn gedwongen - de Japanse bezetters van plan waren om eind augustus de Joodse vrou wen en waarschijnlijk ook die van de vrijmetselaars en hoogwaardigheidsbekle ders af te voeren naar de tinmijnen buiten Java, met achterlating van de kinderen. Wat dat zou hebben betekend, behoef ik niet nader te omschrijven Eigenlijk vielen die atoombommen juist op tijd, want vooral in de maanden mei tot augustus 1945 vielen zeer veel slachtoffers door uitputting, zowel in als buiten de interneringskampen. En zo is dus ook de Joodse barak gelukkig gespaard gebleven. Persoonlijk heb ik niets van het Jood-zijn gemerkt, zij het dat éénmaal in 1944 het gehele kamp moest aantreden, en wij een speech te horen kregen, die zoals de tol ken ons later lieten weten - zo uit "Der Stürmer" was overgenomen. ("Der Stür- mer" was een zeer berucht Nazi-antisemi tisch weekblad Ik geloof dat ik nu wel in grote trekken heb verteld, wat er over het algemeen is ge schied met de Joden tijdens de Japanse bezetting. Rest mij u nog enigszins in te lichten wat er in het voormalige Neder- lands-lndië is geschied met de Joodse ge meenschap tussen augustus 1945 en eind 1949, toen het Nederlandse gezag ophield en de souvereiniteit was overgedragen. Na de oorlog Na de capitulatie van Japan, 15 augustus 1945 - met de chaotische toestanden die er toen in Indië heersten - dacht men de eerste maanden helemaal niet aan een mogelijke opbouw van de Joodse ge meenschap aldaar. Men moest ook nog de berichten verwerken die zo langzamer hand doorsijpelden, over wat er met de familieleden in Europa was geschied ge durende het Nazi-regiem. Zo ongeveer van mei 1946 tot en met het jaar 1949 was er sprake van enige opbouw. Achteraf gezien, eigenlijk een veel te korte periode. Doch al eind '45 werden wij vrij plotseling geconfronteerd met het feit dat er tientallen Joodse jongemannen als mi litair uit Nederland kwamen, hetzij als oorlogsvrijwilliger hetzij als dienstplich tige. De eerste ploeg bestond hoofdzake lijk uit jonge mensen die in het Zuiden van Nederland waren ondergedoken en die zich als vrijwilliger hadden gemeld. Onder deze groep waren verschillende "staat lozen", die op deze wijze ook trachtten om op korte termijn het Nederlanderschap te verwerven. Ik heb toentertijd werkend op het Hoofdkwartier van de Krijgsmacht te Batavia hiermede te maken gehad. Joodse Geestelijke Verzorging Voor de oorlog kenden wij noch in Neder land en noch in Nederlands-lndie de in stelling van de Joodse geestelijke verzor ging. Doch na de oorlog begon de cor respondentie met de toenmalige Ma joor Leger-Rabbijn S. Rodrigues Pereira, de eerste legerrabbijn, die in Engeland tijdens de Wereldoorlog bij de Prinses Irene Brigade diende. In Indonesië kwam o. a. de vaandrig E.J. Seeligman aan, die belast zou worden met de geestelijke verzorging van de Joodse militairen vertoevend in Indië. Deze dienst, de "Joodse Geestelijke Verzor ging" werd merkwaardigerwijs eerst inge deeld bij de Protestants Geestelijke Ver zorging. Eerst bij ministeriële beschikking KLANK/DIASHOW K|t- Na jarenlang verblijf in Indonesië en de laatste jaren vier speciale fotoreizen gemaakt te hebben naar dit prachtige land, heeft ondergetekende hiervan een diaserie samengesteld. De show is uitgevoerd als geprogrammeerd diaporama, d.w.z. "in overflow" met gebruik making van twee projectoren met begeleidende muziek en enig commentaar. Het programma bestaat uit twee delen: vóór de pauze 50 minuten dia's van Java en Bali, na de pauze dertig minuten dia's van Sumatra. Voor groepen van minstens veertig personen van bijv. serviceflats, verzorgingsinstellingen, culturele verenigingen, Indische clubs, scholen e.d. wordt dit avondvullend programma door ondergetekende aangeboden. Indien u geïnteresseerd bent in het geven van een voorstelling, verzoek ik u kontakt met mij op te nemen: J.W.R. Dijkstra, Schuilenburgerplein I, fl. B 96, 3816 TD Amersfoort Tel. 033 - 728666. 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 30