In Indonesië tijdens de "Prang Teluk" (golfoorlog) (in) O We hebben als kind in Indië altijd een heilig ontzag gehad voor electrische stroom. Menigmaal hebben wij toen vanwege slechte isolatie en technisch onjuiste aanpak flinke opduvels gehad. INDONESIË /^pV\ 0 uf/y boek bij AURORA (ANVR/SGR/IATA) Clauskindereweg 28-29 1069 Amsterdam Tel. 020-619 93 77/619 93 96 Zat. telefonisch niet bereikbaar 1 36 door C.A. Heshusius AWAS STROOM Dat was voor de oorlog. Maar na de oorlog was alles nog erger versleten en waren er herhaaldelijk technische storin gen in het lichtnet. En ja, ook al vroeger, kon dat allemaal nog erger worden bij regenweer, bij bandjir en vooral na hevig onweer met bliksem en donder. Ook lag de oorzaak van het euvel veelvuldig in het eigen huis. Anders dan in het zo goed geregelde Nederland, was daar in de Oost de bedrading en alles wat er bij hoorde uiterst gammel. Bij storingen kwam dan de inmiddels gewaarschuwde monteur van de ANIEM of GEBEO op de fiets aanzet ten. Wij zien in onze herinnering deze technici hun vingers in de ligplaatsen van de zeke ringen steken teneinde ze daarna (en tot onze verbijstering) te horen verklaren of er "ada stroom" of "tidak stroom" was. Bij onze veelvuldige hernieuwde bezoeken aan Indonesië na '75, liet ook de nieuwe tijd ons veel storingen in het lichtnet mee maken. In onze reisbagage zit daarom stee vast een kaars en wat lucifers. En nu, tijdens de Golfoorlog, waren wij in het staartje van de natte moesson (weer) als enige Europeanen te logeren op een onderneming in het heuvelland van het verste deel van Oost-Java En voor een paar nachten hadden wij er een klein pondokje (huisje) gehuurd midden in de weelderige natuur, in alle stilte en heel ver van de bewoonde wereld. Vlak naast die pondok de bekende elec- triciteitspalen en de draden die in Indo nesië nog steeds boven de grond naar de nok van het dak lopen. Tijdens een hevige en langdurige bui met bijbehorende zware windstoten zagen wij de niet al te strak gespannen stroomdraden daar boven mee- zwiepen in de wind. Het was al halfduis ter; de tropische schemering viel die dag al akelig vroeg en snel in. En ja hoor; toen was hetweerhelemaal ouderwets raak! Op diverse plekken van het ondernemingscomplex en ook bij ons viel het licht uit. Maar elders weer bleef het branden. En intussen gingen de stortregens als maar door. Wij zelf zaten lekker droog op ons overdekte platje en in het duister. En hadden de blote voeten onder ons getrokken op de stoel; rillerig met ons zomerjack om de schouders geslagen. U kunt zich de situatie voorstellen. Door de hoosbuien heen zagen wij buiten een monteur langskomen met een plastic regenjas en capuchon. En met in de hand een sapoe (veegbezem) die bevestigd was aan het uiteinde van een lange dunne pijp, een soort gasbuis.En met dit lange geval trachtte hij de stroomdraden die over elkaar waren geraakt weer van elkaar te schei den. Dat lukte wel even maar verderop zat het moeilijker. Tussen lage bomen en struiken en daarboven uitstekende, zagen wij die rare sapoe als een soort Jan Klaas- sen-figuur heen en weer gaan. Om niet doornat te worden had de monteur ook nog in de andere hand een payong (para plu). Wij keken met interesse en verbijstering naar dit schouwspel. Alle elementen voor een forse electrische geleiding waren volop aanwezig; de regen, de natte sapoe en de natte buis. De monteur was op badsloffen met zijn blote voeten. De regen bleef over de man heen gutsen en hij stond geregeld in een fikse plas met water. "Awas - stroom!"(pas op voor de stroom) hadden wij de man willen toeroepen maar de afstand was te groot en de regen smoorde elk geluid. Enkele ogenblikken later verscheen een tweede monteur op het toneel; ook al met jas, payong en zo'n lange sapoe op buis. Tesamen waren zij vrij vlot met het karwei gereed en vervolgens staken zij onder de payong een verse krètèk-sigaret op, ver der blij en druk converserend in de geest van; dat hebben we toch maar even gefikst. Overal was het licht weer gaan branden; de storingen waren gelukkig voorbij. En in het voorbijgaan langs het platje van onze pondok, waar wij nu weer volop in het licht zaten, werden wij door de beide heren vriendelijk toegezwaaid met een blij "selamat soré pak, stroom sudah jalan!" (goeden avond meneer; er is weer stroom). Waarna zij ons in opperste verbazing achterlieten. Men zij ons wel eens dat "er een god is voor kinderen en dronkaards". Wij zouden aan deze wijsheid graag willen toevoegen: en ook nog een Allah voor elektriciens in Indonesië". (ANVR) I oufs Tickets garantiefonds Monteur in electriciteitsmast

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 36