DE BIJEENKOMST De door de Stichting 15 augustus 1945 georganiseerde 15 augustus-herdenking bestond ook dit jaar uit drie delen: een bijeenkomst in de grote zaal van het Haagse Congresgebouw, een plechtigheid bij het Indisch oorlogsmonument en een informeel samenzijn in het Congres gebouw. Vergeten we heel even de span ning en het ei-incident, dan moet voor eerst gezegd worden dat de organise rende stichting wederom dank verdient. Ook dit jaar was zichtbaar dat veel was verricht om er een waardige dag van te maken. Punt. Maar kritiek is er natuurlijk altijd en als ik mijn duit in die zak mag doen, dan geldt die de duur van de ochtendbijeenkomst. Twee maal veertig minuten muziek van een militaire kapel is wel wat veel. Sowieso hoeft geen enkele bijeenkomst uren te duren. In drie kwartier kan vaak meer zinnigs gebeuren dan in een uren durend programma. En dit jaar leek alles extra lang te duren omdat iedereen gespannen was wat bij het monument zou gebeuren. Tijdens de ochtendbijeenkomst werden toespraken gehouden door mijn naamge noot (geen familie dus) Ruud Boekholt, voorzitter van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945 en door generaal b.d G.L.J. Huyser, voorzitter van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Ruud Boekholt zei onder meer dit: "Ik kan niet voorbij gaan aan de gebeurte nissen die op 19 juli j.l. bij het Indisch Monument en het Catshuis hebben plaatsgevonden t.g.. het bezoek van de Japanse Minister-President Kaifu. Als voorzitter van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945 en dus als beheerder van het Indisch Monument ben ik vooraf wel iswaar in de diepste geheimhouding ge raadpleegd over de voorgenomen krans- legging van de Japanse Premier en het afleggen van een verklaring van spijt betuiging. Deze geheimhouding was opgelegd omdat bij het vooraf openbaar maken van deze kranslegging manifestaties bij het Monu ment waren te verwachten en de Japanse premier in dat geval zou afzien van deze kranslegging. Gezien het feit dat het nog steeds een vurige wens van ons is dat er eens een Japanse regeringsleider de moed kan op brengen een einde te maken aan de geschiedvervalsing in Japan, de rol van Japan in de Tweede Wereldoorlog open baar wordt gemaakt en openlijk spijt wordt betuigd zoals de Duitse Bonds President Weiszacker in 1984 in de Bondsdag heeft gedaan, ben ik van mening dat deze kranslegging door de Japanse Premier tegen de wil van rechtse krachten in Japan een begin kan zijn en een door braak kan betekenen naar meer openheid. In de naoorlogse jaren is het nog niet voorgekomen dat een Japanse regerings leider een krans heeft gelegd bij een geallieerd oorlogsmonument teneinde eer te bewiizen aan de geallieerde slachtoffers. Echter, hiermede is uiteraard de kous nog niet af en kun je niet zeggen: dat is 't dan. Dit is een eerste gebaar. Wij zullen eerst tevreden zijn wanneer in Japan openlijk mag worden gesproken en geschreven over het Japanse oorlogsverleden en Japan de verantwoordelijkheid voor die oorlog en alle trieste gevolgen ervan erkent. Wij hopen dan ook dat het staatsbezoek van H. M. de Koningin aan Japan in dit najaar hiertoe een positieve bijdrage mag leveren en dat de Nederlandse Bewinds lieden het initiatief zullen nemen hun Japanse collega s ervan te overtuigen dat zolang Japan geschiedvervalsing pleegt er geen gezonde morele betrekkingen tussen beide volkeren kunnen bestaan. Met alle begrip voor de emoties die op 19 juli na een teleurstellende manifestatie voor het Catshuis hoog oplaaiden, be treuren wij het in het water gooien van de Japanse krans. Mijn bestuur heeft zich in een telegram onmiddellijk hiervan gedistantieerd. Ik ben van mening dat deze daad de Indische zaak geen goed heeft gedaan. Doch moge uit dit incident de regering doordrongen zijn van het feit dat met het verstrijken van de jaren er geen sprake is van vergeten of van een vervaging van het megemaakte, integendeel. Vaak zijn de herinneringen scherper, de wonden die per, en de verontwaardiging groter ge worden. "Wij eren onze doden door te zorgen voor de levenden". De rede van Generaal Huyser maakte indruk. Helaas is er geen ruimte om zijn toespraak "Pearl Harbour: het begin van vijftig jaar" hier integraal op te nemen. Volstaan wordt met enkele citaten: "Wanneer twee mensen herinneringen ophalen zullen de uitkomsten per definitie verschillen. We weten dat maar al te goed uit eigen ervaring. Zo kan het gebeuren dat sommigen aan de confrontatie met het verleden dreigen ten onder te gaan. Anderen hebben het vermogen in zelf overgave en actieve berusting datzelfde lijden te transformeren tot 'n positief ,;1. - element van hun levens stijl. Herinneringen zijn even min onveranderlijke ko pieën van vroegere erva ringen, die je naar believen in de kopieermachine kunt stoppen en vervolgens via een overhead-projector kunt presente ren. Herinneringen worden naar inhoud en moment van optreden in hoge mate bepaald door de belevingskaders. En ook die zijn niet onveranderlijk. Als wij ver anderen, veranderen de kaders met ons mee en daarmee veranderen de herinne ringen. Daarom spreken de grijsaard, de vijftig-jarige en de tweede generatie niet over dezelfde dingen als ze herinneringen ophalen. We moeten ook geen normen ontwikkelen die ertoe leiden dat iedereen hetzelfde herinnert. Respect en "rekening houden met" is meer op zijn plaats. Wat ik heb meegemaakt zal ongetwijfeld hetzelfde zijn als wat sommigen van u hebben meegemaakt. Toch praat ik er vermoedelijk anders over dan sommigen van u. "Laten we proberen onze grieven eens op een rijtje te zetten in de wetenschap dat herinneren menselijk is, maar vergeven van een hogere orde. Misschien in onze allerbeste momenten:... 'n Flits van ver geving, maar dan heel snel wegrennen. Want het is zo moeilijk de hand te drukken met 't Japans verleden. Misschien voor een enkeling weggelegd, maar voor de mees ten is het een utopie. Niettemin. kan de achteruitkijkspiegel van de historie ons helpen. Want de achteruitkijkspiegel helpt ons ook de toekomst in te rijden. Ik kan me namelijk zo slecht voorstellen dat we alleen maar donkere wolken in die achteruitkijkspiegel zien. Mensen uit het verleden gaan en komen in je gedachten. Sommigen herinner je je meer als een gevoel dan als een concreet beeld. Maar dan wel met het gevoel van kameraad schap, solidariteit, opofferingsgezindheid, 't toch met elkaar geborgen zijn. Evenzo- vele lichtpunten van de mens, uw en mijn medemens, die tezamen vertrouwen in de toekomst moeten kunnen geven MISDRUKKEN Excuus! Het enige dat ik kan zeggen naar aanleiding van (alweer) de vele misdrukken van het 15 augustus nummer. Bel s.v.p. onze abonnementen afdeling (070 - 354 55 00) wanneer u blanco pagina's hebt in uw Moesson, u krijgt dan een goed exemplaar. En voor de rest: er worden maatrege len getroffen om dit hinderlijke eu vel voorgoed op te lossen. Directie 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 7