O
TANTE NON's
INDISCHE SPEKKOEKEN
gers goed zien.
Door je half geloken, zieke ogen zag en
voelde je,die bruin gerookte vingers. Af
gezien van het feit dat al die dokters die
wij toen gekend hebben, allen de Jap-
pentijd, dus de interneringstijd, overleefd
hebben, zijn ze voor zover ik weet niet
eerder dan na hun tachtigste jaar gestor
ven.
Zin in een sigaretje nu?
Niet doen hoor!
Wanneer ik terug denk aan vroeger dan
komen er toch merkwaardige zaken, je
zou haast zeggen onbegrijpelijke zaken,
bij me terug in de herinnering. Als jonge
tje van een jaar of elf/twaalf was ik weer
eens ziek. Ik was geloof ik altijd ziek
wanneer ik terug denk en het was eigen
lijk geen wonder dat mama bijna alle
dokters uit Soerabaja kende. Aan dokter
Best, een keel, neus en oorarts, heb ik
de beste herinneringen.
Zeker één keer in de drie maanden
moest het trommelvlies van mijn linker
oor doorgeprikt worden. Wanneer dat
nu hier in Nederland gebeurd zou zijn,
dan zal zo'n dokter gevraagd worden of
hij nog nimmer van antibiotica gehoord
heeft. Toen bestond die zegening niet.
Voor mij nu, nu ik wat meer weet over
ziek zijn en gezondheid is het een won
der dat ik niet doof ben aan dat oor. Het
deed wel pijn dat doorprikken.
In elk geval ging ik elke drie maanden
naar huis met een dikke reep Sickesz
melkchocolade en liet de repeterende
preek van de dokter gelaten over mij
heen gaan.
"Luister nu toch eens naar je moeder
Jan"
Boeng Si-èm.
"Zwemmen doe je in het zwembad en
niet in de kali met die ondeugende
vriendjes van je".
"Ja dokter".
"Je moeder was heel boos toen ze mij
belde, dat kon ik goed merken"
"Oh ja...,".
"Dag Jan".
"Dag dokter"
Op de fiets naar huis kauwend op de
chocolade. Mieters!
Maar die ene keer was ik, geloof ik, heel
erg ziek. Later hoorde ik van mijn
vriendje dat voor het huis een mas-op-
pas stond. In vol ornaat en met klewang
aan de riem stond de politieman voor
het huis en er waren verkeersborden
geplaatst met een toeterverbod.
Machtig interessant en heel indrukwek
kend vonden mijn kameraden het. Mijn
oudere broer Wim was minder onder
de indruk. Suf en ziek hoorde ik hem
met zijn fiets thuiskomen. In het oprijpad
naar de garage beneden de geblindeerde
vensters van mijn slaapkamer hoorde ik
katjong, ons manusje-van-alles hem ge
dienstig tegemoet lopen om zijn fiets en
schooltas naar de garage te brengen.
"Sinjo Jan soedah mati'h apa terlaloe
sakit?" hoorde ik mijn broer met enig
sarkasme vragen. Katjong gaf daar wijse
lijk geen antwoord op.
Uit de grote slaapkamer naast mij
hoorde ik de stem van mijn moeder,
heel zuur en met ingehouden boosheid
klonk het "Op jouw bed liggen de kle
ren, die je nu inpakt Willem", dat was
een veeg teken wanneer het niet ge
woon Wim was maar Willem. "Jij lo
geert voorlopig bij Tante Lien en Oom
Wim, en neem ook je schoolboeken
mee."
Ik kon een tevreden grim-lach nog op
brengen met mijn gezicht diep wegge
drukt in het hoofdkussen. Ik was zo ziek,
was misselijk, had hoofdpijn en mijn
oren suisden van de koorts en toen mijn
broer toch nog even naar mij kwam kij
ken, dacht ik dat onze lieve Heer naast
mijn bed stond.
Altijd was er wel wat met mij.
Toen kwam de bezetting door de Jap.
Geen geld meer. Nauwelijks te eten.
Kamptijd en daarna in militaire dienst en
ik ben al die tijd geen dag ziek geweest.
In het kamp heb ik leren roken. Ik deed
het in mijn diensttijd, later bij de K.P.M.
Ik rookte op de universiteit en ik rookte
nog toen ik was afgestudeerd en een ei
gen praktijk had.
Een paar verstandige patiënten van mij,
die mij wel een aardige dokter vonden,
durfden het mij te zeggen: Dat kan U
niet doen, dat mag U niet doen, het is
voor ons een slecht voorbeeld.
Ik heb het roken toen van de ene op de
andere dag gelaten, zo eenvoudig was
dat. Maar wel voor een prijs. Ik ben in
die ruim 20 jaar, dat ik niet meer rook,
vele kilo's dikker geworden. In alle op
zichten is gewoon niet roken het beste,
want ook het niet meer roken heeft zo
z'n consequenties.
Een volgende keer praten we over het
KZ-syndroom of het waarom dat je in
dit geval juist door een heel gelukkige
jeugd bij de psychiater belandt.
Franko thuis in speciale verpakking
Min. 500 gram 20,--
Min. 750 gram 25,--
Stort op giro 38 92 616
Mevr. F.Y. ROBERT-FLAMAND
Kerkuil 36 - 4822 PA BREDA
Tel. 076 - 42 16 07
A.B.N. rek. nr. 59.43.54.439
(vervolg "Dienstreis van een dominee")
volbracht, dan komt de priester neer
hurkend bij het graf zijn gebeden preve
len, de gescheurde pajong boven 't
hoofdeinde geplaatst en daarna volgt
mijn woord.
Ofschoon er geen cyllabe van verstaan
werd, kon ik opmerken dat mijn optre
den als een eerbewijs aan den overle
dene werd begrepen; er was stilte, ernst,
en toen ik geëindigd had, kreeg ik tot
dank een vriendelijke knikje van den
priester, dat mij begrijpelijk zeer ver
heugde. Ik geloof evenwel niet, dat ik mij
tot zulk een arbeid spoedig weer leenen
zal.
Rijker aan afwisseling dan de kuststreek
die ik doortrok was alzoo mijn reis. Ge
varen hebben zich niet voorgedaan, hoe
wel 't wel is voorgekomen dat de tram
over het traject dat ik 's morgens had af
gereisd 's middags beschoten werd. Een
opgebroken baan heb ik niet aangetrof
fen, hoewel dat wel voorkwam en op
een post zelfs een lijnbrigade was, die 's
nachts met spoorwegrijwielen de spoor
lijn te bewaken had. Het einde van de
reis was een wandeling door de bergen.
Eerst schoon en afwisselend door haar
bosch en bergpartijen, maar daarna in
optima forma een wandeling door de
woestijn op het midden van den dag.
Toch bleken mijn krachten er beter te
gen bestand dan die der twintig
Javaantjes, die van 't laatste station als
mijn dekking waren meegegaan. Omdat
hun bajonetten een onweerstaanbare
neiging tot mijn oogen schenen te heb
ben, vond ik het maar veiliger vooruit te
gaan en als aanvoerder van den troep op
te treden. Maar daartoe deugt een domi
nee niet. Mijn mannetjes waren althans
op drie na alle achtergebleven, die de
een na den ander amechtig het doel be
reikten en met mij o zoo blij waren dat
de extra trein eindelijk aankwam om ons
uit deze woestijn na eenige uren naar
het geliefde eigen huis te brengen.
Ik had dit wel over zee kunnen afmaken,
maar, ik had zooveel van de reusachtigen
arbeid gehoord die noodig was voor de
tramaanleg, dat ik om dezen te zien
maar tot de wandeling besloot, 't Ge
zicht was deze moeite waard. Heuvels
zijn daar als bij handjes vol door een 700
a 1000 koelies weggegraven en elders
weer tot brughoofd opgeworpen. Onge
veer twintig bruggen worden hier gelegd
waarvan de grootste een lengte van 125
meter heeft en enkel op peilers rusten
van 20 en 25 meter hoogte. Als dit ge
deelte pas over een paar jaar klaar is, zal
een groot werk volbracht zijn, want
trambaan en heirweg beiden zullen dan
geheel Atjehs Noord- en Oostzijde
omzoomen.
21