geluidsinstallatie met harde muziek aan
stond.
Wat ons niet meeviel, was de ervaring
dat het erg moeilijk werd gemaakt om
eens gewoon op straat te voet wat te
wandelen, leder mens heeft het nodig
om gewoon even een stuk te wandelen.
En Yogya is beslist een stad waar dat
mogelijk is, omdat er -in tegenstelling
met veel andere steden op Java- redelijk
wat trottoirs zijn. Het euvel zat hem in
het feit dat ook de rijders van de becaks
(fietstaxi's) de fatale invloed van de Golf
oorlog ondervonden. Vooral bij deze
mensen die al sociaal in uiterste nood le
ven, was het geringe aantal toeristen be
slist fataal. Waar wij ook in Yogya te
voet gingen, werden wij als het ware
achtervolgd door becakrijders, die ons
trachtten over te halen om maar in te
stappen. Het gevolg was dat wij in deze
sector nauwelijks tawarden (afdongen)
en vooral veel gebruik maakten van dit
vervoermiddel. De mensen waren voor
ieder ritje uiterst dankbaar. En tijdens de
rit hoorden wij de trieste verhalen.
Want de huur van het vehikel is niet
naar beneden gegaan; het is bekend dat
de becakrijder nooit de eigenaar is; hij
huurt het ding per etmaal en pas als hij
zoveel passagiers gehad heeft, is de huur
opgebracht en begint de man pas wat te
verdienen.
Het volgende relaas van zo'n becakrijder
vergeten wij niet gauw meer: "Ik woon
hier niet, Pa'k, maar op zoveel kilometer
buiten de stad; heel ver weg dus. Ik ga
maar eens in de drie weken naar mijn
gezin in plaats Y want weet U wat de
bus erheen mij kost? Soms stuur ik het
geld per postwissel. Hier slaap ik 's
nachts in mijn becak. En kijk eens: hier is
mijn bundeltje kleding, mijn toiletspullen
en handdoek. Ondergoed heb ik twee
stel. Maar ik heb maar een pantalon en
ook maar een shirt. U zegt dat U ook
met een klein koffertje door ons land
reist. O, U hebt in totaal drie shirts
mee? Een aan, een in de was en een in
de minikoffer. Als U mij nu dat derde
overhemd gaf, dan doet U me een groot
plezier. U bent toch niet boos als ik dit
zomaar vraag. Mijn oudste zoon (Ik heb
twee kinderen) zit nu in het eerste deel
van de middelbare school (SMP). Het
kost me een hoop geld. Maar ik heb het
er voor over want als je een diploma
hebt, heb je een klein beetje meer kans
op een betere baan. Als ik voor het
tweede trimester niet op tijd betaal, mag
mijn zoon niet op school terug komen.
Waar ik mijn dagelijks bad neem? Er zijn
in de stad badkamers voor becakrijders
want de rivier is te ongezond. Gratis?
Dat dacht U maar. Een bad kost mij wel
honderd rupiah per keer, maar dat sla ik
nooit over. Bij het baden kan ik gelijk
mijn kleren wassen. Als er even zon is,
dan zijn mijn broek en shirt weer droog
en kan ik ze weer aan. Wij zijn nu op de
plek waar ik U heen moest brengen.
Gaat U maar gerust Uw gang, Pa'k, ik
wacht hier wel en ik wenk als U terug
bent. Want ik mag U straks toch weer
terug rijden? Gaat U vooral niet wande
len. Hé, U geeft me meer dan ik ge
vraagd had; mag ik het houden; nu U
wordt hartelijk bedankt. Neen, ik maak
het niet op voor een hemd, en ik gok
ook niet. Maar het is wel twee weken
schoolgeld voor mijn oudste zoon. Die
moet meer leren dan ik, want dan hoeft
hij later geen becakrijder te worden. Hij
leert zo goed en het zou doodzonde zijn
als hij van school af moest. Die boeken
en zijn schooluniform zijn zo duur. Als
scholier kan hij geen volle baan hebben
om ons gezinsbudget te helpen opkrik
ken. Ja Pa'k, studeren is fijn maar ontzet
tend duur...."
Het langwerpige eiland Java is daar waar
Yogya ligt, heel smal; slechts 120 kilome
ter. De afstanden zijn daar niet zo groot
en men kan hier fijne privé uitstapjes or
ganiseren buiten de toeristische "musts"
(kraton, batik, dans, Borobudur en
Prambanan). Wij waren vlakbij Yogya bij
de kortelings gerestaureerde oude tem
pel van Kalasan; als kind waren we er
eerder in de jaren twintig; kort daarop
begon de lange schitterende restauratie.
Ook reden we naar het Zuiderstrand
aan de Indische Oceaan; grappig, de In
donesiërs spreken over de Indonesische
Oceaan!
Dat strand bij Parang Tritis, heel makke
lijk met de openbare bus; retour nog
geen gulden. Alleen, je kunt in de Oce
aan niet zwemmen vanwege gevaarlijke
stromingen en haaien; het is trouwens
verboden er te water te gaan. Maar de
Oceaan is machtig om te aanschouwen;
oostelijk op de achtergrond stuit je op
het wilde en droge Zuider Kalksteen
gebergte (Gunung Kidul) met zijn rotsen
en zeezwaluwen (van de vermaarde vo
gelnestjes). Als je daar op het strand
staat voel je dat je aan het uiteinde van
de wereld bent, want er is Zuidelijk geen
land meer tot aan het Zuidpool gebied.
En dan waren we in het stadje Imogiri,
ook zuid van Yogya, de heuvel waar de
vorsten van Surakarta en van Yogyakarta
hun praalgraven hebben. Voor dat be
zoek moet men wel een goed fysiek
hebben, want men moet in de tropische
hitte meer dan 354 treden van brede
trappen omhoog gaan. Vanuit Yogya kan
men vlot per bus, trein of travel naar
Solo gaan want daar is ook veel te bekij
ken: twee kratons, beide erg verschillend
en erg interessant. En op de hellingen
van de machtige vulkaan Lawu, oost van
Solo/Surakarta, waren we bij die
vreemde piramide (Candi Suku) bij steile
hellingen; een piramide die eigenlijk in
Mexico of Guatemala had moeten staan
en waarvan niemand vermag te verkla
ren waarom die nu hier is terechtgeko
men.
Maar evengoed kan men vlakbij naar
Magelang gaan en daar op het wat ver
waarloosde Christelijke kerkhof het graf
ven Pa (en Ma) van der Steur
bezoeken.Verder door naar Banyubiru
en Ambarawa (van de kampen uit de
Japanse tijd niets meer te zien) kan men
naar het spoorwegmuseum en ziet men
het reusachtige oude fort Willem I.
Wij gingen toen door naar het vriende
lijke Salatiga langs het Rawah Pening-
meer in de schaduw van de enorme
Merbabu vulkaan. En van daar de hoogte
in naar het sprookjesachtige stille gebied
bij Selo, op tweeduizend meter hoogte
op het "zadel" tussen genoemde vulkaan
en de ruige vuurspuwer Merapi; die sta
ken zelfs daar nog duizend meter boven
onze hoofden.
Ook waren wij eens "naar boven" ge
gaan vanuit Yogya, 26 kilometer noorde
lijker naar het bergoord Kali Urang te
gen de helling van die rokende, romme
lende, boze vulkaan Merapi.
Dat laatste deden we op I maart 1991
we bleven op die dag niet in Yogya zelf.
Deze dag wordt hier sinds de onafhan
kelijkheid steeds herdacht. Het is de da
tum van de aanval onder commando van
de toenmalige overste Soeharto op de
door de Nederlanders bezette stad in
1949. Nabij het postkantoor en het
oude fort "Vredeburg" van de Oost-
Indische Compagnie staat ter herinne
ring aan dat wapenfeit een monument
van de overwinning. De destijds opge
maakte Nederlandse militaire rapporten
over die dag geven een afwijkende visie.
Maar wat doet het er na ruim veertig
jaar eigenlijk nog toe? Wij zijn bij deze
herdenkingsplechtigheid niet aanwezig
geweest.
Met herdenkingen is het overal in de
wereld precies als met het reproduceren
van oude foto's, hoorden wij laatst van
iemand die zulke dingen altijd wat ge
nuanceerder bekijkt. Want bij zo'n her
denking mag de geschiedenis best een
beetje naar de eigen hand worden gezet.
Bepaalde positieve kanten kunnen desge
wenst wat worden "uitvergroot" en
men mag zeker ook enkele "retouches"
aanbrengen bij de eigen tekortkomingen.
En tenslotte mag men ook best de lof
trompet iets harder laten weerklinken
voor eigen kundigheden. Het I maart-
feest wordt hier ieder jaar mooier. Laat
maar zitten en laat niemand het tegen
spreken.
37