1
BLANK EN BRUIN
UITWIJKEN NAAR NEDERLAND
In dere tcnbtkl slaan dt betrekkingen tussen Induaeoen. en Nederlander* in
lui kotoeistt tijdperk in h«i middelpanl. Said* de vorige eeuw vestigden zich
veel Nederlanders In Indonesië. Hoe gingen rij mei de Indonesiërs om? De
Nederlanders kwamen er als overheersers. Welke invloed had dat up hun
v erhouding lui de Indonesiërs? Door jë Ie verdiepen in de betrekkingen luwen
Mank en bruin in bet verleden krijg je tiirl alleen meer In/icht in de koloniale
samenleving in Indonesië. Je knol ook meer leren begrijpen van de om-
Slandighedtn dk van invloed rijn 19 de wij» waarop mensen van verschil
lende huidskleur mei elkaar omgaan.
rtvpese centra. leefde men nog 'alsof de
lijd had sulge»taan', met de njai als de
mocdci van ile kinderen', met de
petroleumlampen in huis en de wit
gekalkte bloempotteninde tuin
Vrók HV/dru v j mtrde njai
'Dooi haai lorde hij uh Europeaan)
hel volk kennen. Juist door hei concubi
naat is dc band mei het volk veel groter.
Dat verdwijn! alv vooral ua 1920ook dc
Puropcse vrouw haar uitrede doei in de
Indische mauuchappij.
De uoderslaande bi
n betreffen ti
ël de negentiende al* de twintigste
l De Nederlander Jnhannet Oh vin
vertrok in 1817 tutor Indonesië. In de
pet,ode IK27-I8SQ schreef hij een
driedelig boet. over lodoneue Daaruit
volgt erafragment
Hei aantal der Europese vr
i Een Nederlander dte al lang in In
donesië woonde Haagde begin twin
tigen eeuw over de veranderingen Hij
deed het mJithtvorm.
Als men vroeger /at re bit 'reu
Ikruiden/ene er drinken)
In m'nkJcinc socielrii,
Dan waser genoeglijke «temming.
Dan hoer sic gezelligheid
Enuls je in1 werk ereiv mol had.
Dan was hei des avonds voorbij.
wenhuys. die in I 908 in Indoles J
h"'" en daar 1011952 hrefl gewoond, Dan werd het wel afgedronken
schreef met veranderingen sinds Ejiwasbecldckweslieoprjj
ongeveer 1900 Dedoktcr.de ziekenvader.
Resident en controleur.
'Het binnenkomen van veel meer Eu- De stationschef cnikjilamcr,
vrouwen dan tevoren heeft
de mannelijke bevolking anderd.zowel in dc binnenlanden als in En te dronken een Holliindscpaii
Wdere bodem schip}, die gchikk's de Heden, maar vooral in de steden... Ikruidenjenevei I
was op Java te landen, toenam.. Wal Hei gehele Indische leven begon Eu- 2e talen in witte toeioepjyar/e J
moeman dil alles bel gevolg rijn? Dc ropeser te worden, ook hel leven van de En/eleuennieiopdeitjd'
rtaluur hernam hare rcgicn. en er *htx« Indo-Europeanen en zelf» dat van de De tijden rijn wël veranderd,
voor de mannen mei» anders over dan Indnncsicis die in de koloniale samente- Mcidal alles isbclnugcdaan,
hel oog ie vestigen op hei hen renrm- ving naar boven waren gekomen. Tbcli En de mannen van koude rriimc
gende vrouwelijke geslacht. en in hei Weef hel oudlndiwhc planlereleven Drove huiftnu-o nu van de haan
verkeer met de/en vergoeding Ie roe- nog vnj lang bestaan. S'ooral diep in de Ei n loeluep woedt contrabande
ken. hoe onvolkomen dan ook. voor het btnneidsndefl of in de buitengewesten ueiswainirtmagl
gemis dal rij rkhrooealrtigctrotKteo. (de streken buiten Java), ver van dc £u- Opeen avondje In de soos
kan daar de oorsprong der N'jat. of in-
landsche huishoudster. Men neme
echter du vs oord riiuishoudslcrs"hKr in
ruimer rin, dan men daaraan in het
moederland hecht..'
De oudgau 'Europeaan) komt noi-
vriccks vijf ure «Je» ochtends, in een ka
baai en een sarong (jasje en omslag
doek/ gekleed uit zijn slaapvertrek
tevoorschijnHet onünjt bestaat half
liet middagslaapje ol l«
dc middagslaap, want derelvc duurt
gewoonlijk minsten.» drie uren. u «oe
voorname henghdd van den dag. De
avond wordt doorgaans kaartend
doorgebragt. tol dat men och laai tn den
nacht wederom ter rust begeeft. Alsdan
laat men vooraf door eene slavin de
tt bed, en rich vervol
gen» den slaap uil den oogen verdrijven,
waarmede het gewtglige werk van den
dag bekroond wordt
2 De Nederlandse srbeijver Rob Niru-
Uit "Sprekend Verleden".
waaróm dan wel? En wat moeten ze dan
over hen leren? Uit fragment 2 blijkt dat
een aantal auteurs de eerste vraag nega
tief beantwoordt. Vinden deze auteurs
Indische Nederlanders inderdaad minder
belangrijk of minder interessant dan
Molukkers en Surinamers? Passen Indi
sche Nederlanders niet in datgene wat
de auteurs duidelijk willen maken? Heb
ben de auteurs zelf wel voldoende ken
nis van de geschiedenis van Indische Ne
derlanders?
Merlijn (fragment 3) besteedt wèl
aandacht aan Indische Nederlanders.
Feiten of meningen
In fragment 3 zien we drie nieuwe
elementen. In de eerste plaats is er
aandacht voor de etnische herkomst
van Indische Nederlanders. In de
tweede plaats wordt gewezen op een
verschil tussen de eerste en de twee
de generatie. In de derde plaats
wordt één van de mensen waar
over het gaat zelf aan het woord
gelaten. Je kunt je afvragen of de
woorden van Breton de Nijs wel
duidelijk genoeg zijn voor kinde
ren van 14 jaar? Daar staat tegen
over dat de lezer met dit citaat
wel heel direct en authentiek met
dit stukje verleden wordt gecon
fronteerd. Leg dat als auteur maar
eens in simpele woorden uit.
Eigenlijk is veel van de geschiede
nis van Indische Nederlanders niet
zo simpel uit te leggen. Zoals de
positie van "de" Indo-Europeanen in
de Nederlands-Indische samenleving.
En hoe moet je als auteur omgaan
met feiten en meningen? Dachten alle
Indische Nederlanders van de eerste
generatie "zus", en dacht (denkt) de
hele tweede generatie "zo"? Uit de
laatste zin in fragment 3 maak ik op
dat Indische Nederlanders volgens de
auteurs van Merlijn hun eigen taal en
gewoonten niét wilden handhaven.
Feit of mening? Leest u met deze
vraag in uw achterhoofd eens fragment 4
uit Vragen aan de geschiedenis.
Leren omgaan met meningen
Een aantal auteurs is van mening dat je
bij geschiedenis vaak terughoudend
moet zijn met het doen van harde "zo-
was-het-en-niet-anders"-uitspraken. Wat
we over het verleden weten is vaak ge
baseerd op meningen uit en over het
verleden. Leerlingen moeten met menin-
Groep rmmgraolan t*f Moamshbe kon nadeorva Ibeokahpbeidm NadB'SrW/yn gewmeerd
1950 kwamen ër ongeveer 13000;
Iers; inde periode 1945-1907 kwamen er ongeveer
- Surinamer*; ongeveer ISO 000 kwamen er, vooral inde periode 1970-IWtl
Nederland was voor dr ovmfru ran hen in »eH oprichten ander» tn vreemd.
Ze kwamen dan wel uil een Nederlandse kolonie, maar daar leefden te Inch In
eeneiitcncuttBur.Indewccafacfcl vragi-a vvejetr verplaatsen in hun situatie. 'Je riet
ixwifceldc ikdaLNu heb ik nog wd m'n
bedenkingen, m tut ik vind toch dal wt
elkaar daarin vnj moeien Uien.
2 Et n jong Zuidmoluks rt hipaar, dat
uit een Molukse woonwijk was wegge
gaan vertelde in 1979 aan hel blad
'Motief:
Bestudeer dr bronnen in de/e eenheid en vraagje bij elke bron af; w (Idr de be
lrukken bevolkingsgroep haar eigen cultuur v iMlhmidenofkwUten?
Voor de beantwoording van dc vraag kun je gebruik maken van dr valgemJr
deelvragen;
a wul waren hun verwachtingen: wilden voorgoed In Nederland bfljvm of
w Bdrn zv nog ooft terugkeren?
b vormde Iedere groep een hechte eenheid of waren er veracWBen binnen de
groep?
c welke uitingen van cuilnnr hielden ie vast of lieten te km')
d in hoeverrtgineen ze na enige jaren ander» denken over bunetgrn cultuur?
I Een van de veroordeeld* iuidmn
lukse treinkapen van Witter' i:U'
bladzijde hiernaast) verleidt In 198.1
aait hel dagblad 'drVnlkskranl'
'IV aq er mi vanuit, we leven ou hier in
Nederland en het kan een lang verblijf
worden. Ik blijf MoUikker, ik blijf me
hier niet thoi» voelen, meur we moeten
hier wel
de Mnlukken moeten vrij. Met
wrourden; wij w illen urwe eigen cultuur
bewaren, otae eigen waarden en nor
men. waar wc alv volk recht op hebben
Onze ongtt voor het verloren gaan van
de Molukse cultuur heeft ook te mik en
met het feil dal je er voortdurend voor
moet veehteo om die tc bewaren Noem
de taal. in het begin van otuc komst
werd bijvoorbeeld gedacht dat Moluk-
ket* snel Nederland* /ouden moeien
leren 00! hun taalachterstand kwijt te
reken. Maar i» dal niet de tak. «Dager
waarop wc ritten? 1W is toch de aleutcl
van je cultuur, hot fundament van je
Wat ikhcel positief vind, is dat er nu veel
groepen bezig rijn om op hun eigen
mamer inhoud te geven aan de Mofukvc
cultuur en daarmee aan her Molukse
ideaal
Ook dte Motakkefs die de Indonesische
nationaliteit aannemen of de Neder
landse of dc Molukker* die mei een Ne
derlandse vrouw trouwen, vroeger ver
tuide patroon kamen,
ire jongeren gaan rich sektarisch op
stellen. rx blijven tn hun eigen groepje
Ze bekijken dc verhoudingen aU hun
ouder* Dat komt doordat de ouders dc
verhoudingen vroeger nooit hebben
veranderd Alk* Wijlt bij hetzelfde inde
wijk. Er was ttoou een mogelijkheid tot
commtmicaric. Daardoor rijn dc jon
geren ia gekweekt, ta gevoed. Ze lijn
hang om al» diMalmilen te boek te staau
Als ze ooit builen de wijk moeten gaan
wonen, dan gaan te kapot. 7e weren met
hoe re rich buiten de wijk móeten hond-
3 De Indisch -NedcrUmdsr schrijf ster
UEanc Ductile vertelde in 1979 aan
het dagblad de Volkskrant'
saamhorigheid. Dal kom! doordat wij in
Indie zeer verspreid tichben gezctcn.bc
mensen kwamen allemaal van andere
eilanden, verhuisden meestal erg vaak.
hadden reet uiteenlopende denkbeel
den cn stamden voor»! uit reet verschil
lende bevolkingslagen.
Ona- gezelligheid en het beleven van
andermans cultuur op ome eigen ma
nier: dH l» onze cultuur. Weet u dat Je
eigenlijk nauwelijks kunt «preken van
Indische cuUuur? Alleen van onze
kookkunst Dat ut fret enige wot wc van
ons/elf hebben
Fragment 3: (uit: Merlijn deel 3, Leiden 1985, bestemd voor kinderen van 14 jaar op
het MAVO):
"Met de opheffing van het cultuurstelsel veranderde er ook wel wat in de kolonie
zelf. De Europese samenleving was tot 1870 een typische mannenmaatschappij. Er
waren'weinig vrouwen. De mannen leefden daarom vaak samen met hun inlandse
huishoudsters, met als gevolg een groeiend aantal Indo-Europeanen." (pag. 48).
Onder de titel "Nederland en zijn vreemdelingen" worden verderop in het boek vier
groepen behandeld: "Onze Indische Nederlanders", de Molukse gemeenschap, Suri
namers en "gastarbeiders uit het Midden-Oosten".
Bij een foto van een Indische medicijnverkoopster op de Pasar Malam staat over de
eerste groep:
"Onze Indische Nederlanders. Deze "vreemdelingen" kwamen vanuit "hun Indië"
naar Nederland, dat zij nog altijd als hun vaderland beschouwden. Door de komst
naar dat vaderland leken alle banden met hun geboorteland verbroken. Daarmee
hadden vooral ouderen het moeilijk. Breton de Nijs beschrijft hen als volgt: Al
deze kinderen zijn na '50 uit Indonesië weggegaan. Ze zijn vertrokken, omdat dit
land toch niets meer voor hen was, omdat het hun land niet meer was. En ze hebben
gelijk: de wereld van hun ouders, die ook voor een deel de hunne is, hun wereld is
ten einde, onherroepelijk. Zoals zij leven er duizenden, alleen al in Den Haag.
Indische emigré's en ontwortelden. Sommigen zitten doelloos voor een raam, kijken
naar de natte straten en bladerloze takken en denken aan hun kebonan (tuin) met
vruchtbomen en melattistruiken, met bloemenperken en planten. Ze hebben heim
wee, een knagend verlangen naar hun Indië en ze zeggen tegen elkaar: "Jammer
toch dat het zo gelopen is, het was vroeger zo goed.' Sinds 1954, het jaar waarin
Breton de Nijs dit schreef, zijn meer dan dertig jaren verstreken. Een nieuwe gene-
ratie groeide op die Indië alleen van verhalen kent en even Nederlands is geworden
als de jongelui met wie zij naar school gaat." (pag. 247)
Hierna begint de volgende tekst met "In tegenstelling tot de Indische Nederlanders
wilden de Molukkers hun eigen taal en gewoonten handhaven..." (pag. 248).
gen leren omgaan door zich af te vra
gen: Hoe betrouwbaar is deze uit
spraak? Hoe representatief?
Daardoor leren ze het verleden veel
beter kennen dan door het memori
seren van zogenaamde feiten.
Een methode waarin zo wordt ge
werkt is Sprekend verleden (frag
ment 5).
De Tweede Wereldoorlog in
Indië
Wat staat er in de schoolboeken
over de Japanse bezettingstijd? De
meeste boeken beperken zich tot
zinnen als "Alle Nederlanders wer
den in concentratiekampen opgeslo
ten." (Sprekend verleden deel 3 ba
sis, pag. 164), waarna wordt gewezen
op de de anti-westerse propaganda
van Japan en het groeiende
Indonesische nationalisme. Merlijn is
een van de weinige boeken die iets
meer aandacht besteden aan de le
vensomstandigheden van de Neder
landers (fragment 6).
(lees verder volgende pagina)
9