KNI
rf
Fragment 8 (leestekst uit: De twintigste
eeuw, Apeldoorn 1991, pag. 354, bestemd
voor bovenbouw HAVO en VWO):
"Repatrianten heten ze officieel, de twee
duizend man die in 1950 met de volge
pakte Castel Bianco werden vervoerd van
Indonesië naar Nederland. Repatriëring
betekent letterlijk: de tocht naar het va
derland. En voor sommigen van de mensen
op de Castel Bianco was dat ook zo: ze wa
ren immers altijd al van plan naar hun ei
gen land, Holland, terug te keren. Maar
voor mijnheer Gijsbers en voor vrijwel ie
dereen in de Indische gemeenschap van
Alkmaar lag dat heel anders: nooit van zijn
leven had hij gedacht dat hij nog eens in
Nederland zou komen. Misschien, ja, dat
een Indischman eens een keer met verlof
naar Holland had kunnen gaan, maar dat
deden eigenlijk alleen Indo-Europeanen
met topinkomens. Een hoofdopzichter op
de tinonderneming Bankatin, zoals hij,
bleef in Indië. Dat sprak vanzelf. Eigenlijk
repatrieerde hij dus niet; hij emigreerde
meer.
De boottocht was niet plezierig, vertelt hij.
De mensen waren uitgeput en vermagerd,
vooral de beroepsmilitairen die de
politionele acties hadden overleefd. Aan
boord was een Nederlandse contact
ambtenaar, die iedereen vertelde in welk
pension in Holland hij terecht zou komen.
Daar zouden ze moeten wachten tot er er
gens een huis vrijkwam. Aan boord werden
ook kledingpakketten verstrekt: kleren,
kennelijk grote partijen winkeldochters,
die geen sterveling in Nederland wilde dra
gen: paarse strepen, knalgeel met rode jas
jes, felblauwe alpinopetten, trainingspak
ken in slechts één maat: tien. (citaat uit T.
Pollman e.a., In de kou)
Opdrachten: g Waarom was de hier be
schreven thuisreis onplezierig?
h Met welke problemen in het moederland
werden de repatrianten geconfronteerd?"
Prent van Behrend uit 1975, afgebeeld in "De twintigste eeuw'
derwerp. Indische organisaties krijgen
regelmatig verzoeken om informatie. Er
zijn ook andere organisaties die informa
tie geven, zoals de FNV-scriptieservice
die zeer goedkope zogenaamde scriptie
mappen heeft gemaakt. De bedoeling is
ongetwijfeld goed, maar de kennis van
deze service over Indische Nederlan
ders is jammer genoeg wat beperkt,
zoals blijkt uit fragment 12.
Een overzicht van geschikte publika-
ties, bij voorkeur gerangschikt naar ni
veau, zou een grote stimulans zijn
voor docenten en leerlingen om zich
(meer) bezig te houden met de ge
schiedenis van Indische Nederlanders.
4]
Indische Nederlanders en de
multi-culturele samenleving
Vergeleken met onderbouwboeken
krijgt de recente sociale geschiedenis
van Nederland weinig aandacht in
bovenbouwboeken. Veel auteurs
doen hun best om de politieke ver
wikkelingen tot kort voor het ver
schijnen van het boek weer te geven,
maar aan zoiets als de multi-culturele
samenleving in Nederland komen
weinigen toe. Fragment 13 moet ge
zien worden als gunstige uitzonde
ring. Toch is er onder docenten wel
degelijk behoefte aan lesmateriaal
over dit onderwerp. In 1983 publi
ceerde een commissie van de Vereni
ging van docenten geschiedenis en
staatsinrichting in Nederland (VGN)
een rapport waarin gepleit werd
voor meer "bestaansverhelderende"
speciale onderwerpen. Als voorbeeld
bevatte het rapport een stofomschrijving
van het thema "Minderheden in Neder
land ten gevolge van dekolonisatie",
waarin aandacht besteed is aan Indische
Nederlanders, Molukkers en Surinamers
voor en na hun komst naar Nederland.
5]
Rapporten zoals deze hebben er toe ge
leid dat er plannen zijn om bij het exa
men in 1994 nieuwe eisen in te voeren,
waarbij een deel van de CSE-onder-
werpen meer dan voorheen bij het he
den zal aansluiten. Het onderwerp in
1992 ("Europa 1945-1990") mag gezien
worden als een stap in die richting. Uit
de plannen blijkt dat er een goede kans
is dat rond 1995 een van de CSE-onder-
werpen betrekking zal hebben op "de
ontwikkeling naar een multi-etnische en
multi-culturele samenleving". 6]
Minderheden, buitenlanders,
allochtonen
In 1983 waren er Indische Nederlanders
die het niet leuk vonden dat zij in het
(lees verder volgende pagina)
Fragment 9 (uit: Op weg naar 2000, Zutphen 1986, pag. 254, bestemd voor de bo
venbouw HAVO en VWO):
"Ook het lot van de in Nederlands-lndië gestationeerde ambtenaren en militairen
was allerminst benijdenswaardig. Vrij vlug na de bezetting werden de mannen gear
resteerd en opgesloten in kampen. In sommige kampen, o.a. op Sumatra, heerste
een wreed regiem waarbij veelvuldig gebruik werd gemaakt van lijfstraffen. Eenzijdig
voedsel en honger eisten veel slachtoffers. Toch waren deze ontberingen nog mild
vergeleken met die van de vele KNIL-militairen die als dwangarbeiders moesten
werken aan de beruchte Birma-spoorweg. De Nederlandse vrouwen verdwenen met
hun kinderen (jongens vanaf twaalf jaar gingen naar de mannenkampen) in de
"vrouwenkampen". Een jarenlange strijd tegen honger en epidemieën was hun lot.
Daarnaast ondergingen zij het harde en onvoorspelbare gedrag van de Japanners en
leefden zij al die jaren in onwetendheid over het lot van hun mannen en oudere zo
nen.
Opdracht 5: Maak een korte vergelijking tussen de leefomstandigheden van de
meeste Nederlanders tussen 1940-1945 en die van de Indische-Nederlanders tussen
1942-1945."
13