/7TV\
3 Zie I
INDONESIË
Tours Tickets
boek bij
AURORA (ANVR/SGR/IATA)
Clauskindereweg 28-29
1069 Amsterdam
Tel. 020 - 619 93 77/619 93 96
Zat. telefonisch niet bereikbaar
Fragment IO (uit: De twintigste eeuw, Apeldoorn 1991pag. 207/8, bestemd voor bo
venbouw HAVO en VWO):
"Zowel voor de Nederlanders, die in kampen werden opgesloten, als voor de
Indonesische bevolking brak een moeilijke tijd aan. De Nederlanders werden genade
loos hard behandeld. Van de 96.300 Europese burgers die de Japanners in kampen op
sloten, overleden er gedurende de oorlog 13.120. De mannen die aan de Birma spoor
weg moesten werken, maakten helse tijden door. Aan deze spoorweg, een belangrijke
bevoorradingsroute van de Japanners, werkten 61.000 krijgsgevangenen, onder wie
ruim 17.000 Nederlanders, en driemaal zoveel romoesja's, inheemse arbeiders die on
der valse voorwendsels of onder dwang werden geronseld."
Fragment 11 (uit: De twintigste eeuw, Apeldoorn 1991, pag. 324, bestemd voor bo
venbouw HAVO en VWO):
"Na het zelfstandig worden van Indonesië voeren tienduizenden Nederlanders en
Indische Nederlanders teleurgesteld naar Nederland. Zij zagen geen toekomst meer
in de voormalige kolonie. Vele anderen bleven achter. In I9S6 begon de Indonesische
regering onder leiding van president Soekarno die achtergeblevenen het leven zuur te
maken. Duizenden "spijtoptanten" kwamen toen alsnog naar Nederland. Zij hadden
spijt voor Indonesië gekozen te hebben."
Herinneringen voor veel Nederlanders,
(afbeelding uit Histo-speciaal)
VGN-rapport als groep werden vergele
ken met Molukkers en Surinamers. In
het bijzonder was er bezwaar tegen ge
bruik voor alle groepen van het begrip
"minderheid", dat een negatieve klank
zou hebben gekregen. 7]
Begrippen veranderen inderdaad van be
tekenis, en worden moeilijk bruikbaar
zodra mensen er verschillende dingen
onder verstaan, zoals het begrip "buiten
lander" in fragment 12. Maar uit frag
ment 12 blijkt ook dat het voor de hand
ligt om Indische Nederlanders en andere
allochtonen met elkaar te vergelijken.
Daarnaast maakt fragment 12 duidelijk
dat schoolboeken op talloze manieren
kunnen worden aangevuld, maar dat de
kwaliteit van aanvullend (les)materiaal
"bewaakt" dient te worden. Al was het
alleen maar om aan het grote publiek
beter duidelijk te maken wie wij werke
lijk waren en nog steeds zijn.
Noten:
1 Aan het CSE over Indië is uitgebreid
aandacht besteed in Moesson van I
oktober 1986 (stofomsch rijving), I en
15 februari 1988 (over de CSE-
katernen) en 15 augustus 1988
2 (examenopgaven).
Zie Dr. L. de Jong, Het koninkrijk der
Nederlanden in de Tweede Wereld
oorlog, deel I I a, Den Haag 1984, pag.
41, 109-1 12, 222, 352-355.
Mogelijk heeft Mussert het begrip
"Indische Nederlander" al in 1935
gebruikt, maar dan wel ter aandui
ding van inheemse Indonesiërs. Zie
De Jong pag. 374.
4 In een volgend artikel ga ik uitge
breid in op vele vormen van aan
vullend (onderwijs) materiaal.
5 "Naar een nieuw eindexamen ge
schiedenis en staatsinrichting", de
finitieve versie in: Kleio 25, 9 (no
vember 1984).
6 Zie Kleio 32, 8 (oktober 1991).
7 Zie bijvoorbeeld Onze Koers 32, 2
(maart/april 1983) pag. 7.
(wordt vervolgd)
Fragment 12 (uit FN V-scriptiemap "Etnische minderheden", Amsterdam 1991):
"Van blond-blank klompenland is Nederland na de Tweede Wereldoorlog veranderd
in een 'multi-raciale samenleving. Om verschillende redenen zijn mensen vanuit alle
windstreken in Nederland komen wonen. In totaal gaat het om ongeveer 570.000
mensen die een andere nationaliteit hebben.
Daarnaast wonen er ruim 200.000 Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse mensen die
Nederlands staatsburger zijn. Als we het hebben over etnische minderheden gaat
het niet zozeer om mensen die uit een ander land komen, maar om mensen met een
andere culturele achtergrond. Ze onderscheiden zich meestal van Nederlanders door
hun huidskleur. De grootste etnische minderheid in Nederland bestaat uit mensen
van Surinaamse en Antilliaanse afkomst. Overige buitenlanders in Nederland. De
band tussen Nederland en de (voormalige) Rijksdelen heeft ertoe geleid dat naast Su
rinamers en Antillianen ook Indonesiërs en Molukkers hier zijn komen wonen. Tot de
"overige buitenlanders" moeten we natuurlijk ook de (politieke) vluchtelingen reke
nen."
Fragment 13 (uit: De twintigste eeuw, Apeldoorn 1991pag. 348, bestemd voor bo
venbouw HAVO en VWO):
"Zorgwekkend was de groeiende onverdraagzaamheid ten opzichte van buitenlan
ders, zoals die onder meer bleek uit de vele tienduizenden stemmen die bij de verkie
zingen werden uitgebracht op partijen als de Centrumdemocraten die fascistische
trekken vertoonden. Hoewel deze onverdraagzaamheid totaal niet in de Nederlandse
traditie past, is ze enigszins verklaarbaar. In de jaren zestig en zeventig vestigden zich
in ons land onder meer veel Turkse en Marokkaanse gastarbeiders en Surinamers die
na de onafhankelijkheid van hun land gekozen hadden voor een Nederlands paspoort.
Deze buitenlanders en nieuwe Nederlanders maakten van ons land een multiraciale
samenleving. Onze maatschappij moest zich daarop instellen, wat niet altijd goed ver
liep. Vooral in wijken waar veel buitenlanders woonden, voelden Nederlanders zich
minder prettig. Daarnaast zocht een groeiende stroom vluchtelingen toegang tot ons
land. De verantwoorde opvang van deze mensen gaf en geeft grote problemen. Irrita
tie over gelijke rechten en kansen voor iedereen die in Nederland woont, ongeacht
zijn of haar huidskleur, is de voedingsbodem voor discriminatie en racisme. In de her
ziene grondwet worden deze verschijnselen uitdrukkelijk afgewezen."
(ANVR)
14