16
den de Islam zuiveren van alle elemen
ten, die in hun ogen aan haar vreemd
waren. Volksgebruiken als het drinken
van tuwak (palmwijn), dobbelen, hanen
gevechten en opiumschuiven waren hen
een doorn in het oog. Met toenemende
felheid keerden zij zich tegen de adat-
hoofden, in de eerste plaats de konink
lijke familie, de dragers van de oude tra
dities, die bovendien ook met de vreem
delingen, de Hollanders verdragen had
den gesloten.
Al spoedig gingen de Padri's over tot ge
welddadigheden. Het einde van de
Minangkabause dynastie kwam in 1817,
toen alle leden van de familie, op één na,
die door de vlucht wist te ontkomen, op
een feestmaal in Kota Tangah, waartoe
ze waren uitgenodigd, verradelijk
door de Padri's werden vermoord.
De laatste vrouwelijke afstammeling
van het geslacht, die de naam "Tuan
Gadis" droeg, Reno Sumpu, over
leed in 1912. In Pagarruyung worden
nog altijd de puska's van
Adityawarman bewaard en in ere ge
houden. 3]
Tijdens de Japanse bezetting werden
pogingen gedaan het "Keizerrijk Mi-
nangkabau" nieuw leven in te blazen,
maar dit mislukte bij gebrek aan ge
schikte kandidaten. Ook in de roer
ige tijd in 1946 zou een soortgelijk
streven hebben bestaan, dat even
eens op niets uitliep. Toen de journa
listen Zentgraaff en Van Goudoever
in 1938 een reis door Sumatra maak
ten, brachten zij ook een bezoek aan
Pagarruyung. In hun reisverslag "Su-
matraantjes" berichtten zij het vol
gende hierover:
"De "Toean Gadis" was tot voor en
kele decennia de laatste van deze
rang, opvolgster der heersers van het
oude rijk Pageroejoeng. De laatste
"Daulat di Pertoean" is in het begin
van de negentiende eeuw vermoord
door het volk van Boeo, dat bekend
is om zijn ruwe stugheid. De afstamme
lingen van de "Daulat di Pertoean" leef
den te Pageroejoeng, vrijwel als gewone
kamponglieden; de laatste die de naam
"Toean Gadis" droeg, was er nog in
1910, toen hertog Albrecht van
Mecklenburg met de toenmalige ass.-re
sident Westenenk in de Bovenlanden
reisde. Bij dat bezoek zat zij onder de
oude waringins op de "balai batoe", de
stenen bank waarop haar voorouders
vroeger recht spraken. In 1912 stierf zij;
er is nog een mannelijke afstammeling,
thans in landsdienst, en ook een paar
vrouwen schijnen nog tot de familie te
behoren. Wij hebben ook ditmaal dat
huis bezocht, dat alweer iets sjofeler was
dan vroeger. De poesaka's, tekenen der
oude glorie, waren er nog. De ver-
voortleven. Ook aan de westelijke kant
slonk de omvang van het Minangkabause
rijk aanzienlijk. Een van de vorsten was
gehuwd met de oudste dochter van de
sultan van Aceh en kreeg twist met zijn
schoonvader wegens zijn ontrouw aan
zijn echtgenote. Hij werd gedwongen
alle strandgebieden vanaf Aceh tot Man-
juto af te staan. Toen de Hollanders zich
in het begin van de zeventiende eeuw in
de Indische archipel begonnen te vesti
gen, was het Minangkabause rijk weer
tot vrijwel het kernland teruggebracht.
Het is niet bekend, wie de opvolger van
Adityawarman was, wel dat het land ten
prooi was aan interne twisten om de
macht. De verdere historie van Minang-
kabau is hierna een paar eeuwen lang in
hun Datuk Bendaharo (eerste minister),
totdat zij uiteindelijk alleen sacrale be
voegdheden overhielden. De oorzaak
van deze overdracht van bevoegdheden
was gelegen in het feit, dat de vorsten
zich niet wilden mengen in allerlei twis
ten om de macht.
De Hollanders, die zich sinds het
Painanse tractaat in 1663 met de hoof
den aan de westelijke kust daar hadden
gevestigd, zonden verschillende gezant
schappen naar Pagarruyung en kwamen
tot de bevinding, dat de "keizer" en zijn
familie niet rijk waren, maar wel de ver
ering en het respect genoten van de be
volking. Zo werd aangenomen dat de
vorst door zijn mystieke kracht de rijst
oogst kon doen slagen of mislukken. I]
De typische puntdaken van de Minangkabause huizen is een verwijzing naar de horens
van de karbouw uit de legende van het gevecht tussen de twee buffels. In het midden
van de groep twee bruidsparen in traditionele huwelijkskleding.
het duister gehuld. Berichten komen pas
weer in de zeventiende eeuw, na de ves
tiging van de Hollanders op Sumatra.
Omstreeks 1680 wordt melding gemaakt
van twisten over de troonsopvolging,
toen Sutan Alif zonder rechtstreekse
erfgenamen overleed.
Inmiddels hadden Acehse handelaren het
Islamitische geloof langs de westkust
verbreid. De vorstelijke familie van Mi-
nangkabau schijnt reeds in de twaalfde
eeuw met de Islam in aanraking te zijn
gekomen via de oostkust van Sumatra.
Een gezegde in Minangkabau luidt dat
"de adat van de bergen komt, de
godsdienst (de Islam) van de kus
ten".
In de loop der tijden hadden de vorsten
steeds meer macht overgedragen aan
Het optreden van de Padri's - einde
van de Minangkabause dynastie
Nadat het land van Minangkabau tot de
Islam was overgegaan, bleef men toch
vasthouden aan aloude adat instellingen
(bijvoorbeeld het matriarchaat) en cul
tische elementen, afkomstig uit het ani
misme, die zich niet met de Islamitische
wet verdroegen.
Hiertegen rees op het einde van de
achttiende eeuw verzet van de kant van
de Padri's 2], een orthodox-Islamitische
stroming, wier optreden was geïnspi
reerd door de eveneens streng Islamiti
sche Wahabieten, die later de grondslag
legden voor het huidige Saoudi-Arabi-
sche koninkrijk. Met deze Wahabieten
waren zij tijdens bedevaarten naar Mek
ka in aanraking gekomen. De Padri's wil-