HET KZ-SYNDROOM
door J.A. Stolk, huisarts
Luidt voluit het kampziekte-syndroom
en is een onherstelbare klacht over het
verleden. De achtergrond van het syn
droom roept beelden op van kanonge
bulder, verwoeste steden, onderdruk
king, kapot gemaakte levens. Gezinnen,
die uiteengerukt zijn. Vrouwen, die om
de gesneuvelde mannen treuren. Kinde
ren met ontroostbaar verdriet, die hun
moeder in dat onbegrijpelijke geweld
hebben zien sterven.
Een oorlog overleven, betekent nog niet,
dat je het leven dat daarna voor je ligt,
kan beleven zoals je dat eerder zo schit
terend deed met je ouders, je broers en
zusters voordat deze calamiteiten zich
voltrokken.
De gevangeniswanden van je ziel zijn die
juichende momenten van geluk. Het le
ven kende enkel zekerheden en was
makkelijk. De warmte van de zon was er
in overvloed en de aarde gaf voedsel aan
iedereen.
Waarom overleef ik na die gelukzalige
tijd al dat geweld en moet ik meedoen
aan het herstel van wat?, voor wie?,
waarvoor? Pas je aan! Gedraag je niet als
een verwend kind! Houd op met klagen!
Wees flink!
Ik kan dat niet, daarvoor ben ik te geluk
kig geweest. Waar ik nu ben daar heb ik
niets te zoeken. Waar ik vandaan kom,
wordt mij verweten. Probeer mij niets
te verklaren. Laat mij zelf zoeken.
Wanneer ik begrepen word, is dat voor
mij voldoende hulp.
Spreek ik nu enkel voor en over de z.g.
indische Nederlander of geldt dit ook
voor al die verbijsterden en verdrietigen
uit kampen in Duitsland, Rusland, China,
Vietnam. Mensen, die daar overleefden
en al die anderen, die geteisterden uit
landen waar de oorlog verwoestend
overheen is gegaan.
Er is een verschil.
leder, die in een kamp gezeten heeft,
kent zijn beulen en heeft de genoegdoe
ning gekend, deze na de oorlog veroor
deeld te zien. De Indische (ex-) geïnter
neerde heeft de wereld op zijn kop ge
draaid, teruggezien na zijn vrijlating en
bevrijding.
Oorlog, interneringskampen, misbruikt
en verpauperd, kijkt hij diegenen in het
gelaat, wiens zaak hij dacht te dienen en
krijgt toegesnauwd: Nou ja!, wat had je
daar in dat Indie ook te zoeken? Er is
met anderen erger gebeurd.
Dan ook nog dat gezeur dat Hirohito
jullie beul is geweest. De man was
slachtoffer van de omstandigheden en
tot die omstandigheden behoorden ook
jullie uit de jappen-kampen.
Het KZ-syndroom is de uitzondering op
de regel, dat alleen ongelukkigen met
een verwoeste jeugd (incest, mishande
ling, misbruik) bij de psychiater terecht
komen, maar ook diegenen, die een in
tens gelukkige jeugd hebben gekend.
Alle pijn, alle vernederingen, alle verlies,
je hele verwoeste verleden en het on
dragelijke besef, dat het nimmer meer
kan worden zoals het was. Ontken zulke
dingen niet.
Niet meer zwijgen.
Niets meer verbergen.
Niet meer wegstoppen in je ziel. Niet
meer de onechtheid van de facade.
Nimmer meer de leugen.
De slachtoffers hebben te lang gezwe
gen. De stom gedragen pijn is niet meer
te torsen.
Zonder verleden ben ik niemand.
Luister naar mij en luister in ootmoed.
Ken jij deze verhalen over lichamelijke
pijn, de destructie van de ziel en het
diepe verdriet over al dat verlorene en
kel van horen-zeggen, wend je niet af in
onbegrip.
Ik ben geen clown, die zichzelf schopt en
pest en tart om de aandacht en voor een
lach. Lachen zoals ik dat vroeger deed,
heb ik allang verleerd.
Lach niet om mij, maar tracht te lachen
met mij. Hoor mijn klacht en probeer te
begrijpen, oprecht begrip, want voor
hulp is het te laat.
Er is een land welk zich slingert om de
evenaar, bloemrijke taal van Multatuli en
dat historisch verbonden is met Neder
land en dat zijn stempel heeft gedrukt op
alle Nederlanders, die daar geboren
werden of er voor langere tijd verble
ven. Een zeer herkenbaar stempel.
Lacherige, vriendelijke, praterige maar
ook trotse mensen. Hun gekrenkte trots
maakte hen tot zwijgzame mensen. Indië
is ons historisch verleden en wij weten
als vanzelfsprekend dat "degenen, die
hun verleden ontkennen, geen toekomst
hebben".
Robert Penn Warren's literaire vondst
maar onze waarheid. Er is nooit ont
kend.
Maar er is te lang gezwegen en te lang
zwijgen lijkt op een ontkennen.
Wij allen hebben dat gedaan, zijn blijven
zwijgen over het bestaande onbestaan
bare, "zoiets" overkomt geen mens.
Nog steeds zwijgen wij, misschien op
een andere wijze, bijvoorbeeld verstopt
achter de niemendallen van alledag. Er is
immers niets zo ontluisterend om te
moeten zeggen en te bekennen: Ik kan
mijn verleden en dus mijn heden en mijn
toekomst niet meer dragen. Help mij!?
Wie? Hoe?
Helpt het soms een klein beetje door
dat zwijgen te doorbreken? Ik weet het
niet. Ik weet het nog steeds niet.
Er is een oud en kreupel Engels kinder
versje, dat in een paar regels vertelt van
het onherstelbaar verdriet van mensen,
die hun land verloren, vernederd en be
spot werden daarom en enkel het puin
overhielden van hun waardigheid en nie
mand ter wereld, die hen helpen kon.
Alles weg, alleen de stukken en brokken,
de splinters en scherven resten nog.
Voor altijd alles kapot.
De overlevenden van al dat onheil zijn
de beklagenswaardigen.
All the Kings horses
and all the Kings men
never could make
Humpty, Dumpty together again.
Humpty Dumpty is het KZ-syndroom.
Bizar, pathetisch, tragisch. Bijna altijd on
geneeslijk ziek. Altijd de littekens.
Humpty Dumpty is de overlevende en
dus de beklagenswaardige. Niemand kan
helpen, lijmen helpt niet meer, de bars
ten blijven zichtbaar.
Wij uit ons Indie, die samen met Humpty
Dumpty "van het hek zijn gevallen",
worden nooit meer heel, blijven altijd
vol barsten.
Een kampziekte-syndroom maakt niet al
leen de overlevende van de verschrikkin
gen van het kamp of van de gevangenis
tot slachtoffer en tot patiënt. Ook de
opgeslotene in zijn ziel. De gevangene
van zijn geweten.
Zij ook kennen de ziekmakende, soms
dodelijke symptomen van het KZ-syn
droom. De slachtoffers en hun beulen, ik
heb ze allen gekend. Een enkele heb ik
kunnen helpen. De een met liefde, de
ander mijns ondanks.
De mensen waarvan men dacht dat het
oude oorlogsleed oorzaak was van de
klachten, die zij hadden, kwamen met
verhalen, die lang, heel lang geleden wa-
18