i m In Nederland noemt men een bandjir "wateroverlast". In Indonesië heb je verscheidene soorten bandjirs. De gewone bandjir ontstaat door zwaar noodweer. De "bandjir bandang" (snelstromende bandjir). Bandjir ontstaat gewoonlijk doordat de rivier(en) buiten de oevers treden. Het sleurt alles in de omgeving in een hoge snelheid met zich mee. Het ergste wat men kan hebben. Dan heb je ook de "bandjir kiriman (gezonden bandjir). Door vele regenbuien in hoger gelegen steden komen de rivieren vol te staan en stromen zodoende naar lager gelegen steden. Jakarta b. v. krijgt vaak een "bandjir Kiriman van Bogor. Het hoeft dus niet in Jakarta te regenen om toch een bandjir te krijgen. BANDJIR Door Elaine Op een grauw bewolkte middag keek ik uit het raam van mijn kantoor. Het zou direct gaan regenen en dan weer een bandjir natuurlijk. Een somber vooruit zicht. Toen de eerste druppels vielen om daarna te verergeren tot een fikse bui, zag ik reeds de kinderen met pajungs naar de uitgang van het kantoorgebouw rennen. Wie toevallig geen pajung bij zich heeft en droog wil blijven kan zo'n pajung huren voor een paar hon derd rupiah. Uit medelijden gaf je meestal iets meer aan deze kinderen. Ze proberen op allerlei manieren wat zakgeld te verdienen. Het kantoor was bijna leeg. Slechts de office boys ble ven nog na om de boel schoon te ma ken en alles op te ruimen. Op zulke dagen voelde ik er niet veel voor di rect naar huis te gaan, want het was onbegonnen werk om nog in de bus te kruipen. Die waren altijd stampvol doordat alle motorrijders hun motor ergens herbergden en gebruik maak ten van het openbaar vervoer. De taxi's waren meestal onzichtbaar. De meeste zaten vast in de files. Zo doende wilden de meeste taxi's maar korte afstanden rijden. Jakarta staat bekend om de enorme files, en in de regentijd is het een complete chaos. Soms kon geen enkel voertuig meer vooruit, vooral als de machine vastliep vanwege het water. Bij toeval kon ik toch een taxi krijgen die bereid was mij tot Blok M in Kebayoran Baru te rijden. Nog voordat wij Kebayoran Baru bereikten liep de taxi vast. Pech! "Wah, gimana nih!" zuchtte de chauffeur wanhopig. (Hoe moet dit!). Aan de kant van de weg stonden ge woonlijk jongeren die hun diensten aan boden vastgelopen voertuigen naar de kant te duwen. Terwijl de taxichauffeur nog pogingen deed de machine aan de praat te krijgen, wenkte ik naar een paar jongeren en gebaarde om de taxi naar de kant te duwen. Met z'n vijven kregen ze de taxi aan de kant naast een kleine berm en hielpen mij uitstappen. Een kleine jongen hield mij reeds een grote 28 pajung boven het hoofd. De taxichauf feur wilde de jongeren betalen, maar ik zei hem dat ik het wel zou doen. Die man had het moeilijk genoeg in zo'n si tuatie. "Antar saya ke warung yang terdekat", zei ik tegen de kleine jongen van de pajung die bibberend in de regen achter mij stond. (Breng mij naar de dichtsbij- zijnde waroeng). Hij knikte en ging mij voor naar een kleine waroeng waar het ook vol was met schuilende mensen. De kleine jongen kon nog net een plaatsje voor mij bemachtigen. Het was wel hele maal achterin dicht bij de keuken. Een beetje ongeriefelijk, ofschoon lekker warm. "Tidak masuk angin?" vroeg ik het jongetje hem wat geld gevend (Vat je geen kou?). Hij schudde zijn hoofd en vloog weg met zijn pajung opnieuw zoekend naar een klant. De regen hield aan tot bijna 19.30, dus besloot ik tegelijk wat te gaan eten. Bepaald zindelijk leek deze waroeng ook niet, doch ik voelde er weinig voor bui ten de regen af te wachten. Daarom be stelde ik nasi soto en warme thee. Ge lukkig, de smaak viel mee. Onder het eten dacht ik eraan hoe ik in hemels naam thuis moest komen. Opeens stond die kleine jongen weer voor mij. "Ibu mau kemana?" vroeg hij klappertandend (Waar wil je naar toe?) "Kebayoran Lama", antwoordde ik hem. "Disitu ada omprengen yang mau ke Kebayoran Lama", en hij wees naar bui ten. (Buiten is er vervoer naar Keba yoran Lama). Omprengan is een particuliere wagen die tegen iets meer dan de gewone bussen mensen verplaatsen. "Saya ikut", zei ik kort. "Cari tempat untuk saya". (Ik ga mee. Zoek voor mij een plaats). Ik at vlug af, betaalde en verslikte mij ook nog in mijn thee. De colt pick up was bijna vol. Weer gaf ik de kleine jongen geld. Toch een lief kind, dacht ik. Hij had geholpen mij de pick up in te trekken, omdat deze tamelijk hoog was en ik uitgerekend een spanne rok droeg. Ik kon mij beter rok- broeken aanschaffen, die waren veel voordeliger. De colt kwam wel in de Kebayoran Lama regio, alleen niet in de buurt waar ik woonde. Er ontstond een ho peloze file van allerlei soorten voer tuigen, die in geen geval van plan wa ren vooruit te komen. De Kali Pessangrahan was uit z'n oevers ge treden en bezorgde een enorme bandjir. Hoe kom ik nou thuis! dacht ik wanho pig. Van de omstanders hoorde ik dat ook de parallelweg onder water stond, zelfs nog erger dan hier. In een woon complex nabij Tanah Kusir was het wa ter bijna twee meter hoog. Daar moes ten ze met rubberboten wegkomen. Wat nu? Door het water? Dat was hier bijna een meter hoog. Ik was doodsbang voor ongedierte, zoals kikkers, kepitings (kreeften) en slangen. Hun holen liepen vol door het water, daardoor kwamen ze naar boven om ook hun eigen files te vormen. Ik moest er niet aan denken dat er een slang mijn benen zou omhelzen. Wat een toestand! Vastgelopen voertui gen werden naar de kant geduwd Men sen die probeerden met hoge trucks

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 30