PELITA i INVENTARIS COLLECTIE G.P. ROUFFAER KERST en NIEUWJAARSWENSEN 91/92 wegnemen. Deze uitspraken van de minister wa ren het directe gevolg van het gesprek dat op 26 augustus jl. heeft plaatsge vonden tussen een aantal Indische or ganisaties en een delegatie van het ka binet (zie Moesson van 15 september jl.). In haar toespraak zei de minister ook dat kennis en inzicht moet worden verkregen in de sociaal-culturele ach tergronden van mensen uit Indië. Te hopen is dat deze minister deze nood zaak zal ondersteunen met subsidies aan Indische organisaties die tot doel hebben om het leven en werken van Indische mensen in de vorm van docu mentatiecentra te bewaren. Tot nu werden subsidie-aanvragen altijd met drie regels afgewezen. En het is al meer gezegd: Indië was werkelijk méér dan oorlog en Indische mensen zijn méér dan uitkeringen. Red. (Foto: Hans v.d. Hoeven) Op I oktober jl. werd aan de Javastraat 52 te Den Haag het nieuwe pand geo pend van de Stichting Pelita, de Indische organisatie voor hulpverlening aan de getroffenen van de oorlog met Japan en de bersiapperiode. Drs. Hedy d'Ancona, minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur zei in haar toespraak onder meer dat door de Pensioen- en Uit- keringsraad een onderzoek wordt ont wikkeld voor medisch onderzoek door deskundigen naar de gevolgen van de oorlog bij de eerste generatie Indische oorlogsgetroffenen. Verder zei de be windsvrouw dat in overleg met Indische organisaties bezien zal worden in hoe verre de bestaande uitkeringswetten voor oorlogsgetroffenen (WUV, WUBO en WIV) niet voldoende zijn toegesne den op de situatie in het voormalig Ne- derlands-lndië en in hoeverre het opne men van een "Indische paragraaf' in deze wetten knelpunten zou kunnen Enige tijd geleden verscheen bij het Ko ninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden een uitgave, sa mengesteld door Dorothée Buur, die werkzaam is als documentaliste/ archiviste bij de Afdeling Documentatie Geschiedenis Indonesië van bovenge noemd Instituut. Een alleszins verdien stelijke uitgave, waarmee voor het eerst een systematisch overzicht wordt gege ven van het omvangrijke archief dat de geleerde Rouffaer aan het Instituut schonk. De beschrijving van de collectie Rouffaer omvat 189 inventarisnummers, is verdeeld over de rubrieken "Eerste reis", "Tweede reis", "Batik", "Manu script-artikelen", "Verschillende onder werpen" en "Persoonlijke stukken". Het werk wordt ingeleid door een le vensbeschrijving van Dr. Gerret Pieter Rouffaer (1860-1928). Rouffaer, die aan vankelijk de ingenieursopleiding in Delft volgde, vertrok in 1885 voor een ple zierreis naar Ned.-Indië, welke reis ech ter uitgroeide tot een verblijf van vijf jaar, dat werd gebruikt voor weten schappelijk onderzoek. Zijn onderzoek richtte zich vooral op de oudere ge schiedenis en talen van de archipel. Hij maakte aantekeningen van alles, wat hem belangrijk voorkwam, verzamelde een enorme hoeveelheid materiaal en deed talrijke publicaties over de meest uiteen lopende onderwerpen het licht zien. In de wetenschappelijke instellingen die zich bezig hielden met de studie van de toenmalige koloniën, speelde hij een vooraanstaande rol. Hij was jarenlang adjunct-secretaris van het Koninklijk In stituut voor Taal-, Land- en Volken kunde van Ned.-Indië en redacteur van het tijdschrift Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.-Indië. Zijn verdiensten voor de wetenschappe lijke bestudering van Ned.-lndie vonden in 1921 erkenning met een eredoctoraat van de Universiteit van Leiden. Rouffaer was een bijzonder veelzijdige, unieke persoonlijkheid die het als zijn le venstaak zag om zoveel mogelijk over Ned.-Indië na te vorsen, te beschrijven, te inventariseren en te catalogiseren. Zijn rusteloze energie maakte, dat hij zich met zoveel onderwerpen tegelijker tijd bezighield, dat een aantal studies niet kon worden voltooid. Hij schreef o.a. vele bijdragen voor de encyclopedie van Ned.-Indië. Ook in de tegenwoordige tijd blijft het wetenschappelijk werk van Rouffaer van belang en worden zijn publicaties door wetenschappelijke onderzoekers in bin nen- en buitenland geraadpleegd. Hij be hoort tot de "klassieken" van de indologiestudie. Ch.M. 105 Pagina's, bibliografie van Rouffaer en literatuuropgave, illustraties en kaart. Prijs 15,-- Te bestellen door overmaking van 19,50 (inclusief portokosten voor Ne derland) op girorekening 17232 van KITLV onder vermelding: Inv. Rouffaer, Afd. DGI. Of af te halen bij KITLV, Reuvensplaats 2, Leiden, tegen contante betaling van I 5,~ I» Ook dit jaar weer de traditionele Kerst- en Nieuwjaarswensen in ons decembernummer waarvoor u de keuze hebt tussen: a. een eigen tekst van maximaal tien woorden exclusief naam en adres. Kosten 6,50. S Tl b. Uw naam en adres, zonder aparte tekst,want daarvoor zetten we een ge meenschappelijke heilwens. Kosten 3,50 Wilt u met de opgave van uw naam niet te lang wachten, de sluitingsdatum is 22 november a.s. U kunt per giro opgeven en volstaan met de vermelding van: Heilwens. Wilt u een andere naam dan die op uw giro staat (b.v. voornaam voluit) dat dan wel duidelijk vermelden. Giro als gewoonlijk adresseren aan Tjalie Robinson BV (Moesson), Prins Mauritslaan 36, 2582 LS Den Haag, Postbankrek. nr. 6685. 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 7