O DE STAAT, DR. L. DE JONG EN INDIË op papier". Hoogstens schijnt het dan slechts mogelijk te zijn dat het traject van de Grote Postweg van Buitenzorg naar Bandung en nog een eindje verder, aan Daendels toegeschreven mag wor den, maar dat de voltooiing ervan in de ambtstijd van latere G.G.'s werd ver richt. Wat ook de waarheid omtrent Daendels en de Grote Postweg mag zijn, een an dere vraag blijft nog onbeantwoord. Dit betreft het tracé van de weg vanaf het uiteinde in het westen tot Panaroekan in het oosten. Over dit onderwerp blijken de meningen scherp verdeeld. Het staat met zekerheid vast, dat er noch in Tegal, noch in Semarang aan de noordkust een Grote Postweg bestaat. Sommigen beweren dat de weg na Bandung naar het zuiden loopt, bijna tot aan Cilacap, om dan naar het noorden af te zwenken, dwars door het hart van Java. Indien dit zo is, dan is het zeker dat Daendels dit deel niet heeft aangelegd, want de gesteldheid van het terrein zou dat totaal onmogelijk hebben gemaakt, gezien de tijd die hem ter beschikking stond. De route langs de noordkust is ook onwaarschijnlijk, want dit zou het overbruggen van talrijke rivieren hebben gevergd. Kortom, de route die de weg genomen heeft, blijft even raadselachtig als de feiten die samenhangen met de aanleg ervan. D.J. VICKERY, Boston, Lines., England. 1) Raffles, Sir Stamford. The history of Java. O.U.P., Kuala Lumpur, 1978. 2) Van't Veer, Paul. Daendels; Maar schalk van Holland. De Haan, Zeist, 1963. 3) Schrieke, B. Indonesian sociological studies. Sumur, Bandung, I960. Noot Ch.M.: Voor de waardevolle aantekening bij het artikel over Daendels in Moesson no.2, zijn wij Mr. Vickery zeer erkentelijk. Het werpt een nieuw licht op het verloop van de aanleg van de Grote Postweg. Ook Dr. Th. Stevens stelt in zijn bijdrage "De Postweg van Daendels: een vraag stuk" in het boek Herman Willem Daendels 1762-1818 (pag. 71-76), dat "het idee van de aanleg van een weg van duizend kilometer lengte, binnen de tijd van één jaar, bij een nuchtere beoorde ling twijfel oproept aan het betrouw baarheidsgehalte van deze steeds weer herhaalde bewering". Hij komt tot de conclusie dat het slechts gaat om de aan leg van een verbinding tussen Tjiseroea (iets ten oosten van Buitenzorg) en Karangsambong (30 kilometer westelijk van Cheribon), een afstand van ongeveer 150 kilometer door bergachtig terrein. Dit traject werd aangelegd onder leiding van de chef van de genie, kolonel Lutzow, door elfhonderd man arbeids krachten, die deels ter plaatse gerecruteerd, deels van elders kwamen. Hoe moet het ontstaan van de rest van de Postweg beoordeeld worden? Wat betreft het verder oostwaarts doortrek ken, hiervoor werden plaatselijke Javaanse bestuurders verordonneerd be staande wegen geschikt te maken voor ieder soort van vervoer. Dit werk werd in herendiensten verricht onder leiding van Javaanse bestuurders. Het ging hier bij vaak om reeds lang bestaande wegen, die in een verbeterde staat werden ge bracht. Stevens concludeert, dat van het aanleggen van een aaneengesloten traject over geheel Java, de Grote Postweg, dan ook geen sprake is geweest. Dr. H.J. de Graaf (Geschiedenis van In donesië, pag. 364), die overigens de communis opinio volgend, vermeldt dat de Grote Postweg over de gehele lengte van Java in één droog seizoen werd aan gelegd, spreekt van de verbinding van reeds bestaande stukken. Het proces dat het Comité Geschiedkundig Eerherstel Nederlands-indië (GENI) te gen de Staat der Nederlanden heeft gevoerd, lijkt al tot een ver verleden te behoren. Waar ging het toch ook weer over? Het antwoord op deze vraag verschijnt medio- februari 1992 in boekvorm onder de titel "De Staat, dr. L. de Jong en Indië". In dat boek worden de belangrijkste processtukken opgenomen, alsmede een beschouwing over het hoe en waarom van het unieke proces van Indische particulieren en organi saties tegen de negatieve rijksgeschiedsschrijving over het vooroorlogse Nederlands- indië. Te zijner tijd zal er nog uitgebreid op worden teruggekomen in Moesson, nu willen we even kijken naar een wat minder serieuze maar wel kostelijke interpreta tie van het proces. Red. I I

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 11