16 Voorgalerij Heuvel Tanah Abang nr. 146 Achtergalerij Heuvel Tanah Abang nr. 146 in het begin van de eeuw daar op groeide, kon uren vertellen over haar belevenissen. Haar slaapkamer, de zogenaamde "Meisjeskamer", grensde aan de rand van de Pasar. Als ze 's avonds vroeg in bed lag, sloop ze vaak stiekem het huis uit met haar broertje Piet op weg naar de Pasar. Daar was dan altijd wel een vriendelijke waronghouder die hun gratis een heerlijk glas stroop of Tjendol gaf. En soms was er weieens een lekker stuk Roti Koekoes of Kwee Talam. En daarna natuurlijk stilletjes terug- sluipen naar huis en via het slaapkamer raam weer naar binnen. Overdag was het heerlijk vertoeven op het voorerf onder de grote waringin- boom en de koningspalmen. Bij de in gang van het huis, vlak voor de voor galerij, stonden twee stenen leeuwen. Als kind kon je er achterop zitten en dan had je een prachtig uitzicht op de Tanah Abang West, de weg die vanaf de Heuvel naar beneden liep richtilng Rijswijk en Koningsplein. Het spannendst was wel de tram die met regelmaat voorbijreed. Lijn 4 vertrok vanaf Pasar Tanah Abang met eindbestemming Benedenstad. Je kon hem al van ver horen komen. Met rinkelende bellen en lawaai kwam hij voorbij; daarachter een grote wolk van Familieportret in de tuin van Heuvel Tanah Abang nr 146, met o.a. Wim van Garderen (geheel rechts), Lien de Nijs Bik (in het midden), Welly van Garderen (staande rechts van achteren) en Her Verbeek Wolthuys (links naast Welly van Garderen). (foto 20 februari 1927) opwaaiend stof. Rustig kakelende kippen, die scharrelden tussen de tramrails, schrokken zich dan een hoedje en kon den al rennend en halfvliegend nog net op tijd de tram ontwijken. De tram zelf leek wel een grote massa van zwetende lijven die half uit het voertuig hingen. Een licht gegil klonk als de tram op de Heuvel, vlak voor het erf van het land goed, de scherpe bocht naar rechts maakte om vervolgens met een nood- snelheid de weg naar beneden af te rijden. Een ander leuk evenement was altijd het Nieuwjaarsfeest. Op die dag kwamen de pasarbewoners en tokohouders de be woners van het landgoed een geluk kig nieuwjaar wensen. Dat heeft tot het eind van de jaren dertig geduurd. Het was eigenlijk meer een eerbe toon aan de gewezen relatie zoals die bestond ten tijde van landheer Pieter Albert. De tokohouders overhandigden dan vaak een Kwee Tjina: een lichtbruine machtige koek verpakt in daon pan- dan. Dit smaakte dan voortreffelijk met kopi toebroek. Om klokslag middernacht luidden alle klokken in Batavia. Traditioneel loei den de scheepshoorns in de haven van Tandjoeng Priok. Dat was zelfs duidelijk te horen op Heuvel Tanah Abang, hoewel de Heuvel op zo'n acht kilometer van de haven lag. Op Oudejaarsavond hing mijn over grootvader altijd een zogenaamde "Martjon Tamboer", een rits van voetzoekers (Renteng Martjons), in de grote waringinboom op het erf. Aan het einde van die slinger bevond zich een dubbelgrote klapper die een geluid als een bom produceerde. Exact om middernacht werd de Martjon Tamboer van onderen aan gestoken. Het was een reusachtig ge knal van al die voetzoekers die achter elkaar afgingen. De slotknal was dan extra hard, waarna de champagne flessen ontkurkt werden.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 16