mengestelde koolhydraten (volkoren brood, graanprodukten), vezel van vooral de bladgroente, de natuurlijk voorkomende suikers (b.v. honing) en een minimum aan zout en alkohol. Mensen hebben in hun fysiologisch sys teem de potentie om eiwitten d.w.z. het dierlijk eiwitmolecuul zelf te maken. Een vegetariër weet daarom heel goed, wat hij doet. Ons lichaam kan echter geen plantaardige eiwitten produceren en krij gen wij deze niet voldoende via ons eten toegevoerd dan worden wij ziek en gaan we dood. Toch is het niet zo dat wij totaal geen dierlijke eiwitten nodig hebben maar een (flinke) beker melk en een (grote) kop yoghurt per dag zal voldoende zijn, niet alleen voor de nodige (dierlijke) eiwitten maar ook voor de nodige mineralen. Verschrikkelijke televisiebeelden kan men bijna dagelijks zien, wat eiwittekort met mensen doet. Het zijn vooral de kleine kinderen, die onder zo'n tekort ernstig te lijden hebben. Kwashihorkop is een syndroom veroor zaakt door een algemeen voedingste kort. Broodmagere lichaampjes, bol ronde buikjes en het tot bijna blond ver kleurde haar. Marasmus wordt veroorzaakt bij kinde ren, die een ernstig eiwittekort hebben. Huid- en haarafwijkingen ontbreken maar de kinderen zijn levende skeletten, het onderhuidse vet ontbreekt, er ont staat een niet meer goed te maken ach terstand in groei en intellectuele ontwik keling. Wat nu hebben wij "nodig" in ons dieet? In de eerste plaats dus eiwitten, maar ook vetten en koolhydraten, vitamines, sporenelementen en vezels en dan na tuurlijk moet dat voedsel voldoende calorieën opbrengen. In dat zogenaamde Westerse dieet, is een hoeveelheid van 900 a 1000 calorieën per dag voldoende (en bevat voldoende "bouwstoffen" voor dikkerds om af te slanken, het be tekent ook gewoon een beetje honger lijden. Maar wat doen wij in dit steenrijke Eu ropa "vol" met klagende, kliemende en drensende inwoners nu de dag verdeelt in autochtonen en allochtonen. Wij doen dagelijks een aanslag op ons le ven door te vet, te veel, te schraal en te eenzijdig te eten. Fast food, diners uit de muur, kant-en-klaar-eten bij de Chinees of bij de Indische toko of ge woon te veel en te goed in peper dure restaurants. In dit land wat mijn "broeder in het vers" de dichter "de Genestet" heeft be zongen als een van mest, mist, over schoenen en vuile koude regen en (ook) zeker niet op mijn verzoek ontworsteld aan de zee, weten wij er ook goed weg mee wat dat eten en drinken betreft, te goed en te veel! Laat ik een paar "voorbeelden" de revue passeren. Eerst dus dat copieuze ontbijt, dan de lunch, dat kan heel snel en be scheiden om daarna weer aan het werk te gaan. Om daaraan te ontsnappen heb ben wij een werklunch uitgevonden en dan beginnen wij bijvoorbeeld met een koude paprikasoep met komkommer of een Griekse salade en daarna een ge kookte snoek met peterselieboter of een portie mosselen in ui-kervelfond en dat spoelen we weg met een paar glazen Pinot blanc. Maakt u niet kwaad en u zegt dat u dat niet doet en niet kan betalen, maar de "captains of industrie" en onze "bestuur ders uit Den Haag doen dat dagelijks en u en ik hebben die veel vraten daar op die plaats gezet en wees eens eer lijk, wij met ons allen doen dat "een beetje" en daarom zeggen wij zo makkelijk "laat maar deze". Nou dan. Maar ik ga nog even verder, wat wij met ons allen zo lekker vin den en dat ook gedogen, om eens zo'n mis selijk makend woord van vandaag te gebrui ken. Diner, het avondeten, met de hele familie aan tafel en dan wordt er "geta feld". Heel lang, heel gezellig, heel geluk kig en zo heerlijk. We beginnen met een aperitief, dan één of twee voorgerechten en dan de hoofdmaaltijd, waarvan een tweede of derde portie kan worden ge vraagd, dan het dessert met een digestief en koffie en bonbons. Zo eten wij na tuurlijk niet elke avond, maar wel vaak en de jonge carrière-makers met hun ge zinnen te vaak. Te vaak en te veel, nogmaals dat doen wij met ons allen. Maar ik zou voorbeelden geven. We ne men een soep vooraf. Wat gedacht van een wijnbouillon, een coup de médecin, zeggen de Fransen terecht, want kan je niet slapen dan is een grote, goed ge kruide kop warme bouillon, waarin een glas rode wijn een Médoc of een Saint Emillion van de jaargangen '85-'88 - een probaat middel. U kunt ook een Portu gese vissoep (Caldeira a Fregateira de Lisboa) nemen, vreselijk moeilijk uit te spreken en nog moeilijker te bereiden. Daarna oesters in wijnsaus of kalfsnieren met sherry (Rofianes al Jerez zeggen ze (lees verder volgende pagina)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 19