AARDEWERK
INDUSTRIE
in Bandjarnegara.
Hotel Johannes
maken van hotelporselein. Deze fa
briek lag in de buurt van Toeban, en
kele uren rijden met de auto van
Soerabaja. Het werd een goed
draaiende fabriek en een jaar later
kwam hij weer terug naar Bandoeng
en het lab.
Niet lang daarna kreeg hij de opdracht
om een aardewerkfabriek op te rich
ten in Bandjarnegara voor bevolkings
aardewerk. Dat aardewerk kwam nor
maal uit Japan en er moest nu gecon
curreerd worden. De verkoopprijs werd
een cent goedkoper gesteld. De
aanloopverliezen zouden gedekt worden
door het Stichtingsfonds Klein Nijver
heid. Dat betekende een drievoudige
boekhouding. Ik herinner mij dat er op
een keer een brief kwam uit Batavia om
dat er een verschil van vijf cent was ge
constateerd tussen de boeken op het
bedrijf en die ten departemente. Vader
pakte een briefkaart, schreef erop "Ben
bereid te betalen", en stuurde dat linea
recta terug. Hij heeft er nooit meer wat
over gehoord.
Het van de grond af opbouwen van een
bedrijf waarbij jij de enige bent die weet
hoe het moet, is niet eenvoudig. Alles
moet de mensen eerst worden geleerd.
Bijvoorbeeld bij het metselen van de
Bezoek van de Soesoehoenan.
oven, hoe vuurvaste stenen anders dan
gewone stenen verwerkt moeten wor
den. Deze vuurvaste stenen werden ver
kregen uit een niet meer in werking
zijnde suikerfabriek. De smid moest ge
leerd worden hoe de ijzeren ringen te
smeden voor rond de oven. Draaischij
ven werden gemaakt en aan honderd en
één kleine en grote zaken moest aan
dacht worden geschonken. Het perso
neel werd in alles opgeleid. De klei werd
aangevoerd door de vrouwen die 's
morgens vroeg met een mand met klei
naar de fabriek kwamen, daar geld voor
kregen en dat weer op de pasar konden
besteden.
De woning op het terrein werd betrok
ken door de heer en mevrouw Lehmans,
een jong echtpaar. Hij was opgeleid op
het lab en zij hielp mee bij de ver
koop in het winkeltje. De hoofd
verkoop was voor Java door het de
partement in handen gegeven van een
Indische eigenaar van een toko in
Bandoeng met Japans personeel.
Omdat vader het hele jaar door bij
de fabriek nodig was, kwam hij alleen
de weekenden thuis. De grote
vacantie brachten wij in Bandjar
negara door in hotel Johannes. Met
plezier denk ik aan die vacanties te
rug. Heb me daar nooit verveeld.
Mijn ouders gingen wel met de auto
met mijn broer en mij op stap, naar
het Diengplateau, de Boroboedoer,
Jogja, in Wonosobo naar de kerk, in
Poerwokerto (75 km afstand) naar de
bioscoop of de kapper, en andere
tochten. Mijn broer en ik gingen met
de heer Marleen, broer van de
eigenaresse van het hotel, op tjeleng-
jacht. Soms ook met anderen erbij.
Ook gingen wij wel met gasten mee,
Mijn vader ging in 1917 voor het eerst
naar Indië. Het was eerst de bedoeling
dat hij via Rusland en Siberië zou gaan,
maar er ging toch nog een schip naar
Amerika en daar kon hij op meevaren.
Zo is hij er via die kant van de wereldbol
gekomen en is hij niet in de Russische
revolutie beland. Die reis is een verhaal
apart.
Na eerst bij een particulier bedrijf ge
werkt te hebben, met de handschoen te
zijn getrouwd en terug te zijn geweest in
Nederland, kwam hij te werken op het
keramisch laboratorium in Bandoeng.
Opgegroeid bij een dakpannenfabriek
was hij nu op zijn plek.
Behalve aan kleionderzoek werd ook
aan bevordering van de inheemse steen-
en dakpannenfabricatie gedaan. Mede in
het kader van de pestbestrijding werd
aan het vervangen van de atap dak
bedekkingen met het mogelijke onge
dierte erin,door pannen,aandacht ge
schonken.
Ook aan de aardewerk-industrie van de
bevolking, zoals bijvoorbeeld in Plered,
werd hulp geboden.
Terug van verlof in I 935 werd mijn va
der door het gouvernement uitgeleend
aan de Ned.Ind.Chamotte klei-industrie
voor de bouw van een fabriek voor het
22