Een weekend op BATU BANTAR, BANTEN Wanneer je reeds op alle recreatieplaatsen bent geweest zoals Puncak, Cibodas, Cipanas, Taman Safari, e.d., verlang je toch ivel eens naar wat anders. Ja, maar wat?! Mijn collegaatje, Siti, nodigde mij op een keer uit om met haar mee te gaan naar baar ouders in Batu Bantar, Banten. Bij voorbaat zei Siti dat haar ouders er erg primitief en ouderwets leven. Dus mocht ik besluiten mee te gaan, ik mij moest behelpen met wat er was. door Elaine sen zwom "Dit is mijn neef', wijzend op een jonge man, "Hij rijdt rustig". Ik zuchtte on hoorbaar. Ja, het zal wel moeten, ander vervoer was er niet. "Hati-hati, ya!" waarschuwde ik alsnog, terwijl ik achter op de motor kroop. "Straks ben jij reeds op de plaats van bestemming en ik hang ergens aan een struik langs de weg". De jongeman grinnikte en knikte. In dit gebied was het moderne ver te zoeken. Je zag geen luxe bungalows of huizen. Langs de weg stonden heel een voudige huisjes. Sommige van hout met gevlochten bamboewanden. Weer ande ren van hout op paaltjes. Verder zag je sawahs en ladangs afgewisseld door open velden begroeid met klapper bomen, wilde ananas, singkongplanten, bamboebosjes en andere gewassen, waarvan ik de namen niet wist. De mo tor odjek reed een vrij groot erf op om voor het huis stil te staan. Ik verbeeldde mij in de vooroorlogse tijd te zijn be land. Alles was zo primitief en ouder wets, dat hield je niet voor mogelijk, vergeleken met Jakarta en andere grote steden. De ouders van Siti kwamen ons begroe ten en leidden ons het huis binnen. Voor één ogenblik had ik mijn tong verloren en kon die met moeite weer in beweging brengen. Het huis Met een bus vertrokken wij vanuit Grogol richting Banten naar Batu Bantar. Zaterdag was het meestal vrij druk. De meesten gingen de stad uit, van alles met zich meenemend in tassen, manden, e.d. Toen ik wou zitten, trapte ik per onge luk op de poten van vastgebonden kip pen, die onder de bank lagen. Kippen kwaad kakelend natuurlijk en ik lam ge schrokken op de bank neerploffend. Siti lachte hardop. Mijn hemel, wat een zooitje! Dat alles moest nu in deze bus, een volksbus. Schuin achter mij had een jongen een klein geitje op schoot in een mand van gevlochten klapperbladeren. Zo juist zag ik een man instappen met een perkoetoet in een kooi. Ook dat nog, dacht ik. Siti zag mijn benauwd ge zicht. "Er gaan geen betere bussen die richting uit", lachte ze verontschuldi gend. Ik knikte slechts en zweeg maar wijselijk. Tenslotte had ik haar uitnodi ging aangenomen om een weekend naar haar ouders te gaan met alle consequen ties van dien. De rit duurde drie en een half uur en dan waren wij nog niet op de plaats van bestemming, want de bus stopte aan de grote weg. Wij moesten met een odjek (motorfiets) verder, ongeveer twee kilo meter langs een smalle weg. Ik was niet gewend bij een vreemde achter op de motor te zitten. Siti stelde mij gerust en zei: leek op een landhuis omgeven door een enorm erf begroeid met vruchtbomen, planten en struiken. In de achtertuin be vond zich een grote vijver waar goerami's en grote goudvissen werden gekweekt. Verderop stonden de hokken van allerlei soorten dieren: kippen, gan zen, kalkoenen, geiten, konijnen, koeien, karbouwen en.... teveel om op te noe men. Links, rechts en achter grensde het huis aan sawahs met de bergen op de achter grond. Een pracht gezicht was het. Ik moest vaker naar zulke plaatsen gaan, dacht ik. Dit huis had vijf grote kamers waarvan ik de voorkamer kreeg. Behoedzaam maakte ik de deur open, toch wel nieuwsgierig hoe het er van binnen uit zou zien. Een ijzeren bed uit grootmoe ders tijd domineerde de kamer. De kap tafel met bijbehorende stoel dateerde zeker ook uit diezelfde tijd, eveneens de klerenkast. Aan de muur hing een rottan mattenklopper. Alles was goed onder houden en brandschoon. Ondanks de eenvoud was het een gezellig huis. Neen, dat tref je niet meer in Jakarta. Ik wou mij eerst wat gaan opfrissen en begaf mij naar de badkamer, me intussen afvragend hoe die er uit zou zien. In een vrij grote mandibak stroomde het water, van de put gepompt, in een dikke straal naar binnen. Een paar goudvis-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 34