VREMDEN
Japan, hoe is dat te rijmen?
u
II
MAAR ZIJN HART
IS HIER ACHTERGE
BLEVEN"
Janus is de boer, bij wie ik af en toe een
jong haantje betrek of een malse maïs-
kip, tenminste als er wat te vieren valt.
Op een keer is het weer zo ver, ik krijg
eters en bel hem op.
"Janus, heb je een flink hoen voor me,
met stevig vlees en niet vet. Liefst zo
gauw mogelijk, ik krijg vanavond eters."
"Zal wel gaan, 'k breng 'm sebiet,
oudoe!"
Hij komt met een kanjer.
"Wat 'n joekel, is ie niet te oud?"
"Oud Ie mot nog legge, mar ie wil nie'.
Dat heb je welles, zo'n vremde d'r tusse,
gewoon 'n verkeerde. Maar wel vrete,
kijk 's oe dik dat ie is. Voor jouw pan 'n
bovenste beste."
En voor mijn oven ook.
Ik maak 'm helemaal schoon onder de
kraan, droog 'm af, dan snij ik 'm langs
het borstbeen open en druk het karkas
plat op een plank om 't met twee vor
ken grondig te bewerken. Nu de mari
nade, 'n gewone van ketjap, gewelde bo
ter, teentje knoflook, stukje gember,
zout, peper en een scheut azijn. Maar nu
roer ik er ook nog een flinke lik mosterd
door uit een potje. En dan maar flink be
smeuren, aan beide kanten. Zo, dan kan
hij staan, tot hij de oven in moet een uur
of twee voordat we gaan eten, misschien
wat korter.
Oven goed voorwarmen, de huid moet
snel kunnen schroeien, dan temperen. Af
en toe controleren, keren en nog 's be
druipen met de rest van de marinade.
Door en door gaar, met een knapperig
korstje, haal ik 'm uit de oven.
Ik verdeel 'm in stukken en druppel er
wat citroensap over uit.
Warme rijst, en sambel voor de liefheb
bers, al....
Er wordt weinig gepraat, we smikkelen
in stilte. Marleen plukt zuinig de laatste
vleesjes van een swiewie en zegt: "Lek
ker Oma."
"Ja," vindt ook haar moeder, "heerlijk,
voor zulk eten zou een mens twee ma
gen moeten hebben."
Marleen:
"Geef mij maar twee kippen, van die
"vremde!"
HARRYET MARSMAN
door A.C. van Ahee
In Indië geboren en getogen, keert
de auteur na 25 jaar naar zijn ge
boorteland terug. Hij ziet de men
sen, de steden, de desa's terug en
zet zijn ervaringen op papier. Nog
vijfmaal keert hij terug, maar dan
met een geheel ander doel:
charitatieve hulp aan de zieken en
behoeftigen. Als voorzitter van de
charitatieve instelling "Helpt Ons
Steunen" bezoekt hij ook verschei
dene leprozerieën.
Bert van Ahee doet zijn verslag
zonder één woord van pessimisme
of neerslachtigheid. Zijn Indische
ogen zien wat wij allen herkennen,
zijn praktische instelling waar hulp
geboden kan worden.
Een hartverwarmend boekje dat u
moet lezen!
Beperkte oplaag. Opbrengst gaat
grotendeels naar de HALIN, HOS
en GIKI.
Prijs 16,50 plus porto
Wat wist je als kind van Japan? Niets
meer dan dat ze winkels hadden waar je
het goedkoopst schrijfbehoeften, speel
goed, ondergoed en huishoudelijke arti
kelen kon kopen. Dat de tokohouders
snel en beleefd waren. Verder niets, he
lemaal niets. Een van mijn beste vrien
dinnen op de Mulo was Noni Hirata, in
Malang geboren, heel stil, razend knap
en altijd bereid me te helpen bij mijn
huiswerk Haar vader was kapper (naast
de missigit) en hij was het die mijn vlech
ten afknipte en zijn hoofd schudde om
dat hij van Noni wist dat het van mijn
ouders niet mocht.
Toen de oorlog kwam bleek hij, volgens
zeggen, een spion te zijn én generaal of
zoiets Dat waren ze allemaal als je de
berichten hoorde.
Eén van mijn goede sobats na de oorlog
(nu nog) is Liz Mashita, in Indië geboren
en getogen, zo Indisch in denken en
doen als het maar kan, haar ouders ook.
Stille mensen die buiten elke verdenking
waren en bleven. Liz verhuisde toch na
de capitulatie naar Japan, het vaderland
dat ze nooit gekend had. Ze trouwde, is
inmiddels weduwe. Haar geboortegond
Indonesië heeft ze nooit kunnen losla
ten, ze komt er geregeld terug, we delen
dezelfde herinneringen, ze is nooit mijn
vijand geweest en zal het nooit worden
ook.
In mijn tijd leerde je op school geen poli
tiek, je leerde vaderlandse, algemene en
Indische geschiedenis, jaartallen en fei
ten. Ineens dondert de hele wereld in el
kaar, er blijft geen spat van heel. Bedrog,
verraad, dood, verderf en haat, angst.
Het is er na de oorlog niet beter op ge
worden, erger nog, al heet het diploma
tiek anders. Er is veel ruimte voor einde
loos gedebatteer en geconfereer. Japan
is in de dertiger jaren en daarvoor altijd
wel een kwaaie pier geweest.
Neem die kwestie met China, Man-
dsjoerije. Geen informatie via radio en
televisie maar mevrouw Sieveking,
lerares aardrijkskunde op de Genteng-
school, leerde de kinderen tijdens de les
over Japan een liedje:
Tjong, kina tjong, kina tjong
Tjong kina, kina Nagasaki,
Yokohama, Hakodate, Hoy
Ogden Nash (schrijver) deed het later
iets duidelijker:
How courteous is the Japanese;
He always says, "Excuse it, please",
He climbs into his neighbour's garden,
And smiles, and says, "I beg your par
don",
He bows and grins a friendly grin,
And calls his hungry family in;
He grins, and bows a friendly bow;
"So sorry, this my garden now".
Alles kan. Maar niet alléén in Japan.
LD
47