Cantique Noël
Rotterdam Diamond
Center
Maakt als diamantslijperij en fabrikant van briljantsieraden verschil in
prijs en kwaliteit.
Losse diamanten voor het zetten in sieraden of als belegging.
Tax-Free voor uw buitenlandse relaties
Reparaties aan uw briljantsieraden
Briljantsieraden met Saffier, Smaragd en Robijn
Merk-horloge's en S.T.Dupont artikelen voor verrassende prijzen.
Voor alle informatie bent u welkom in onze showroom
maandag t/m zaterdag van 9.30 - 17.30 uur.
Rotterdam Diamond Center
Kipstraat 7b, Rotterdam. Tel.: 010-413 45 51 Fax:010-404 51 11
Diamantairs D G. Lid Antwerpse Diamantbeurs
"Meneer" ze/ hij "meneer, wat is goed?" Wim dacht eerst dat
hij met een dronken iemand te maken had of met iemand die
net een of andere doping had gebruikt, maar hij verwierp die
mogelijkheden toen hij de ogen van de man zag. "Verborgen ca
mera" dacht Wim, "ik sta voor joker". En hij begon alvast te la
chen. De man stond nog steeds recht voor hem met een dicht
geknoopte verschoten regenjas, verwarde haren en een gete
kend gezicht dat hem aan niemand deed denken. Wim hief zijn
hand op als verontschuldiging dat hij verder wilde lopen en hij
deed een stap naar links. De man bleef staan en Wim pas
seerde hem, zijn gezicht nog steeds in een geluidloze lach om
de andere voetgangers te laten zien dat hij er niet in was ge
trapt Geen enkele wandelaar keek echter naar hem. Wim was
twintig meter verder toen opeens die man weer op hem toeliep.
"Meneer, wat is goed?" vroeg hij weer. Wim stopte en keek om
zich heen, verbaasd en een beetje geïrriteerd. Niemand keek
naar hem, niemand keek naar de man. Wim voelde dat dit
geen grapje was. Hij voelde ook dat de man geen dronkaard
was. Wim voelde de koude wind niet meer en alle straat
geluiden werden van hem teruggehouden. Slechts een zacht rui
sen was er. "Ik moet antwoorden" dacht Wim, "ik wil antwoor
den". De man keek hem aan met ogen die zijn ziel doorboor
den. Bang was Wim niet, wel wist hij dat hij nu maar één ding
kon doen: eerlijk zijn.
"Ik weet het niet", zei Wim, "maar dat is natuurlijk geen ant
woord. Maar ik weet het echt niet Ja, ik heb wel enig idee maar
ook dat zou geen antwoord zijn op uw vraag. Er staat geschre
ven dat niemand goed is, niet één. Misschien daarom dat nie
mand, ik ook niet, weet wat goed is. We moeten maar proberen
er het beste van te maken. Vindt u ook niet?"
Met die laatste woorden probeerde Wim de last van die onver
wachte vraag te verlichten. De man keek hem nog steeds aan
en Wim voelde de leegheid van de woorden die hij zojuist ge
sproken had.
"Het is niet eerlijk", zei Wim, "om mij zomaar deze vraag te
stellen. Het is niet aan mij om te zeggen wat goed of fout is. Ik
probeer gewoon zo goed mogelijk te leven. Meer kan ik toch
niet doen. Dat ik fouten heb en maak, zal ongetwijfeld waar
zijn. Niemand is volmaakt Maar nu is het mijn beurt, wie bent u
eigenlijk en wat geeft u het recht om mij dit te vragen?"
Het zacht ruisen werd weer lawaai en toen Wim dat hoorde be
sefte hij dat hij niet stil stond maar nog steeds liep. Hij stopte,
hield een hand op zijn voorhoofd en keek om zich heen. Niets
bijzonders, niemand die naar hem keek. "Straks" dacht hij
"straks als ik thuis ben zal ik me afvragen wat dat was" en hij
liep weer door, op zijn hoede of die man eraan kwam. "Hij
vroeg niet wie goed was, hij vroeg wat goed was" dacht Wim.
"Of is dat hetzelfde?" Hij liep nog steeds, maar allang niet meer
op weg naar zijn doel maar zomaar. "Uit, goed voor u" zei hij
opeens hardop en hij deed wat hij wel vaker deed: hij lachte om
zichzelf. "Ja" dacht hij, "dat zeg ik als ik hem weer tegen kom:
uit". Hij lachte echter niet meer. Hij voelde een woede in zich
opkomen. "Wat was dat nou. Ben ik gek, ben ik ziek? Waar is
die vent?" Hij stopte en keek uitdagend om zich heen. Hij zag
hem staan in de richting waar hij vandaan was gekomen. Wim
zwaaide en liep terug. "En nou geen geintjes meer" dacht hij.
Toen hij weer voor de man stond en het lawaai weer ruisen was
geworden, zei Wim "nou, zeg het maar!"
De man keek Wim aan en zei "je hebt mij geen antwoord gege
ven. Je wilde niet, je kon niet, je wist niet"
"Ik weet het wél" schreeuwde Wim en wilde de man bij zijn
schouders vast pakken maar hij greep slechts lucht En om hem
heen was weer lawaai." Ik weet het wél" zei hij nog een keer en
de passanten keken hem aan. Hij liep weer door en zacht zei hij
tegen zichzelf "ik weet het wel, ik wil het weten, ik zal het we
ten".
RALPH
Onderzoek Dick de Hoog en I.E.V.
Sinds enige tijd is de avondstudent in de
culturele antropologie, de heer Gerard
van Neijenhof (42), in verband met zijn
afstudeeronderzoek op zoek naar men
sen die Dick de Hoog persoonlijk heb
ben gekend of die door hun activiteiten
voor het I.E.V. in het vooroorlogse Indië
indirect met hem te maken hebben ge
had.
Lezers die hem daarbij kunnen helpen
worden verzocht 's avonds contact met
hem op te nemen (tel. 010-4370327) of
hem te schrijven: G. van Neijenhof, N.
Gijsenpad I, 3043 MB Rotterdam.
Mocht U hem niet kunnen bereiken, dan
kunt U ook contact opnemen met de
begeleider: drs. H.J. van Dijk, vakgroep
culturele antropologie, rijksuniversiteit
te Utrecht, postbus 80140, 3508 TC
Utrecht, tel. 030- 5321 I 1/531886/
717345