Afscheid
van een stukje lood
EEN FILM OVER INDOROCK
"Er is een tijd van komen
er is een tijd van gaan
Niets blijft bestaan alleen de herinnering
aan wat kwam en ging"
In mijn jeugd was het niet de gewoonte
jonge kinderen al te vragen wat ze wil
den worden. Tegenwoordig worden hun
kwaliteiten en eigenschappen per com
puter gesorteerd en met de uitkomst
kan het kind een toekomst tegemoet
gaan als waterbouwkundig ingenieur, so
cioloog, directeur van het Gemeentelijk
Energiebedrijf of Minister van Justitie.
Dat de jongen de eerste prijs wint op de
soundmix show en beroemd wordt, dat
is niet de schuld van de computer.
In mijn tijd was dat anders. Na de lagere
school stapte je zorgeloos naar de HBS,
Mulo, KES of Ambachtschool, tekende je
voor het KNIL of Marine. De opleiding
tot een succesvol of niet zo succesvol
burger volgde vanzelf. Je kon ook nog
steno, typen, boekhouden, balletdansen,
muziekmaken, onderwijzer(es) of ver
pleegster worden. Journalist worden
was er niet bij, voor meisjes zeker niet.
Een opleiding bestond niet, hoefde klaar
blijkelijk ook niet, de kranten en tijd
schriften kwamen toch wel vol en eer
lijk, waren ze nu slechter dan de huidige?
Mijn toekomst werd bepaald door een
"excursie" van mijn klas, (eerste klas
Mulo) naar het dagblad "De Malanger".
Onze lerares Nederlands vond dat we
maar eens moesten zien hoe een krant
gemaakt werd. ledereen blij natuurlijk,
niet uit weetgierigheid, maar om het
vrije lesuur.
De redactie zei ons niets. Twee ernstige
heren die zonder op te kijken zaten te
schrijven (in die tijd werd kopij vaak nog
geschreven, de zetters waren getraind
op het ontcijferen van elk handschrift).
Een typiste en een dame die met een
smartelijk gezicht stroken krantenpapier
doorlas en af en toe een potlood han
teerde. Dat was de correctrice, vertelde
onze rondleiding.
De zetterij en de drukkerij waren voor
mij een openbaring. Daar kwam de krant
tot leven, een geboorte die gepaard ging
met getiktik (van de letterzetters), van
het geratel van een paar moderne zet
machines en tenslotte het gedreun en
gesteun van de persen. Hier wilde ik la
ter werken en nergens anders. De heer
lijke geur van papier en drukinkt, al zou
ik moeten beginnen als schoonmaakster
van de zetramen of matrijs-perser. Nie
mand deelde mijn gedachten en verlan
gens, logisch.
Als aardigheid kregen alle kinderen bij
het weggaan een langwerpig blokje lood,
zo'n regeltje dat uit de zetmachines
plofte met een getypte zin (in spiegel
schrift) erop. We hadden onze namen
op een stuk papier moeten schrijven en
de type-zetter had er zo'n loden regeltje
van gemaakt.
Thuisgekomen rende ik meteen naar het
bureau van mijn vader, drukte de regel
in een stempelkussen, zocht een oude
krant en stempelde mijn naam onder
een willekeurige kolom.
"Ik sta in de krant!" zei ik trots. "Kijk
maar!"
30 JAAR LATER KIJKEN INDOROCKERS TERUG OP
HUN MUZIKALE HOOGTIJDAGEN.
MET NOG NOOIT EERDER VERTOOND ARCHIEF
MATERIAAL.
EEN DOCUMENTAIRE VAN HANS HEIJNEN.
HAAGS FILMHUIS VANAF VRIJDAG 13 DECEMBER,
DENNEWEG 56,2514 CH DEN HAAG
RESERVEREN: TEL. 070 - 365 60 30
DAGELIJKS VANAF 13.00 UUR
ZATERDAG VANAF 18.00 UUR
Pa keek het eerst. En goed. "Leuk" zei
hij, "maar waarom noem jij je van Zeil?"
Verdorie, had de zetter de e voor een I
aangezien.
"Je moet blij zijn dat hij er niet "ezel"
van gemaakt heeft" zei mijn broer laco
niek. Mijn moeder gaf me een zoen en
zei "Ach, het doet er niet toe hoe je je
noemt, wel wat je schrijft".
Dat "ezel'vond ik een leuk ezelsbrug
getje. Nu nog, als men vraagt, schrijft u
uw naam met één of twee e's dan zeg ik
altijd: net als ezel, maar dan in een an
dere volgorde.
Er zouden 12 jaar voorbij gaan voor
"van Zeil", Ducelle werd. Soerabajaasch
Handelsblad, De Vrije Pers, RVD, LVD,
Wapenbroeders, De Nieuwe Courant,
Nieuwsgier en tenslotte Tong-Tong en
Moesson. Als ik alle kolommen aan el
kaar zou plakken die ik in 50 jaar volge
schreven heb, dan zou dat misschien een
strip worden van Sabang tot Merauke.
En dan te bedenken dat het begonnen is
met één regeltje lood. Ik heb het heel
lang bewaard, het dook telkens weer er
gens op. Toen wij terugkwamen uit
Amerika was ik het voorgoed kwijt.
Drie vuistregels voor de journalistiek
leerden mij dat loden regeltje:
a. Geloof niet alles wat in de krant staat,
want
b. papier is geduldig en alles kan worden
gedrukt
c. een goede corrector is goud waard.
Alle technologische vernieuwingen, com
puters, tekstverwerkers, printers,
floppy's en films ten spijt, schrijven blijft
het belangrijkst. De zetters, de
opmakers met de loodzware zetramen,
de matrijzen ze bestaan niet meer. Het
is een kwestie van toetsen indrukken ge
worden. Geen druppeltje lood meer te
bekennen.
Het verlies van tastbare dingen kom je
gauw te boven, het zijn de herinneringen
aan personen, gebeurtenissen die nooit
verloren gaan. Toch vallen er vaak al
witte vlekken in mijn hersens, maar die
verdwijnen weer als ik voorvallen met
namen combineer.
Nu ga ik een punt zetten achter mijn
werk voor Moesson. Er is immers een
tijd van gaan? De herinnering aan wat ik
ontvangen heb, geleerd heb, maar ook
verdragen heb - laten we wel zijn - is zo
veel dat ik er jaren op kan teren.
Contacten, vriendschappen, al dreven
omstandigheden ons uit elkaar, ik zal ze
niet vergeten, ze zijn het grootste deel
van mijn leven geweest.
Ik noem dit afscheid van Moesson, mijn
definitieve afscheid van een dierbaar
stukje lood, al stond er een verkeerde
naam op.
Tabé lieve mensen, tabé! LD
6