f. daar moet je dan maar aan denken. De angst voor kanker maakt de mensen tot "dokter-lopers". Bezoeken aan de huisarts zijn niet voldoende. Verschil lende specialisten worden bezocht. Soms lijkt het wel of de persoon een marktonderzoek onder artsen houdt. De ene arts wordt tegen de andere uit gespeeld, de man of de vrouw krijgt te genstrijdige verhalen te horen, krijgt te genstrijdige adviezen en de problemen stapelen zich op in plaats dat er een op lossing gevonden wordt. Een arts is ook maar een mens. Brengt het onderzoek geen feiten aan het licht, die kunnen duiden op lichame lijke afwijkingen. Is er na röntgen- en bloedonderzoek en weet ik al niet wat nog meer voor onderzoek, waar mo derne medische diagnostiek toe in staat is, niets gevonden, geen kwalijke zaken, dan krijgt de patiënt - na vele malen zo'n onderzoek - het stigma mee, een simulant te zijn. Een psychogene klager, een hypochonder, een hysterische per soonlijkheid. Toegegeven, in dit laatste decennium zijn artsen wat minder snel met hun oordeel (lees des noods vooroordeel) wanneer zij wat te vaak van een en dezelfde persoon kleurrijke en bizarre - A en fantastische klachten te i horen krijgen. De arts, die f 1 zich terughoudend opstelt j maar uiteindelijk wel tot de v conclusie komt dat hysterie ook een diagnose is en hypochondrie dito. Mensen, die een ziekelijke aandacht hebben voor eigen lichaam en gezondheid, die mensen zijn ziek. Ze belanden via de huisarts bij de psy- chiater, waar in beide gevallen nau welijks hulp kan worden geboden. Er is veel ziekteverzuim. Zo begint voor deze mensen een ellen dige weg van ziektecontroles, keuringen en herkeuringen om zo uiteindelijk in de WAO te belanden met de kans dat zij na weer een herkeuring fit genoeg worden bevonden voor zogenaamde "aangepaste arbeid". In het merendeel van de geval len eindigt zo iemand na één, hooguit anderhalf jaar in de WW, de werkeloosheidsuitkering, omdat in deze tijd van hoge werkeloosheid, deze men sen heel moeilijk aan de slag kunnen ko men. Dan na weer zo'n jaar in de WW en nog steeds geen baan, dan belanden deze mensen in "de steun", wat nu wat vriendelijker de bijstand heet, maar voor al die mensen betekent dit een beledi ging en een ramp. De angst, de phobie heeft tienduizenden geïnvalideerd en duizenden gezinnen ontwricht en laten verloederen. Voor die mensen en die gezinnen komt als ge volg van die problematiek ook nog heel vaak de problematiek van de alcohol- en drugsverslaving erbij. Het gevolg van die onbestemde, onberedeneerde angst kan desastreus zijn. Jouw leven en dat van je naasten kan erdoor geruïneerd worden. Vecht terug!, zou ik deze mensen willen toe roepen. Angst is voor de hazen, de weg lopers. Het kandidatensyndroom tot phobie ge worden, is een uit de hand gelopen emo tie, die de mensen met hun naaste om geving tenslotte kan/zal vernietigen. Fy siek, psychisch, totaal. Heimwee is geen ziekte, hoewel vooral van kinderen bekend is, dat zij letterlijk kunnen wegkwijnen van verlangen naar de bekende omgeving van huis, ouders en bekenden. Het verlangen naar die bekende omge ving kan soms na één dag scheiding, door een net begonnen vakantie of een ziekenhuisopname, van het kind, een zie lige hoop ellende maken. Ernstig in de zin dat heimwee als emotie, zodanig uit de hand kan lopen, dat voor lange tijd de gezondheid geschaad wordt, zo kwalijk is deze vorm van narigheid niet. Heimwee is een verhaal. Het verhaal van verlangen naar het ver leden. Goede of slechte herinneringen, zij zijn anders gekleurd in de herinnering en maken de mensen nostalgisch. "Die goede, oude tijd", wie kent die uitdruk king niet en "het gevoel" dat daarbij hoort. Heimwee is een verhaal. Het ver haal bijvoorbeeld van mijn vrienden uit het Soerabaia van voor de oorlog. Heim wee wordt altijd in de verleden tijd ge schreven. De zieleroerselen, die erbij horen lopen nimmer uit de hand en de emotie is goed te integreren in de din gen van alledag. Je zou kunnen zeggen, dat nostalgie hoort bij de dingen van al ledag. Wat jankerig om zaken, die voorbij zijn gegaan, hoeft dit je niet te beletten de patiënt, die wat dwingerig doet tussen de spreek uren nog even te helpen of de poepluier te verschonen van de jongste dochter omdat Mama nog niet terug is van de tennisbaan. "Kambing" en "Bolong", mijn boezem vriendjes uit dat Soerabaia van toen, zijn voor mij heel wezenlijk van belang ge weest en nog steeds zijn zij een essen tieel deel van mijn leven. Geweldige mensen, opgevoed en grootgebracht door de paters van "Don Bosco", het katholieke jongensweeshuis in Soerabaia. Zij leerden mij presteren en de pres tatie te delen. Mijn vrienden heb ben mij geleerd de echte, de ware interesse voor de mensen te heb ben en hoe waardevol elke mens is. Later misschien zal ik meer over deze knapen vertellen. Nu beperk ik mij tot het vertellen hoe zij aan hun bijnamen kwamen. Thomas Cambier, scherpe trekken in het gelaat, lichte ogen, knappe jongen om te zien on danks het kortgeknipte, bijna kale hoofd, zoals al die jongens uit "Don Bosco" erbij liepen. Hoe werd Cambier uitgesproken? Gewoon de Hollandse manier of op z'n Frans. Zo werd Thomas Cambier, "kambing"! Zo waren er geen vergissingen mogelijk en zo is het altijd gebleven. Bennie ten Kate had een tante die hem trouw en regelmatig kwam bezoeken. Een zuster van zijn moeder, even donker en mager als Bennie en even hartelijk. Een lief mens. Tante Zus stopte Bennie geregeld wat geld toe. Dat wisten de pa ters en Bennie moest over zijn financiële handel en wandel weieens tekst en uitleg geven. Dat was vaak heel simpel. "Op", zei Bennie. "Jij, Bennie ten Kate", zei de pater dan verstoord, "jij hebt een gat in je hand". Zo werd Bennie "Bolong" en ook dat is altijd zo gebleven. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 19