Het beste van Hein Buitenweg Onder deze titel is zojuist weer een boek over het vooroorlogse Indië ver schenen. Alweer een boek over Indië zullen velen verzuchten. Er zijn er al zoveel. Daar is toch geen behoefte meer aan. Blijkbaar wel, want anders zou een uitgever er niet over piekeren, zijn geld erin te steken. Dit als eerste constatering. Ten tweede moet geconstateerd wor den, dat het niet gebruikelijk is dat een schrijver een artikel over zijn eigen boek publiceert. Ook daar zullen verschillende lezers een vraagteken bij plaatsen. Eigen belang, geldelijk gewin of zelfgenoeg zaamheid misschien? Neen, in beide gevallen ligt de zaak toch wel anders. In de eerste plaats was het de uitgever, die mijn vrouw en mij bena derde. Hij had het plan opgevat om uit de vele foto's, waarmee Hein Buitenweg zijn boeken over Indië illustreerde, een selectie te maken en deze in boekvorm van een nieuwe tekst te voorzien. Vele ouderen onder ons zullen die boeken wel kennen, zoals bijvoorbeeld: Omong Kosong; Droom en Herinnering; Kind in Tempo Doeloe; Slenteren door Semarang - om er maar enkele te noe men. Zij waren voor tijdgenoten ge schreven die zichzelf erin herkenden. De tijd is echter voortgeschreden. De oor spronkelijke boeken zijn allang niet meer in de handel; en de kennis hierin ver gaard dus niet zo makkelijk toegankelijk voor wie nog eens iets wil opslaan. Bo vendien zijn de foto's over vele boeken verdeeld, waardoor een overzicht ont breekt. Vandaar het idee om uit het nog beschikbare fotomateriaal een selectie te maken en deze samen met een aange paste tekst opnieuw uit te geven. Met de achterliggende gedachte, om vooral de jeugd zeg maar, de derde generatie -, maar ook ieder, die in het vroegere Indië geinteresseerd is, met deze hand zame uitgave te bereiken. Waarom dit alles? Het ligt voor de hand, dat ook wij ons deze vraag herhaaldelijk hebben gesteld, toen wij aan het boek werkten. Een afdoend antwoord is hier moeilijk te geven. Misschien een uitda ging of nieuwsgierigheid of wellicht een niet te onderdrukken gevoel van betrok kenheid? In ieder geval ben je plotseling in een vreselijk ingewikkeld proces verzeild geraakt van bekijken, keuren, in terpreteren, analyseren, vergelijken, af wegen, naslaan van literatuur, te rade gaan bij je eigen herinneringen en erva ringen, waar je aanvankelijk helemaal van in de war raakt. Honderden vragen stor men op je af, je gaat twijfelen aan de waarheid, welke waarheid? Het lijkt wel een hersenspoeling. Want in feite zoek Hein Buitenweg met dochtertje omstreeks 1940. 22 je toch een antwoord op de simpele vraag: hoe was het oude Indië, Dat wil je uiteindelijk met het boek duidelijk ma ken, al ben je je ervan bewust, dat één simpel antwoord niet mogelijk is; daar voor is de materie veel te complex en genuanceerd. Dat is het dilemma, waar de geschiedenis en de geschiedschrijving ons steeds weer voor plaatsen, leder boek, dat over Indië geschreven is, lijkt de absolute waarheid in pacht te hebben. In werkelijkheid is alles veel relatiever en speelt bijvoorbeeld het toeval een grote rol. Welke documenten hadden de schrijvers tot hun beschikking, wat wis ten zij uit eigen ervaring en wat van ho ren zeggen? In welke tijd leefden zij en wat was hun maatschappelijke positie? En hoe interpreteerden zij tenslotte de verzamelde gegevens? Gaven zij een al gemeen beeld van heel Indië, of dachten zij alleen aan Java of Deli of Ambon? Welke tijd riepen zij op, was het een momentopname of een tijdsbeeld? Tempo Doeloe? Een rekbaar begrip. Het hangt er maar vanaf op welk tijdstip je die laat beginnen. Iedere generatie voelt dit anders aan. Of gaven zij een beeld van de twintiger of dertiger jaren, of van de korte tijd tot de Japanse inval in 1942, waarmee Indië voorgoed ophoudt te bestaan? Het is van groot belang om zich van deze onderver deling rekenschap te geven, omdat die halve eeuw, waarin wij het oude Indië plegen te situeren, helemaal niet zo statisch of eenvormig was, als wel eens, ongewild overigens, wordt gesuggereerd. Bij de keuze en rangschikking van ons fotomateriaal hebben wij daarom getracht, elk van deze tus senperioden als een min of meer zelfstandig onderdeel in het grotere geheel, tot zijn recht te laten komen. Want zoals altijd en overal is het ook hier weer de factor tijd, die een beslissende rol blijkt te spelen. Hoe statisch ogenschijnlijk ook, de Indische samenleving was, net als ie dere andere samenleving een dyna misch organisme, waarin iedere ge-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 22