Brisbane calling
Memories
Hoe bestaat het!
Alweer een lekkere VAMU
sambal erbij.
Ja hoor,
"SAMBAL JAGUNG'
(sambal met maïs).
Recept aan de binnenkant van
het etiket.
Vraag het uw winkelier maar
zeg er wel het merk "VAMU"
bij. Uw garantie voor kwaliteit.
S 070-358 43 14
Als jong meisje woonde ik in Soestdijk.
In een mooie villa, Burgemeester Grote
straat 65. Achter in de tuin stond een
grote beuk. Ook was er een struik met
paarse seringen en een boom met
winterpeertjes. Ik ging op de School met
de Bijbel: Hoofd der school was meester
Van der Sluis, die ons voorlas uit een
grote Bijbel. Misschien ben ik daardoor
de Bijbel altijd blijven lezen. Wij moes
ten "meester" zeggen tegen onze onder
wijzers. Meester Klein gaf ons zangles en
leerden wij het schone lied:
"Onze meester zegt ons
Lieve kind'ren, zegt hij
Ik wil u het spelen niet verhind'ren...
Wel te weten, in de klas
Komt het zeker niet te pas...
Ik had lang, dik haar, de trots van mijn
moeder. Toen kwam de "klittentijd" en
was mijn haar het mikpunt van de klitten
gooiende jongens.
Toen ik thuis kwam, riep mijn moeder
wanhopig: "Die krijg ik er nooit meer
uit!"
Maar daar wist ik raad op. In mijn kamer
knipte ik mijn haar zo kort mogelijk af.
En toen gingen we naar Indië. Stand
plaats: Benkoelen. Een groot, wit huis
aan een brede straat vol schaduwbomen.
Achter ons huis groeiden pisangbomen
en daartussen stond het huis van mijn
eerste liefde: Walter, een bleke puistige
jongeling. Ik was helemaal weg van zijn
vuurrode haardos, 's Middags, als mijn
ouders sliepen, trok ik mijn mooiste
hansop aan, met brede, witte stroken,
gegarneerd met rood band. Sloop het
huis uit en wandelde hand in hand met
saaie Walter, die nooit iets zei, maar mij
af en toe een kneepje gaf. Mijn liefdes
leven begon al vroeg, want op mijn
twaalfde jaar verloor ik mijn hart aan de
heer Banniseth, een onderwijzer met
een grote wrat op zijn kin en een zware
buik. Voor mij het toppunt van manne
lijkheid. Op een middag was ik weer met
Walter aan de wandel, toen het plots
hevig begon te regenen. Walter begon
direct terug naar huis te rennen, mij
meetrekkend. Ik keek even schuw opzij
en kreeg de schok van mijn leven. Over
het gezicht van Walter liepen lange,
rode srepen. Zijn haar kreeg een geel
witte kleur. Tot ik begreep: de haarverf
had niet gehouden. Ook mijn liefde niet.
Snikkend van 't lachen rende ik naar huis
in mijn kletsnatte hansop.
Later woonden wij in Pakan Baroe aan
de Siak Sri Indrapoera. Twee K.P.M.
schepen: de Brouwer en de Van Hogen-
dorp deden Pakan Baroe aan en kwam
de bemanning steevast bij ons mampir.
Mams kon dan bij kapitein Hooyberg
e.e.a. uit Singapore bestellen.
Pakan Baroe was toen een stille, hete
plaats en wij waren er zowat de enige
Europeanen. Maar ik vond het daar
heerlijk. De Arabische winkeltjes, de
gedeks, de karetbomen achter het huis.
Dat ruime huis op hoge palen en met
een atap dak.Mams, onderwijzeres, gaf
ons les volgens de Clerkz methode en
wel zo goed, dat ik later op school hoge
cijfers haalde. Ik zat vaak op de hoge
voortrap te kijken naar het immense
oerbos aan de overkant. Daar woonden
toen nog tijgers en de orang utan. Ik
spaarde samen met mijn broertjes plaat
jes van filmsterren: Pola Negri, Lilian
Gibs, Mary Pickford en Tom Mix. En we
snoepten in de goedang van de susu
manis.
Naast ons kwam de heer Disse van de
Borsumy te wonen. Hij gaf mij dansles
maar kon er zelf niets van, waardoor ik
jaren verkeerde passen maakte. Soms lo
geerde de controleur van Bangkinang in
de pasanggrahan. Bedronk zich en klom
dan stomdronken in de enige boom op
het voorerf. Daar zong hij dan vader
landse liederen en moest mijn vader
hem met een fles bier naar beneden lok
ken.
Eens reed mijn vader een jong tijgertje
aan en nam het mee naar huis. Die nacht
sloop de tijgermoeder om het huis, tot
ontzetting van mijn moeder. Er waren
veel krokodillen in de Siak rivier en mijn
vader liet er wel eens dynamiet in wer
pen, wat verboden was. Toen kwam er
op een keer een dode krokodil boven
drijven, 's Middags verscheen er een
woedende kampongbewoner op het
kantoor. Hij schreeuwde dat mijn vader
zijn dochtertje, wier ziel in de krokodil
zat, had gedood. Hevig ontsteld liet Paps
de politie komen en toog men gezamen
lijk naar de rivier. En toen bleek, tot
grote opluchting van Paps en schaamte
van de boze man, dat de krokodil een
mannetje was. De volgende dag kregen
wij een mand met heerlijke vruchten. Zo
waren er vele kleine gebeurtenissen, die
het leven een kostelijke inhoud gaven en
ik huilde dikke tranen toen Mams met
ons, kinderen, naar Fort de Koek
(Bukittinggi) verhuisde, omdat we naar
school moesten. We kregen een klein
wit huis, vlakbij de sawahs. Elke middag
balanceerde ik op de sawahdijkjes om op
bezoek te gaan bij Si Putuk, die heerlijke
ondeh-ondeh verkocht. Er waren soms
lichte aardbevingen. Dan begon de lamp
te zwaaien en riep Mams: "Allemaal naar
buiten!"
Fort de Koek was lekker koel en vooral
's avonds was het knus in huis. Ook in
de bijgebouwen, waar kokkie Soeminah
een kleine kamer had. Er brandde daar
een lampu templek. Op de baleh-baleh
lag een mooie kain. Verder was er
slechts een kleine tafel, waarop een
kommetje met melati. Soeminah zat
meestal op de grond zachtjes te neurien
of ze was iets aan het naaien. Een innig
tevreden uitdrukking op haar lieve ge
zicht. Daar in dat kamertje vond ik de
schat van mijn leven (ik denk niet, dat ie
mand dit zal begrijpen, maar het moet
me van het hart). Als ik in dat kamertje
zat en ik de geur van de melaties rook,
(lees verder pagina 46)
43