PLANTEN UIT DE TROPEN
BROTOWALI - Tinospora Tuberculata.
Familie van Menispermaceae Menispermumachtigen.
De familie Menispermaceae bestaat uit lianen en enkele heesters, maar
zelden uit bomen of kruiden. In tropische of gematigde gebieden groeien
de meeste soorten. Menispermaceae zijn nauw verwant met de
Lardizabalaceae. De Brotowali is een klim- of kruipplant die in Maleisië,
India, Cambodja, Thailand, Philippijnen, Noord Australië en Indonesië
in het wild groeit.
DURIAN
Middenrechts: mannelijke bloem
met meeldraden. Brotowali: tak
met mannelijke bloemen. Rechts
onder: vrouwelijke bloem met
stampers. Bovenste: doorsnee
vrouwelijke bloem.
In Indonesië vindt men de plant, die veel
van warmte houdt, o.a. op Bali, Java en
Ambon. Brotowali wordt ook wel "daun
gandel", "putrawali" of "Andawali" ge
noemd.
Voornamelijk om haar grote genees
kracht wordt ze gekweekt. Deze plant
met meterslange stengels bezit geen
haakjes of klimranken zodat ze kruipt of
klimt, overal houvast zoekende. De le
lijke vingerdikke groene knobbelige sten
gels zijn onregelmatig bedekt met kleine
wratachtige witte knobbeltjes. De sten
gel heeft geen harde houtachtige delen
en bevat veel vocht. De schors is
papierachtig. De hartvormige groene
bladeren staan met lange steeltjes onge
veer zes centimeter aan de stengels. Het
blad dat veel op Sirih lijkt is alleenstaand
en negen centimeter lang en zeven centi
meter breed.
De zeer kleine bloempjes zijn groen in
knop, de geopende bloem is wit met
rood. De bloempjes zitten met drieën bij
elkaar op 'n stutje in een zijstandige
bloeiwijze. De Brotowali is tweehuizig
hetgeen wil zeggen dat er twee soorten
planten zijn, te weten één met vrouwe
lijke bloemen en één met mannelijke
bloemen. De vrouwelijke bloem bezit
drie kelkblaadjes en drie vrije vrucht
blaadjes, elk met een zittende stempel.
De mannelijke bloem heeft drie kelk
blaadjes, drie kroonbladen en zes meel
draden. De kleine steenvruchtjes zijn
lichtrood, ietsje gekromd en staan in
trosjes bijeen.
De planten worden vermeerderd door
stekken en dat gaat heel gemakkelijk.
Omdat de stengels veel vocht bezitten
kunnen ze lang bewaard worden. Kies
een redelijk oud stuk stengel en snijdt
dat in stukken van twintig centimeter.
Stop ze diep in de grond. Na korte tijd
komen uit de bladoksels nieuwe blade
ren. De planten regelmatig water geven.
Een trouwe lezer van Moesson stuurde
me enige tijd geleden stekken van de
Brotowali. Daar zijn heel wat planten
van gekweekt. Ze staan in de kamer
voor een zonnig raam. De lange stengels
kunnen geleid worden met behulp van ij-
zerdraad.
De gehele plant is geneeskrachtig! Alle
delen van de plant zijn enorm bitter. Het
bittere bestanddeel is pikroretine. Zelfs
al mengt men Brotowali met andere
(lees verder volgende pagina)
Brotowali als kamerplant.
De inkt van mijn stukje over Doerian
in Moesson van januari 1992 was nog
niet droog of mijn voorspelling dat
er nog wel nieuwe soorten zullen
worden ontdekt is uitgekomen.
De bekende Indonesische botanicus
van Nederlandse oorsprong, Dr.
Kostermans ontdekte kortgeleden
een nieuwe soort in zijn tuin. Jaren
geleden kreeg hij van orang-oetan
deskundige, Dr. Rijksen een paar za
den van een onbekende doerian
soort uit Sumatra. Een van die zaden
kiemde en groeide uit tot een boom
die vorig jaar voor het eerst bloeide
en vrucht droeg. Het bleek een
nieuwe soort te zijn met eetbare
vruchten sterk gelijkend op die van
de gewone durian, Durio zibethinus.
De nieuwe soort gaat heten D.
macrantha (de durian met de grote
bloemen)
M.M.J. VAN BALGOOY.