O
ten uitgezonden mogen worden. Geen
nieuws meer. Garthoff sluit de laatste
vrije NIROM uitzending met de legenda
rische woorden;" Wij sluiten nu, vaarwel
tot betere tijden".
"Nee, die zin was niet ingestudeerd of
gepland door ons. Ik moest toch iets
zeggen op dat onmogelijke ogenblik en
dit was het eerste dat in mij opkwam.
Iets beters wist ik niet. Er was geen
Japanse bewaking in de villa en met alle
beperkingen die ons opgelegd waren ble
ven we uitzenden en sloten de avond
met het Wilhelmus. Dat was zo vanzelf
sprekend. Later hoorde ik dat luisteraars
zich er wel over verbaasd hadden dat ze
het Wilhelmus nog steeds hoorde."
Tien dagen duurt het voordat de Jap op
18 maart 1942 ingrijpt.
Een grote legertruck van de Kempetai
rijdt in de ochtend voor en na veel
geduw en geschreeuw wordt de staf
meegenomen naar het Kempetai-bureau
in Bandoeng voor verder verhoor. De
Kempetai wil weten wie er verantwoor
delijk is voor het uitzenden van het Wil
helmus. Kusters, Kudding en Van der
Hoogte zeggen verantwoordelijk te zijn.
De anderen bevestigen akkoord te zijn
gegaan hiermee. Dit alles komt in afzon
derlijke verhoren boven tafel, met na
tuurlijk veel geduw, stokslagen, uren
staan en geschreeuw.
"What you do?" briest de Jap in zijn
beste Engels. Ik concludeer dat hij wil
weten wat mijn taak bij de omroep is,
maar hoe leg ik hem dat uit in Gods
naam. "Omroeper", probeer ik. Hij be
grijpt niet. Nog een keer dan maar "om
roeper". "What you do??!!"
"Announcer", ik gok, wie weet begrijpt
hij het nu. "Aaaahhh, announca,
announca" Hij loopt naar zijn collega.
"Announca, hai, hai." Wat nu? Na die
hele dag, avond en nacht staand doorge
bracht te hebben zonder eten of drin
ken, verwacht ik eigenlijk niet veel meer.
Ze lopen beiden op me af, pakken ieder
een arm en duwen me de kamer uit
richting gang de straat op. Gebaren dat
ik weg moet. Ik ben blijkbaar niet belang
rijk genoeg. Ze hebben het dus toch be
grepen."
Garthoff keert samen met Surijatin, die
ook is vrijgelaten, misschien vanwege
zijn huidskleur, terug naar de villa. Krij
gen daar te horen dat de studio gesloten
wordt en dat iedereen terug moet naar
Batavia. Kusters, Van der Hoogte en
Kudding zullen nooit meer terugkeren.
Met een razzia in Batavia wordt Garthoff
van de straat geplukt, komt in Boekit
Doeri (Mr. Cornelis) terecht. Daarna
Struyswijk. Heeft als boedjang alleen de
zorg van overleven aan zijn hoofd, niet
zoals velen ook die van de twijfel over
vrouw en kinderen. In Struyswijk komt
hij te weten dat het woord "announcer"
in de Japanse taal gewoon gebruikt
wordt voor omroeper. Japanoloog Van
Thijs vertelt hem dat. Garthoff beseft
dan zijn geluk.
"Nee hoor, Struyswijk was geen slecht
kamp, tenminste voor mij niet. Geen
traumatische ervaringen gehad. Er werd
veel aan sport gedaan en we hadden het
cabaret weer rond met dezelfde ploeg
als bij de NIROM. De Japanse leiding
vond het allemaal prachtig. Hier schenen
het mij meer economen toe dan solda
ten. Er kwam er altijd wel een kijken,
snapte er natuurlijk geen snars van, maar
lachte dan hartelijk mee. Vooral de
dienst van de gereformeerde kerk von
den ze prachtig en dan vooral het ge
zang, werden er stil van. Wij wisten al
heel snel van de capitulatie, omdat er
een geheime radio was gebouwd met al
lerlei binnengesmokkelde attributen. De
Engelse radio konden we ontvangen, die
uitzond via Singapore. De enige bood
schap die we hoorden was dat we moes
ten blijven zitten waar we zaten. Daar
werd je ongeduldig van. Ben toen
gebollost met alle risico's van dien. Maar
ik had niemand die op me wachtte, was
alleen verantwoordelijk voor mezelf. Bij
de Allied Forces Radio in Batavia
(AFRIB) heb ik een baan geregeld als
omroeper, ze wel in de waan gelaten dat
ik Engelsman was. Pas na een aantal
maanden kwamen ze erachter. Vonden
ze helemaal niet leuk, maar ik kon toen
een overstap maken naar de RVD
(Regerings Voorlichtingsdienst) in januari
1946. Met Joch Harms samen, de
hoorspelleider, ging ik naar Bandoeng.
Het bericht dat een van ons Makassar
Radio moest bemannen was een dom
per. Daar hadden we geen van beiden
zin in, maar dan ook echt geen zin.
Harms had een liefde in Bandoeng en als
vrijgezel viel het lot op mij. Na aankomst
werd ik voorgesteld en het eerste wat
er gezegd werd was:" Bert, je bent vrij
gezel en het stikt hier van de oorlogs
weduwen". Echt enthousiast kon ik daar
ook niet van worden." Garthoff gaat
zonder veel inspiratie aan de slag en
leert van lieverlee al het personeel ken
nen, waaronder een vrouw met wie hij
regelmatig moet samenwerken. Zij heeft
haar man verloren en zelf met haar twee
kinderen een kamp op Celebes over
leefd.
"Ja hoor, we vonden elkaar aardig, niets
bijzonders, alhoewel ik het wel heel leuk
vond de man achter de bekende stem te
kennen. Het was geen liefde op het eer
ste gezicht. De vonk sloeg pas over met
een duidelijke "klik" tijdens een dans
partij op de Soos. Bert kwam toen
steeds vaker bij ons thuis en de kinderen
raakten aan hem gewend. Mijn dochter
was toen twaalf jaar oud en zei altijd dat
oom Bert zo'n vrolijke man was. Toen
op een dag mijn zoon van vijf vroeg:
"Oom Bert, waarom ga je niet met
mamma trouwen??" was de kogel door
de kerk. Op 20 maart 1946 hadden we
elkaar ontmoet en in juni 1946 waren
we getrouwd. Wel snel, maar na zo'n
ontwrichte periode wilde je weer het
normale leven terug hebben."
Zijn vrouw is ook een echte Hollandse
die in 1938 met haar man in Indië ging
wonen. Ze had eerst de koloniale huis
houdschool gedaan gedurende drie
maanden, waar je onderwijs kreeg in hy
giëne, een mondvol maleis en land- en
volkenkunde. De eerste weken was ze
erg moe, viel steeds in slaap, maar ook
zij voelde zich na die gewenningsperiode
als een vis in het water.
In januari 1951 gaat het gezin, een kind
rijker, naar Holland.
Garthoff probeert een baan te krijgen bij
de Wereldomroep, dat lukt en hij werkt
daar van 195 I tot eind 1954. Voor het
geluk geboren volgens zijn vrouw. De
VARA reportagedienst biedt hem een
baan aan en daar krijgt hij uiteindelijk
een eigen programma. Gedurende 23
jaar presenteert hij het zondagochtend-
progamma "Weer of geen weer", be
kend bij iedere Hollander.
In 1978 gaat hij met pensioen. Zij genie
ten ervan. Hebben zelfs te weinig tijd om
naar de radio te luisteren. Met de
tweede generatie gaat het goed en met
de derde ook. Het geluk is nog steeds
met hen, of dwing je dat af in het leven?
Na twintig jaar zijn ze teruggeweest in
Indonesië. Garthoff schreef ooit een
reisverslag in Tong Tong/Moesson. Ik ci
teer:
...je gaat eerst eens heel rustig rond in
het Indonesië van nu. Wat lopen, wat rij
den, wat stilstaan vooral. En veel kijken,
veel luisteren. Dit is niet het land van de
schielijke verslaggever, het hijgerige
stenogebeuren. Indonesië is het land, het
voelbare leefland van Ardjuno's gebaar
in de Mahabharata. Eerst de rechterhand
op de linkerschouder. Eerst de doe-hand
te rusten leggen op je inkeer-zijde. En
pas optrekken om daden te doen na de
raad van je eigen innerlijk te hebben in
gewonnen"
LIESBETH STEUR
18