I f. ZESDE KLAS SIMPANGSCHOOL TE SOERABAJA Onder leiding van de heer Scharff. ingeleverd. Al spoedig merkten we, dat voorraden voedsel en kleding naar Duitsland wer den gesleept. Ook de schoenen gingen op de bon. Schoolkinderen liepen zelfs in de winter op houten sandalen, leder persoon kreeg een aantal bonnen, waarop hij de voornaamste levensmidde len zoals brood en boter kon kopen. Textielgoederen kon men slechts op de bon verkrijgen. Eind 1941 mochten er geen bovenkleren meer verkocht worden dan met extra vergunning. Er werden razzia's gehouden onder de mannen vanaf 18 jaar. Zij werden in Duitsland te werk gesteld. Natuurlijk do ken er velen onder. Ze hielden zich in de grote steden vaak verborgen onder de vloer van benedenwoningen of in de ruimte boven de schuifdeuren van de suite in vooroorlogse huizen. Er waren ook mannen en vrouwen, die ondergronds werk verrichtten en dap pere families, die Joden geherbergd heb ben. Door het bonnenstelsel kwamen de on derduikers en de ondergrondse werkers in broodnood. Men hoorde dan ook meerdere malen, dat er overvallen wer den gepleegd op distributiekantoren. Er werden boekjes uitgegeven met nut tige wenken. Daarin stonden aanwijzin gen hoe je met kleding, voedsel en zeep zo zuinig mogelijk om moest gaan en hoe je toe moest komen met het gerantsoeneerde gas en licht. Mijn broers, die naar Indië zouden wor den uitgezonden, hadden hier gelukkig een baan gekregen. Eén van hen be schikte over een volkstuin, waardoor hij telkens hoeveelheden aardappels, winterwortelen en uien in huis kon ha len. De koudste kamer werd als voorraadvertrek ingericht. Toen het leed zover gekomen was, dat men gaarkeukens opende en het eten onder de bevolking werd verdeeld, had den wij voldoende aan onze eigen keu ken. Het was inmiddels winter 1944. In die tijd was het weekrantsoen een half brood en een half pakje margarine en voor de avond een kommetje gaarkeu ken-eten, wat voor velen te weinig was. Het werd bitter koud; het gas mocht maar twee uren per dag gebruikt wor den en van electriciteit was geen sprake meer. De lange winteravonden werden doorgebracht bij waxine- en kaars verlichting. Doordat de radio's ingeleverd waren, wist men over het algemeen van de gevechtshandelingen niet veel. Hier en daar werd stiekum naar de Engelse zen der geluisterd. Vader had z'n toestel in de lege ruimte boven de keukenkast verborgen. Op ge zette tijden verdween hij dus met het hoofd in de keukenkast. Toen Nederlands-lndië ook in oorlog was kregen we sporadisch hierover be richten door. We wisten nog, dat de op een na oudste broer, die in 1939 met vrouw en kind nog weggekomen was, ginds onder dienst moest en was opge leid tot officier. De honger in de grote steden werd steeds nijpender, zodat er in de laatste oorlogswinter in Den Haag duizenden mensen stierven vanwege gebrek aan voedsel. Vele vrouwen trokken er op een fiets met houten banden op uit om in het oosten van het land bij vrijgevige boeren eten te halen in ruil voor zilveren of gouden sieraden of duur bestek. Bij gebrek aan gas kookten we op een klein potkacheltje. Suikerbieten en tulpenbollen werden gegeten, om de vragende maag te vullen. Moeder maakte van gist, tjabé en een ui heerlijke sambal- goreng. Dit smeerden we op het brood. Nooit vergeten we, dat m'n jongste broer voor de verjaardag van een Oom croquetjes maakte van aardappelschillen. En wat ge noot hij, toen hij zag, hoe er werd ge smuld. Het werd steeds kouder en donkerder in de wereld. Het enige lichtpuntje, dat ons op de been hield, was de gedachte om na de oorlog zo spoedig mogelijk naar Indië terug te gaan. We meenden stellig, dat onze toekomst daar zou lig gen. Wat konden we dan weer ons hart op halen aan de prachtige natuur, de heer lijke vruchten en het lekkere eten. Ook in een eenvoudig huis met een heerlijke mandibak en een gajung zouden we te vreden kunnen zijn. Vaak neurieden we het lied: Beelden uit mijn kinderjaren uit mijn jeugd zo vrij en blij trekken somtijds kalm en rustig aan mijn peinzend oog voorbij 'k Denk nog dikwijls aan de dagen Vol geluk en stille vrêê Hoe verheugd ik steeds ontwaakte In ons land ver over zee. En al zingend was ons geboorteland een paradijs geworden. Daar zouden we geen last meer hebben van de kou en van gebrek aan water en van de donkere wintertijd, die vaak zo lang duurde. Na de oorlog Hoe weinig wisten we echter van de na oorlogse toestand van Indië af. Al spoe dig vernamen we, dat ons een tweede teleurstelling te wachten stond. Een toe komst in Indië werd ons afgeraden. Of schoon we altijd beweerd hadden, nooit in het kille kikkerland te blijven, bleef er voor ons niets anders over. Het duurde niet lang, of vele mensen uit Ned.-Indië kwamen naar Nederland. Ook zij, die nimmer naar Europa hadden willen gaan, moesten hun geboorteland verlaten. Indië kwam naar Nederland. CARRY HOENS-BOELHOUWER Cor Metzemakers, één van de leerlingen wil graag de groep weer bij elkaar krijgen voor een reünie en vraagt een ieder die zichzelf of iemand anders (her)kent te reageren. Reactie aan: Cor Metzemakers, Havenstraat 85, 1211 KH Hilversum. Telefoon na 20.00 uur: 035- 21 27 34. 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 20