ruimte (meer) hebben om over 'het zijn of er niet zijn' te filosoferen. Maar voor velen blijven boze geesten de oorzaak van narigheid, ziekte en ellende en wij weten dat die boze geesten vlie gen, bacteriën, muskieten, wormen, pa rasieten en schimmels zijn. Ook ratten en andere knaagdieren zijn voor een hoop narigheid verantwoordelijk, terwijl er nu bijna elke dag een nieuwe virus wordt geïsoleerd en brengen deze eiwit moleculen ziekte, dan is die meestal on geneeslijk en dodelijk. In die gevallen ho pen ook wij op een wonder. Bovenna tuurlijke hulp, die ons ervan verlossen kan. Geloven in wonderen is één ding en waarom ook niet? Nadenken en rationa liseren is een noodzaak, of moet je in één continuïteit zeggen, het hoort erbij. Is die vieze troep in de straten van een dorp in India, waar heilige koeien overal mogen staan, gaan en liggen en hun uitwerpselen, daar waar zij zich op dat ogenblik bevinden, mogen deponeren, nu echt zo'n vieze troep waardoor vol gens ons allerlei ziekten kunnen ont staan. Is dat zo? Of zou er ten lange leste een biologisch evenwicht ontstaan en een ieder leeft dan in harmonie met de omgeving verder? Welk dorp of grote stad in de zoge naamde ontwikkelingsgebieden evenaart de smurrie die de 'beschaafde' Westerse landen produceren en illegaal lozen in ri vieren, bodem, zee en in de lucht. Biolo gisch evenwicht? Daar kan hier niet eens aan gedacht worden. Deze en volgende generaties zullen de prijs hiervoor moe ten betalen. Heilige koe natuurlijk! Katjang kedele, heilige vrucht en waar om ook niet? Zo zijn er nog wel een paar heilige zaken te bedenken, die best kunnen en mogen en waar velen nog in geloven waardoor hun leven wordt verrijkt, de grond, een boom, een bloem, een steen, een mens. Shakespeare wist alles al van de dubbele bodem van het leven. 'To be or not to be', dat is nog steeds de vraag en hij laat Hamlet tegen zijn vriend Horatio zeggen, dat er meer dingen zijn tussen hemel en aarde, than are dreamt of in your philo sophy (l:V). Kan je deze zaken tussen he mel en aarde, waar anderen heilig in ge loven, respecteren, dan houdt dat ook in respect voor andere mensen, andere volken met hun andere levenswijze, hun andere godsdienst, hun eigen adat en hun eigen overtuiging. Ga je daar plat- voers en bot tussen staan, omdat je be ter weet en jouw gelijk op meer kennis steunt, meer macht, meer geld, dan is dat heel dom. Het is alleen jou eigen kleine gelijk en waarheid, het is zeker niet de waarheid van vele anderen. Het provoceert tot verzet en dan is het gelijk of de waarheid niet meer belang rijk. Met die houding van pronkende patserigheid wordt subiet afgerekend: jouw waarheid is, dat poep stinkt. Ik ben verkouden en dan stinkt het niet en hou je centen maar benepen domdenker. Dat zal de respons zijn of iets wat daar op lijkt en dat is wel logisch, niet dan? Logica en bovennatuurlijke zaken gaan zelden samen, maar in bepaalde situaties kunnen het boeiende combinaties zijn. Het kan niet, maar het gebeurt toch. Zo kan je je afvragen wat een Indische jongen uit Soerabaja als huisarts in Am sterdam doet. Een bijna metafysisch ge beuren. Koude winters. Verregende zo mers. Trappen op en trappen af. Bijna drie decennia lang. Een werkweek van 80 a 90 uur. Het donkere lijf rillend in de auto gesleept. Op bezoek gaan bij of be zoek krijgen van weifelachtigen, simulan ten, dissimulanten en zieken in soorten, zowel van geest als van lichaam, met mooie namen zoals hysteriforme karakterneurose of een interlobair adenocarcinoom en dan staat in de brief van de specialist nog als een soort titu latuur erachter, van het pulmon. sin. U hoeft dat niet te begrijpen. Het is een manier van hardop denken en proberen de rekening op te maken. Je tanah air uitgeschopt worden. Merdeka alleen voor Indonesiërs en Hollanders. De dia spora van gemengdbloedige zusters en broeders liet hun koud. De rest van de wereld kende ons niet. Interesse, medeleven, begrip, werden abstracties. In zo'n luchtledig bestaan moest worden gepresteerd. Onbegrijpe lijk dat het kon en dat het ook is gelukt. Velen van ons wilden in die na-oorlogse jaren hun kunnen tonen door te laten blijken dat wat er gedaan moest worden, dit altijd beter kon en hoe goed het ook gedaan werd, het was nooit goed ge noeg. Je deed het omdat je anders was. Wij anders waren. Alsof wij bovenna tuurlijke wezens waren. I'll be damned als dat niet waar was. Maar de vooroor delen zijn gebleven, de negatieve oorde len bleken onveranderbaar. What makes Sammy run? Geen bovennatuurlijke oor zaken. Niet meer dan de wil te leven en te overleven. Elke keer weer. Rituelen en mystiek gaan samen. Ritue len kunnen, zo lijkt het wel soms, het mystieke verklaren. Zoals de 'tafeldans' om de geest van tante Sophie op te roe pen en in de halfdonkere kamer te laten komen met boodschappen en waarschu wingen voor ons van de andere kant. Elk ritueel heeft een bepaalde betekenis en zeker bij primitieve beschavingen heeft die betekenis een magisch karakter en door overlevering zijn er nog vele hon derden van zulke rituelen in deze tijd te vinden. Zou het eten van beschuit met muisjes ook nog een andere betekenis hebben dan enkel het feit dat dit ritueel bij de geboorte van een kind hoort? Is het een ritus, of gewoon traditie? Waarom? Waardoor? De oorsprong? Waar? Wan neer? Er zal wel een antwoord op al die vragen zijn. Zo'n ritus of traditie ligt rotsvast in de samenleving geworteld. Veranderen kan je die dingen niet. Ik heb het geprobeerd, maar het is mij (natuur lijk) niet gelukt. Eind jaren vijftig, begin jaren zestig begon voor vele Indische ge zinnen de uittocht naar Holland. Liever niet, maar noodgedwongen. In die tijd werkte ik op de afdeling gynaecologie/ verloskunde van een katholiek zieken huis in Amsterdam, dat was ook de tijd dat Nederland herhaaldelijk met de neus op het koloniale verleden werd gedrukt. Politionele acties, 1950 onafhankelijkheid van Indonesië, spijtoptanten, Nieuw- Guinea kwestie, maar het bleef voor de meesten toch ver van het bed. Er kwa men nu via Rotterdam, Amsterdam, Schiphol een hoop 'pinda-chinezen' in het land, dat was bekend, and that was all! Ik kan niet zeggen dat ik nu zo opviel, misschien dat iedereen op de afdeling wist wie er met 'die Indische dokter' be doeld werd, maar daarmee hield het dan ook op. Wanneer ik terugdenk aan die dag, dat ik de traditie (ritus?) van het eten van beschuit met muisjes wilde veranderen of variëren zou ik moeten zeggen, dan komt het tafereel mij haast tastbaar voor ogen en kan ik het zelfs bijna ruiken. Zij kwam de verloskamer binnen, de rug licht gekromd, één hand in de zij ge drukt, in de ander haar handtas. Zij keek bedrukt en pijnlijk. Een jonge Indische vrouw ergens verdwaald in een voor haar volkomen andere wereld, maar zij leek te berusten in deze voor haar nieuwe situatie. Er ging zelfs een zekere rust van haar uit. Haar man kwam vlak achter haar binnen. Hij droeg een grote donkerbruine handtas. Eén hand had hij op de schouder van de vrouw gelegd. Ook hij keek zorgelijk. Ik stelde mij aan hen voor en in de ogen van de vrouw was er even iets van herkenning. De verloskamer rook na hun binnenkomst naar obat matjan. De hoofdzuster van de afdeling was een non, zuster Fran$oise. De heilige zuster noemde ik haar. Zij was een mooie rijzige vrouw met helderblauwe ogen en een vriendelijk ge zicht. Zuster Fran$oise keek mijn kant uit en glimlachte breeduit. 'Wat ruikt dat lekker mevrouw', hoorde ik haar zeggen, terwijl zij met een leerling-verpleegster 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 24