Geraldine Charlotte Schul-Hezemans Birdie - Amie Den Haag, Schenkweg nummer 20. Naast de apotheek. Een grote eta lage betimmerd met parket. Allerlei schoonheidsmiddelen uitgestald. Een ovaal glazen bord, precies in het midden opgehangen, met daarop in sierlijke gouden letters geschreven TInstitut de Beauté'. Als ik uit school kwam, tuurde ik met mijn hand boven mijn ogen en neus tegen de ruit, naar binnen of ik Amie (zo noemde alle kleinkinde ren hun grootmoeder) of mijn moe der kon zien. Als ze mij dan zagen dan zwaaide ik en liep dan keurig, zoals mij dat door Amie geleerd was, met blozende wangen van het rennen, de zaak binnen en groette eerst beleefd de klanten. Dan pas Amie en mijn moeder. Als ik in mijn enthousiasme enigszins luid ruchtig stond te vertellen van de da gelijkse avonturen, dan voelde ik al de blik van Amie en wist dan niet hoe gauw ik weer op fluistertoon moest komen. Ze was lang en statig, met prachtig wit-grijs haar dat gol vend in een wrong gedraaid was; haar ogen waren bijna transparant lichtblauw. Voor mij had ze iets koninklijks. Ze dwong respect af. Je keek wel uit haar kwaad te maken. Je gehoorzaamde altijd. Ze hoefde alleen maar te kijketi, dat was ge noeg. Q Overdag werkte ze altijd, en 's avonds bij haar thuis, zij woonde boven de zaak zoals ze altijd gedaan had, dan nam ze tijd voor je. Zij was geen betuttelende grootmoeder, die knuffelde, verhaaltjes voorlas of met koekjes achter je aan liep. Ze benaderde je als een volwassene. Luisterde altijd naar je als je wat te vertellen had. We mochten gerust circus spelen met alle neefjes en nichtjes en daarbij de hele boel overhoop halen, als alles maar weer waterpas op zijn plaats kwam. (Soms woonden wij daar met twee hele gezin nen, bij elkaar zeven kinde ren). Tingkah's mocht je helemaal niet hebben. Ik moest gedurende een pe riode als meisje van zeven iedere dag vieze gele pillen slikken. Daar stikte ik dan bijna in (dacht ik, anstiel deze). Amie bleef dan voor me staan, gaf me het glas met die pil en zei: 'slik in die pil' op een gebiedende toon. Van schrik verdween die pil dan direkt in mijn slokdarm, zonder ge- kokhals. (Ze had dus wel gelijk dat ik anstiel was). In mijn herinnering was ze geen uitbundige, spontane vrouw. Ze was een dame. Als je met haar ging wan delen in het bos, gedroeg je je, zonder meer. Je was trots op haar en vol be wondering. Amie was een zakenvrouw van het eerste uur. In 1928 had ze als moeder van drie kinderen al haar eerste zaak. Zeer ongebruikelijk in die tijd. Als Geraldine Charlotte Hezemans werd zij geboren op 28 januari 1897 te Potchef- stroom, Zuid-Afrika. Doordat zij als baby een klein mondje had, zoals een vogel bekje, kreeg zij al gauw de bijnaam Birdie. Haar moeder was een Ierse en droeg de naam Fitz Gerald. Vader Hezemans was een telg uit een Eindhovense familie en werkte bij de Nederlands-Zuid-Afri kaanse Spoorwegmaatschappij, die zich bezighield met het aanleggen van spoor lijnen en het bouwen van de noodzake lijke bruggen. Na de Boerenoorlog werden in 1908 alle Hollanders door de Engelsen Zuid- Afrika uitgezet en velen van hen gingen uiteindelijk naar Nederlands-lndië, zo ook het gezin Hezemans. Zij kwamen op Sumatra terecht waar vader Hezemans bij de Deli Spoorwegmaatschappij ging werken. Birdie groeide daar op en ont wikkelde zich tot een heel zelfstandig meisje dat al vroeg op eigen benen wilde staan. Zij had nog een broer, Chris (bij genaamd Laddie) en een zusje, Paula. Toen Birdie negentien jaar oud was be sloot ze te trouwen met de tien jaar oudere Wim Schul. Dat bracht heel wat beroering in de familie. Niet alleen door het leeftijdsverschil, maar Willem Simon Hendrik Schul was een zoon van een Birdie in de jaren dertig (reproductie Patricia Steur)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 8