Vlak na de Bersiap. Dochter Els schreef achterop de foto: 'Op de
goede oude Braga, die er nu zes keer zo vies uitziet. Alles gesloten.
Alleen ik nog maar'
Het hoekpand, naast het Preangerhotel, waar de eerste zaak in
Bandoeng was gevestigd.
In 1919 gingen zij voor het eerst met Trouwdag in Kota Radja 1919. Birdie en Wim staan naast elkaar vooraan. Achter Wim
groot verlof naar Holland. Zowel vader Schul. Boven aan de trap links, moeder Schul-Fitz Gerald.
Nederlandse vader uit Brabant en een
Sumatraanse moeder uit Padang. Hij was
een Indischman en dat kon je duidelijk
zien. Het was voor vader en moeder
Hezemans even slikken; voor hen was
een gemengd huwelijk niet gebruikelijk.
Zij waren zeer kritisch maar stemden
toch toe in het huwelijk en de grote
bruiloft vond plaats in Kota Radja. In de
loop der jaren zou blijken dat zij zich
geen betere schoonzoon hadden kunnen
wensen. Hij werd hun steun en toever
laat. Toen Wim en Birdie in het vooraf
besproken hotel in Medan, waar zij de
huwelijksreis zouden doorbrengen, arri
veerden, werd het jonge bruidspaar on
verwacht geconfronteerd met de pro
blemen van een gemengd huwelijk. Bij
de balie werd hun verteld dat Birdie,
een lange, slanke, vrouw met rossig/
rood haar, van harte welkom was,
maar Wim met zijn Indische voorko
men, konden zij niet toelaten.
Dit was een hoogst pijnlijke situatie,
maar Birdie, die mede door haar
grote postuur zeer arrogant kon
overkomen, heeft, na een vernieti
gende blik geworpen te hebben op de
hotelmedewerker, hem zeer statig de
rug toegekeerd en is met Wim op
zoek gegaan naar een hotel waar zij
wel samen welkom waren en natuur
lijk ook gevonden.
Medan was één van de weinige plaat
sen in Nederlands Oost-lndië waar
men toen enigszins discrimerende
neigingen vertoonde, waarschijnlijk
nog een erfenis van de Engelsen.
Birdie en Wim vestigden zich in
Padang, waar Wim als belasting-amb
tenaar bij het gouvernement werkte.
De tijd, dat je een compagnie solda
ten meekreeg om in het binnenland
van het Padangse belasting te innen,
heeft hij nog meegemaakt.
Wim als Birdie waren daar nog nooit ge
weest. Natuurlijk gingen zij op bezoek
bij voor hun onbekende familie. Bij een
tante in Brabant stootte Wim per onge
luk een vaas om. Nooit meer, dacht hij
toen. Te benauwd, te klein, te opgeprikt,
te veel gordijnen, te donkere huizen, te
weinig bewegingsvrijheid.
Terug in Padang vlogen de jaren om en
na dertien jaar en drie kinderen rijker
wilde Birdie meer. Zij was geen type van
koffie drinken en omong kosong. In 1927
kreeg Wim, veertig jaar oud, weer een
verlof, Birdie was toen dertig jaar. Beslo
ten werd het jaar niet in Holland maar in
Parijs door te brengen. Daar zou zij gaan
studeren aan de Ecole d'Esthétique Fran-
gaise. Het hele gezin inclusief Moeloed,
die al jaren bij hen in dienst was, ging
mee. Hoe Moeloed de bootreis heeft
ondergaan is een vraagteken, maar Wim
zorgde ervoor dat het hem aan niets
ontbrak.
In Parijs namen zij hun intrek in een pen
sion op de bovenste verdieping.
De eigenaresse van het pension heeft
ooit eens uitgeroepen; 'ge ne sont pas
d'enfants, ge sont des diables!!'. In aan
merking genomen dat de drie kinderen
echte buitenkinderen waren en zich nu
op een bovenverdieping moesten verma
ken, was dit nog zacht uitgedrukt.
O»
9