POIRRIÉ'S PERIKELEN Schroefdop systeem Over Belgen worden de meest bizarre moppen verteld, dat is genoegzaam be kend. Ook, dat deze moppen zelden op waarheid berusten, daar zijn het moppen voor, maar vaak tot doel hebben de ei gen stommiteiten op een ander te pro jecteren. Net zoals men vroeger met de doesoenfiguren deed, die vanuit de buitenbezittingen naar Java kwamen en het ongeluk hadden om in een grote stad terecht te komen. Daarom bekruipt mij immer een gevoel van deernis wan neer men weer een Belg te grazen neemt. Jaren geleden, toen men nog met een tweedehands tent, geleende slaap zakken en een handvol kleingeld vakantie kon vieren aan de Costa Brava, heb ik meegemaakt, hoe een Belg met zijn vrouw en zeven kinderen door zijn kin derlijke onschuld en zuidelijk onbevan genheid helaas in het middelpunt van de belangstelling kwam te staan en aanlei ding was voor het ontstaan van de zo veelste Belgenmop. Niet zo verwonder lijk, want als een oude, met plamuur- plekken bepleisterde Opel-caravan met een berg tentenmateriaal op het dak en negen Belgen erin een camping op komt stuiven, krijg je onmiddellijk een toeloop van nieuwsgierigen. Zeker wanneer een withete receptionist achter die auto aan komt rennen, omdat de chauffeur zich niet heeft gemeld en doodgemoedereerd doorstuift naar de eerste de beste open plek. Dat was recht tegenover onze tent. Die Belg kreeg het behoorlijk aan de stok met de verontwaardigde recep tionist. Bovendien verstonden zij elkaar niet en voelde de moeder van de zeven kinderen zich geroepen, om haar echtge noot in sappig Belgisch voor oud vuil uit te maken omdat hij het bordje Stop niet had gezien. Gelukkig koos de receptio nist de wijste partij. Hij schudde moede loos zijn hoofd en sjokte als een geslagen man terug naar zijn hok. De Belg mocht blijven staan. Toen begon het feest. Van de veel te kleine imperial werd de grote bult tentenmateriaal afgegooid en de hele meute wierp zich met man en macht op het opzetten van het zomer verblijf. Het ging onverwacht snel, alleen leek het bouwsel na gereedkomen meer op een verzameling tegen elkaar aange waaide Indianententen dan op een or dentelijke bungalowtent. Dat scheen de Belgische familie echter niet te deren, want Ma sleepte kordaat allerlei ondui delijk huis- en keukengerei de tent in en Pa nestelde zich met een blikje bier in een klapstoel onder de scheefhangende luifel. Wij hadden dat tafereel met stij gende verbazing aanschouwd en stonden eigenlijk op het punt om onze ervaren hulp aan te bieden, toen er iets gebeur de, dat ons tot complete verbijstering bracht. Pa had namelijk op verzoek van zijn krijsende kinderschare een fles Cola tevoorschijn gehaald en zou die voor hen openen. Zuchtend - hij was net als zijn vrouw nogal vlezig - wrong hij zich uit zijn klapstoel en begon aan de dop van de fles te plukken. Het scheen ons toe, dat er iets mis was met de fles, want Pa's hoofd werd steeds roder en de kinderen werden ook steeds onge duldiger, maar de dop bleef erop. Weer stonden wij op het punt om onze hulp aan te bieden, toen Pa plotseling in een houten kistje graaide, daar een hamer en een metalen tentharing uitnam en de laatste met een ferme tik door de dop dreef. Na een paar keren flink gewrikt en gedraaid te hebben, had hij het gat groot genoeg gemaakt en gaf de fles aan de kinderen door. Wij hielden ons koest, want een gat is een gat en wij wis ten ook niet of men in België naast het gebruik van gekurkte flessen wel het schroefdop-systeem kende. Rond de middag toonde Pa Belg, dat hij naast een inventieve flesopener ook een kenner der typisch Spaanse gebruiken was. Met een stemgeluid, dat de halve camping overeind deed schieten, com mandeerde hij de kinderen hun waffels te houden en stantepede de slaaptent te betrekken voor de siësta. Morrend werd aan zijn commando gevolg gegeven. Hij zelf en zijn vrouw gingen meteen achter de kinderen aan naar binnen. Maar toen kwam het. Wij hoorden de rits van de slaaptent dichtzoeven en Pa een paar hartgrondige knopen slaken. Meteen daarop begon het hele koor te jamme ren en te schelden. Aan alle kanten te kenden zich allerlei lichaamsdelen op het tentzeil af en werden her en der armen en benen onder het tentzeil uitgestoken. Dat duurde niet lang, want plotseling zoefde de rits weer open en kwam het hele gezelschap er als een zwerm bijen uitgestoven. Pa voorop, hij was laaiend. Ale een wervelwind raasde hij om de tent, trok alles los wat vast zat en had met verbazingwekkende snelheid de hele handel weer tot een grote kluwen bijeen gebonden en bovenop de kleine imperial vastgezet. Onze verbijstering opmer kend, wilde hij zijn gif graag kwijt. Meer dan duizend kilometer rijden en dan zo iets moeten meemaken! Die goeie vriend, van wie hij die tent had mogen lenen, zou hij wel iets van zijn groot mama vertellen. Niets klopte. De tent- stokken waren of te lang of te kort en van het zeil deugde helemaal niets, dat hadden wij zeker ook wel kunnen con stateren? Wij knikten bevestigend, maar zeiden hem toch, dat wij het niet zo n goed idee vonden om daarom meteen weer naar België terug te willen. Gelukkig konden wij hem tot andere ge dachten brengen en met behulp van nog wat andere campinggasten de tent zo opzetten, dat hij er inderdaad als een echte bungalowtent uitzag. De hele fami lie was daar erg content mee. Pa trak teerde op een paar blikjes bier en had na verloop van tijd zelfs de grootste schik om dat malle gedoe met die Cola-fles. Natuurlijk verleidde dat iemand uit ons gezelschap tot het vertellen van enkele flauwe Belgenmoppen, maar Pa Belg rea geerde daar erg sportief op en lachte hartelijk mee. Pas bij het scheiden van de markt bleek hij niet helemaal van giste ren te zijn. Hij sloeg zijn arm om de schouders van de moppenverteller en vroeg hem vriendelijk of hij wist, waar om een Belg nooit zal leren een bunga lowtent op te zetten. Toen de moppen- verteller nietwetend zijn hoofd schudde, onderdrukte Pa Belg een lichte bierop risping en zei glimlachend: "Hoeft ie niet. Er zijn altijd wel ijverige Ollanders die het voor hem willen doen." Wie spottend durft te beweren, dat ze in België alleen maar brede bussen heb ben omdat iedereen naast de chauffeur wil zitten, zou zich moeten afvragen, waarom men het hier nodig vindt om borden met "Geen Wegbewijzering Aanwezig" neer te zetten op trajecten waar geen wegbewijzering aanwezig is. Je ziet zo ook wel dat die er niet is en als die er wel is ook, maar dan zetten ze het er niet bij. Dat moet je dan zelf maar uit zoeken. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 14