ModteontweSMiesi uit OuAcmedië Tijdens de Pasar Malam kreeg ik de kans om een afspraak met Arthur Harlan(d) te maken. Ein delijk. Hij heeft het druk in Ne derland. Zaterdagmiddag om vier uur bij zijn stand. Na tien minuten komt hij aangerend. "Sorry I'm late, trajfic was so busy from Amster dam to here. Het is bloedwarm binnen en ik stel voor buiten te gaan zitten bij de aloon-aloon met een biertje. Hij lacht. "That's just what I need. Hij loopt snel tussen alle mensen door, kan hem bijna niet bijhouden. We vinden nog net tivee vrije stoelen en installeren ons. "Kleren dragen is een eerste levensbehoefte, daarna komt het hoofdstuk status. Hoe onderscheid ik mijzelf van anderen. Hoe laat ik zien bij welke groep ik hoor. ARTHUR HARLAN "Ik ben geboren in 1955 te Bandoeng als achtste in een gezin van negen kinderen. We hebben allemaal een katholieke op voeding genoten. We zaten ook op een katholieke school, het St. Aloysius. Op mijn vijftiende overleed mijn moeder en ben toen bij mijn vader in Jakarta gaan wonen. Hij was werktuigbouwkundig in genieur en wilde graag dat één van zijn zoons hem zou opvolgen. Omdat mijn oudere broers allemaal een andere stu die hadden gekozen, vond mijn vader dat ik wél werktuigbouw moest gaan studeren in Delft. De studie vond ik niet leuk en de Nederlandse taal was ik niet goed machtig. Voelde duidelijk dat ik iets anders moest gaan doen. Ben toen naar Londen gegaan om daar aan de School of Polytechnics een opleiding te gaan volgen in makelaardij. Vond ik ook niet echt leuk, maar het was een nuttige studie, omdat ik daarmee in ieder geval werk kon krijgen in Indonesië en dat was natuurlijk de bedoeling. Ik kreeg een baan bij een heel groot internationaal vastgoedkantoor in Londen en deed alle zaken met Indonesië." "In die jaren werd het me steeds dui delijker dat ik de mode in wilde. Mis schien drong het zo langzaam tot me door omdat mijn vader mode-ont werpen een minderwaardig beroep vond. Maar door de invloed van Eu ropa, waar iedereen toch vrijer leeft, heb ik me ingeschreven op de Design School in Londen. Betaalde de studie wel zelf. Mijn vader heeft in die begin jaren niet met mij gesproken. Drie jaar duurde de opleiding. Het bleek dat ik talent had en met een aanbevelingsbrief in mijn zak vertrok ik naar Parijs, het mode-mekka. Givenchy nam mij direkt aan als assis tent. Hij vond mijn werk goed, maar volgens Givenchy ontbrak mij de ken nis van het 'draperen'. Technisch was ik door de opleiding in Londen wel heel goed onderlegd. Ik kon ieder pa troon tekenen en de stoffen snijden en ook het model in elkaar zetten, maar het echte ontwerpen, vanuit een stof draperen was ik niet meester. Givenchy zag duidelijk wat in me, want ik werd weer teruggestuurd naar school voor twee jaar om te leren draperen. Aan het eind van die opleiding, ik werkte toen ook nog bij Givenchy natuurlijk, hij in vesteerde in mij tenslotte, kreeg ik een aanbieding van Christian Dior. Al die grote jongens speuren de scholen af naar talent. Daar was een toekomst voor me weggelegd. Bij Givenchy was ik eigenlijk uitgeleerd, hij ontwikkelde niet meer en Dior stond toen in het middel punt van de belangstelling. Je snapt dat Givenchy woedend was, ik moest de hele opleiding terugbetalen. Terecht na- Hartami r A i ,7 SU tuurlijk. Heb ik ook gedaan." "Mare Bohan, de leider van het huis Dior had een gestroomlijnde organisatie. Assistenten werkten altijd apart. Je wist van elkaar wel dat je er werkte, maar wat je ontwierp was geheim. Iedere as sistent had een eigen kamertje, dat altijd met een groot slot dicht ging, als je er niet was. Het was 'out of the question' dat je over je werk sprak met de ande ren. En daar is natuurlijk een reden voor. Een schoolvoorbeeld van het ste len van ideeën, dat komt altijd voor in de modewereld, is wat ik meemaakte toen ik met mijn portfolio onder de arm naar Versace in Italië ging. Het leek me wel weer eens wat anders om daar te werken. Ik maak een afspraak, kom daar een prachtig strak kantoor binnen, vraag naar Versace, maar die was er niet. Hij zou over twee uur komen. 'Laat uw map maar hier, dan hoeft u daar niet mee te sjouwen als u gaat winkelen nu'. Dat vond ik heel aardig. Ben lekker de stad in gegaan, op een terrasje gezeten en na twee uur meldde ik me weer bij de mooie secretaresse. Ja, het speet haar bijzonder, maar Versace zou vandaag niet meer komen. Ik kon onverrichte za ken terug naar Parijs. Toen de nieuwe collectie van Versace werd gepresen teerd, kreeg ik een fit, al mijn ontwer pen die in mijn portfolio zaten, liepen daar kant en klaar rond. Gewoon gejat 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 21