O het dragen en het verwerken van dat verdriet behoort tot de bijna onmoge lijkheden. Medicijnen worden slecht verdragen, wat dan heet dat de farmacokinetiek zich heeft gewijzigd. Al die zaken, die eerder genoemd wer den, kan onder de noemer worden ge bracht van leeftijdsgebonden veranderin gen in de zogenaamde psychofysiologie. We hebben altijd wel geweten dat oudere mensen lichamelijk en geestelijk anders zijn. Men moet zich echter hoe den voor stereotype opvattingen, welke vandaag helaas steeds sterker en ook va ker beluisterd kunnen worden om aller lei redenen. Meestal zijn die redenen po litieke, zoals het 'te oud zijn' om nog voordeel te kunnen hebben van extra zorg en behandeling bij ziekte. De poli tieke toverformule, die dan gehanteerd wordt heet kostenbesparing. Nog kan ik slapeloos naar het plafond turen wanneer ik, om welke reden dan ook, herinnerd word aan de vergaderin gen over indicaties voor opname en be handeling in ziekenhuis, verzorgings tehuis of verpleegtehuis van 'mijn geria trische patiënten' in de tijd van mijn werkzaam leven. Ik zal u de zogenaamde overwegingen besparen, maar die zijn van dien aard dat ik zou zeggen: "senioren van Nederland, let op uw zaak". De indeling die deze maatschappij maakt, is niet alleen willekeurig maar ook niet ongevaarlijk daarom. Wie bij de senioren of bejaarden be hoort, is ingedeeld volgens een leeftijds criterium en het maakt die administra tieve indeling niet uit of je als 60-jarige of 70-jarige je mannetje nog heel goed staat, zowel lichamelijk als psychisch en sociaal-maatschappelijk. Je bent als senior domweg te oud. Waarvoor eigenlijk? En waarom damn it! Ouderen onder u - en ik reken mijzelf daar ook toe - zijn in hun leven vele ma len reeds 'ingedeeld'. Begin maar eerst gewoon bij je thuis. In eerste instantie behoorde je tot 'de kleintjes' en je ging naar de lagere school. Dan kwam de puberteit en de middel bare school. Je werd volwassen en stu deerde verder of je begon aan een car rière van onderop. Op kantoor of als vakman. Van knecht werd je baas en misschien zelfs eigenaar. In het hedendaags jargon heet dat ondernemer. Welnu, de laatste indeling van ons leven heet "de kwets bare oudere mens". Je bent nu bijna-patiënt en bijna-patiën- ten zijn aan bepaalde problemen onder worpen. Van die problemen is een inde ling gemaakt, ze worden genoemd de vijf I's van de geriatrie. U moet niet denken dat ik u nu maar wat op de mouw speld. In elk geval kunt u nu zelf nagaan of u patiënt bent of dat u met die dokters niets te maken heeft. Indeling of geen indeling. Met één I of alle I's. Ach, dokters zijn ook maar mensen moet u maar denken en dus doen ze mee. Met indelen bijvoorbeeld. Wan neer u van mijn leeftijd bent en dus vol gens de indeling van WVC 'bejaard', dat wil dus zeggen tussen de 65 en 70 jaar, kijk dan of u zich in die vijf I's kunt vin den en eventueel in mijn persoonlijk commentaar daarop. 1. Intellectuele achteruitgang. (Ik weet eigenlijk niet of ik nog steeds verstrooid ben of dat ik inderdaad vergeetachtig word.) 2. Instabiliteit (Struikelen over een losse tegel of een fikse smak bij gladheid, dat is mij wel eens overkomen.) 3. Immobiliteit (Nooit zo'n hardlopertje geweest, maar traplopen wordt moei zaam.) 4. Incontinentie (Het is al heel lang zo, dat ik met een volle blaas vooral niet de hik moet krijgen.) 5. Iatrogene nevenwerking van genees middelen (Dit betekent zoveel, dat je ziek of zieker bent geworden van de me dicijnen, die de dokter je heeft voorge schreven en daar lever ik liever geen commentaar op.) Conclusie: Wij zijn geen bijna-patiënt, wij zijn vooral géén patiënt. Oud, misschien, maar niet kapot te krij gen. Toch houdt het eens een keer op. Oude mensen zijn dan totaal afhankelijk van de liefde en zorg en begrip van de mensen, die hen omringen. De "high-risk" oudere, zo heten zij in Drenthe, in Friesland en in Limburg en Brabant. De ouderen, die de hoogste prioriteit hebben voor een opname in een verzorgings- of een verpleeghuis en waar zij ook in Nederland opgenomen zullen worden, ik hoop voor hen dat zij verzorgers zullen treffen met een hoog moraal en heel, heel veel liefde voor hun medemens. Oude, zieke, totaal afhankelijke mensen verplegen en verzorgen, vergt niet alleen een ijzersterk lichaam maar ook een on gelooflijke hoeveelheid geestkracht en een diep, bijna religieus gevoel van me dedogen voor die tragische medemen sen. Wie is een "high-risk" oudere? In elk ge val iedereen die ouder is dan 80 jaar. Ik had voor mijzelf een soort spiekbriefje gemaakt voor die ellendige vergaderin gen waarin beslist werd wie wel en wie (nog) niet voor opname in aanmerking kwam. De alléén wonende hoogbejaarde en niet meer geheel valide hoorde voor mij op de urgentielijst. Mensen die op hoge leeftijd hun partner verliezen. Ouderen, die zeer wankel ter been zijn en steeds weer zo maar vallen. Ook deze konden niet "thuis" blijven, vond ik. De totaal incontinente bejaarden, die al leen wonen en door de stank sociaal on aanvaardbaar zijn. Degenen die dreigen kapot te gaan enkel en alleen omdat oud worden zelden een zegen is maar eerder een nauwelijks te torsen last. Twee decennia geleden wa ren het trotse en onafhankelijke mensen en wie kan het verdragen om dan nu een lichamelijk en geestelijk wrak te zijn. De heel demente mensen. Je had ze in soorten en dat is geen ongepaste grap maar wil alleen aangeven hoe moeilijk het vaak is om te kiezen en uit te maken wat erg, erger en ergst is. De oude mensen, waarover werd ge praat en beslist, hadden er zeker geen weet van. Een negatieve beslissing was vaak een ramp voor de naaste familie, meestal voor de partners, die dan nog langer een bijna ondraaglijke last weer te dragen kregen. Voor al die Drenthse "high-risk" oude ren hoop ik dat ze onder Drenthenaren hun laatste dagen moegen beleven. Zo ook voor de Friezen en de Limburgers. Wat mij zeer na aan het hart ligt zijn de oudjes uit ons Indië. Ik gun hen de krossie males en de nassi tim (mag wel pedes als kauwen hoef maar niet). De bohong verhalen van tante Kootje en de sajoer lodeh en de nassi petjel. Het 'schorre geluid' van oom Tjoh, die zich zelf op een hoogbejaarde gitaar bege leidt: "ombak poetih-poetih, ombak dat- eng dari djaoh.... maniséh, maniséh..." Het is een verhaal geworden met een duidelijk persoonlijke inslag. Laat ik eindigen met de laatste regels van het gedicht "Bezinning". Wellicht had ik dan al het hierboven geschrevene weg kunnen laten: "Hier of elders, 't is hetzelfde leven Want hetzelfde hart Dat ondermijnd Door een onverzoenlijk tegenstreven Aan zichzelf verkwijnt" Ik gun u allen een lang maar vooral ge zond leven. Een sterk hart, welke alle chaos in het leven, niet alleen voor u kan dragen, maar ook sterk genoeg zal zijn anderen te steunen in wat toch altijd is en zal blijven: ons leven, een Godsge schenk. 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 24