VAN dMH MilHISitNI
EN PINGEN PIE
MISSCHIEN VOORBIJGAAN
RUIMEND VAN WEST NAAR OOST
mm
Mijn aanstaande man (als u dit leest mijn
nieuwbakken echtgenoot) is een fervent
zeiler. Van jongs af aan heeft hij op het
water gezeten, eerst in een heel klein
zeilbootje, een piraatje en van lieverlee
werd het bootje steeds groter. Hij gaf
les op de plaatselijke plas en verdiende
zo als middelbare scholier heel wat cent
jes. Kon dan wedstrijden zeilen,
bootje mooier maken, een nieuw lijn
tje hier, een nieuw harpje daar en ga
zo maar door. Toen hij ontdekte dat
ik zeilen minstens zo leuk vond als hij,
was het hek van de dam. "Laten we
een boot kopen!" was meer een
statement dan een vraag. Na alle
'water'tijdschriften uitgeplozen te
hebben en wat getawar waren we in
eens de trotse eigenaars van een zeil
boot. Thuishaven ergens aan het
IJsselmeer en eind maart maakten we
onze eerste trip. Fanaat klinkt dat,
maar als je enthousiast bent kan je
alle ontberingen aan. Koud, koud, je
kan het je niet voorstellen. De tempe
ratuur op het water is graden lager
dan op het land. Met zes lagen kleding
aan, lijkend op een Michelinmannetje
en met het vooruitzicht van warme
chocola of Jagermeister (alleen als die
ijs en ijskoud is), was het best uit te
houden. Trouwens met een beetje
harde wind ben je wel steeds in be
weging. Een wereldreis over een aan
tal jaren, daar fantaseerden we over:
naar Amerika, Columbus achterna,
naar Indonesië, de VOC achterna, of
richting Australië, achter Thomas Cooke
aan. Maar pienter(..) als we zijn, begon
nen we op het IJsselmeer. Ervaring op
doen heet dat. Deze zomer is het geluk
aan mijn zijde, alleen maar mooi weer (in
stilte hoop ik dat het vanaf nu ieder jaar
zo zal zijn). Gewoon in je zwempak, op
je blote kakkies, pet en zonnebril op en
je ruist, voortbewogen door de wind,
over het water. Stilte, alleen het geklots
en het geluid van de wind in de zeilen.
Zo liggend op het dek, soes ik weg in de
zon en denk aan onze aanstaande huwe
lijksreis naar Indonesië. Als ik door mijn
wimpers het water aftuur zie ik in in de
verte een zeilschip op ons af komen.
Vraag me af of ze in Indonesië ook aktief
zeilen, weet daar eigenlijk niets van. Er
was vroeger wel een jachtclub in Batavia,
heb ik gelezen bij het IWI. Ook de
Waterkampioen heeft in de jaren dertig
eens een special over Nederlands-lndië
uitgegeven. Hadden die boten ook zulke
namen als de boten in Nederland, zoals
Jacoba Johanna, Vertrouwen en Stavast,
Vrijheid, maar dan in het maleis. Ik ken
Een Makassaarse prauw onder volle zeilen
(gedenkboek MZS 1947-1977)
iemand die zijn boot 'Bandoeng' gedoopt
had. Als we in een haventje liggen, bestu
deer ik altijd de namen van boten, in de
hoop iets bijzonders te ontdekken.
Laatst was er een klein zeilbootje, heel
oud, het heette 'Senang'. Dan kijk ik nog
eens extra goed, wie er op zo'n bootje
zitten en dan voel ik een soort verbon
denheid. Het schip uit de verte is dich
terbij gekomen en ik tuur me een onge
luk om de naam te kunnen lezen. Kan
niet. Wachten maar. Dan ineens zie ik
het. Ik ga rechtop zitten om het nog
eens goed te lezen. Dat is zo'n naam die
toen ook vast gebruikt werd: 'Macassar
Dew', mooi toch. Het zegt alles. Zo
mooi toch. "Kijk", roep ik, "kijk dan hoe
dat schip heet. Die mensen komen zeker
uit Indië!" Vier paar ogen kijken mij aan
en dan naar het schip en dan weer naar
mij. "Ja hoor, 'tuurlijk hoor, op zeker,
Indië op het IJsselmeer." (mijn zoon kent
mijn afwijking). We zwaaien naar de
'Macassar Dew'. Er wordt terug-
gezwaaid, maar dat doet iedereen op het
water. Niks bijzonders. 'Macassar Dew'?
Ik ga weer liggen en mijn ogen vallen
langzaam dicht. 'Macassar Dew'?
Waarom heet dat schip zo. Als recht
geaarde Hollander noem je je boot niet
zo, denk ik. Het kan niet anders dan dat
zij iets met Indië hebben. Ik graaf in mijn
geheugen, wat heb ik ooit gelezen over
Makassar?
Misschien heeft het te maken met de
Middelbare Zeevaartschool te Makassar,
opgericht in 1947. Makassar was uitge
kozen voor deze school omdat het een
drukke haven had, waar alles ge
beurde op zeevaartgebied. Bijna
iedere zeevaartschool had toch
ook een eigen zeilschip. Je kreeg
natuurlijk niet alleen instructie op
een motorschip. De MZS had vol
gens mij een kotter, waarmee je
ook kon zeilen, de 'Soelawesi'.
Daar werd ook les op gegeven.
Ooit gelezen in het gedenkboek
van de MZS. En de Makassaarse
prauwen waren beroemd, zulke
prachtige schepen, met al hun zei
len. Begrijp niet goed hoe al die
zeilen gehesen worden trouwens.
En natuurlijk de zeilwedstrijden
die regelmatig gehouden werden
met prauwen, die getuigd zijn met
een model zeil, dat ik nog nooit
gezien had. Als je daar woonde en
iets met het water te maken had,
werd je vanzelf wel enthousiast
voor de zeilsport. Dat verklaart
de naam 'Macassar'. Waar 'Dew'
vandaan komt begreep ik pas,
toen ik het gedenkboek nog eens
doorbladerde. Daar staat een dag
indeling in van de leerlingen, die
om half zes in de ochtend begon
met gymnastiek op de sportplaats. En de
zin die daarbij staat verklaart het: 'het
was nog zo ontzettend koud in de och
tend'. Koud? Dan was er ook ochtend
dauw, kan niet anders met de hitte over
dag. Vandaar 'Macassar Dew', weliswaar
een Engelse naam, maar zeg nou zelf
'Makassaarse Dauw' klinkt niet echt.
STEUR
31