DE DOKTER VAN VROEGER EN DE DOKTER VAN NU een paar vertellingen daarover Historisch moet je niet te ver teruggaan, want dan verlies je de interesse en de samenhang van de ontwikkelingen, die uiteindelijk hebben geleid tot de dokter van vandaag. Ook gaat het er niet om de ontwikkeling van de moderne medische mira kels qua diagnostiek of wat betreft de therapie hier uit de doeken te doen. Het gaat mij gewoon om de dokter en daar babbelen wij wat over. door J.A. Stolk, huisarts De invloed van de omgeving, die door de jaren heen ook veranderd is, moet van invloed zijn geweest op medisch ge drag en handelwijze. In zo'n veranderende maatschappij ver andert de dokter natuurlijk ook. Of dat ten goede is? Het moet toch wel, kan niet anders. Maar laten wij doorgaan met het verhaal. De dokter is nu anders omdat de wereld waarin wij leven een andere is. Een be tere? Diagnose en therapie verbeteren met de dag kan je wel zeggen. Medische mira kels hebben we dat eerder genoemd. Deze veranderingen zijn in elk geval ver beteringen. Maar daar moet je toch met een een kanttekening bij zetten, en wel deze dat door al die nieuwe medische technieken en - technologieën de dokter ook vaak alleen technisch denkt. Wanneer die snelle en moderne en nieuwe jonge dokters niet oppassen dan is de dokter als mens binnenkort "his tory". Met oppassen bedoel ik dat er niet alleen gekeken wordt naar de licht jes en getallen op de digitaalapparatuur en er niet alleen geluisterd wordt naar het piepje dat er uitkomt en dat alles wordt dan opgeschreven in de status van de patiënt, maar de patiënt wordt niet gezien, niet gehoord, laat staan dat de dokter met de patiënt praat. Behalve dat wat hierboven geschreven werd zeker niet voor alle dokters geldt, is het ook nog wel zo, dat het de dokter van deze tijd soms wel heel moeilijk wordt gemaakt door een lawine van voorschriften, herroepen voorschriften, een nieuw verbod en een weer ingesteld verbod, een ruzieënde collega van de in spectie en een klagende apotheker, dat je je niet houdt aan de voorgeschreven hoeveelheden medicijn per recept. Zie kenfondsen, die sjoemelen met het aan tal patiënten en patiënten, die soms de dokter wel kunnen wurgen en dit moet toch kunnen in deze moderne tijden. Het is een teken aan de wand. De hand, die op de muur schrijft: u bent gewogen en te licht bevonden dokter. En wie maakt dat uit? Het zijn de neuzelende en leuterende kabouters en provo's en lie den van de alternatieve werkgroep met de ludieke naam "natuurlijk genezen" uit de middenjaren '60-'70. De neuzelaars hebben het ver gebracht. Belangrijke bin ken en meiden zijn ze nu. Allemaal mi nister. Maar wat moet je als dokter daar nu mee? Alle woorden uit de dikke "Van Dale" zijn bekend op die ministeries be halve het woord beleid. Wat moet ik ermee? Of u? Wat moeten wij ermee? "Kom", zou mijn vriendje Tony uit de 6e klas van de Genteng school in Soerabaia zeggen, "kom wij gaan hun klappen ge ven". Kon dat maar beste vriend, kon dat maar. Neem nu een geval van roodvonk en vergelijk de handelwijze, het medisch handelen dus, van de dokter van vóór de oorlog van '40-'45 en die van na de pe- rang besar. Anders gezegd van vóór en na de penicilline. De doodzieke patiënt vertoont de typi sche verkleuring van de huid en de slijm vliezen en kan van de keelpijn bijna niet meer slikken. De koorts is hoog, bijna 40 graden Celsius. De vooroorlogse dokter bleef soms vele uren bij de patiënt. Praten, raadgeven, koortswerende middelen voorschrijven. Maar de dokter moest met de familiele den ook wachten op de kentering. Elke dag kwam de dokter. Meerdere ma len per dag. Het dalen van de koorts be tekende een gunstig verloop en een ie der kon opgelucht zijns of haars weeg gaan, zo ook de dokter. De dokter van na de oorlog, die had het wat makkelijker met de behandeling van roodvonk. De penicilline deed wonde ren en doet dat nog steeds. Het was wel zo, dat ik nog heb meege maakt, dat ik met mijn penicilline-ampul- len trap op trap afging, vele malen daags, omdat de penicilline toen enkel per injectie kon worden toegediend. Dat trappenlopen, ik zal dat nooit verge ten. Het moest wel, het kon niet anders. De lift is in Amsterdam pas in september 1987 uitgevonden of daaromtrent. Toen de tabletvorm op de pharmaceu- tische markt kwam en voor de kinderen de penicilline in drankvorm, was dat dolle pret voor de patiënt en zijn dok ter. Voor de dokter was een bezoekje thuis bij de patiënt voldoende en de pa tiënt had 2 weken om "lekker" thuis ziek te zijn en uit te zieken. De penicilline had de Bèta-haemolytische streptokok weggetoverd (althans zo dachten wij, even verder zal ik u daar meer over vertellen). De laatste lichtingen huisarts kent het ziektebeeld van de roodvonk niet. Toen ik één van mijn vele co-assistenten, die de revue zijn gepasseerd wat over roodvonk wilde vertellen en over dat trappenlopen, zei de jonge man wat ver moeid: "Ach dokter, die heroïsche ver halen, daar hebben wij nu niets aan, het gebeurt nu niet meer". Te bedenken dat de generatie artsen waartoe ik behoor, in eerste instantie de volle laag heeft gekregen van de zoge naamde anti-autoritaire "beweging", die begon in de zestiger jaren. Succes heeft die anti-autoritaire beweging bij mij wel gehad, want ik heb dat autoritaire man neke, zo quasi vermoeid achter zijn bu reau, niet de spreekkamer uitgetrapt. Wellicht leven wij nu in de periode van de nieuwe autoritairen. Er zijn wel vele zaken nieuw in deze tijd en ik spreek uiteraard enkel over medi sche dingen. Zo zijn er "nieuwe ziekten" of moet je wellicht spreken van oude ziekten, die zich nieuw en anders voordoen. 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 24