De geschiedenis van de Indonesische Archipel in jaartallen samengesteld door Charles Manders In deze tweede aflevering komen achtereenvolgens aan de orde: de regering van Erlangga 1019-1049), de rij ken Kediri en Janggala, het rijk Singasari en de bloei tijd van het rijk Majapahit tot het einde van de rege ring van Hajam Wuruk in 1389. Regering van koning Erlangga (1019-1049) herstel van het Oost-javaanse rijk Het rijk Kediri (Daha) 1049-1222 ca. 1150 Hoewel Janggala groter was, raakte het spoedig op de achtergrond., Wegens de schaarse berichten hierover, is over deze periode niet veel bekend. Wel zijn de na men van de vorsten overgeleverd, zoals die van koning Kameshwara I van Kediri, die een prinses van Janggala, Ratu Kirana, huwde. 1019 Erlangga wordt officieel ingehuldigd als koning. In 1010 was hij door geestelijkheid en bevolking reeds tot ko ning uitgeroepen, nadat hij een aantal jaren als kluize naar in Imogiri had geleefd. Voorlopig is zijn gebied be perkt tot de streek tussen Surabaya en Pasuruan. Zijn vader was prins Udajana, een vorst afkomstig uit Cam bodja, die stadhouder van Bali was en gehuwd was met een achterkleindochter van Sindok. Erlangga was de schoonzoon van Koning Dharmawangsa. 1029-1037 In een reeks oorlogen verovert Erlangga de delen van het uiteengevallen Oostjavaanse rijk. Het laatste wordt het rijkje Wengker in Madiun onderworpen, waarbij de vorst Wijaja sneuvelt. Met Sriwijaya ontstond een be tere verstandhouding en omstreeks 1030 huwde Erlangga een Sumatraanse prinses. Doordat de vrede in het rijk terugkeerde, breidde de zeehandel zich uit. De gevaarlijke loop van de Brantas werd verbeterd. Zijn hof bereikte een hoog cultureel peil; de Mahabharata werd in het Javaans vertaald. Tijdens Erlangga's regering kwam een wetboek, de Shiwasasana, tot stand. 1042 Erlangga trekt zich als monnik terug in het door hem gestichte klooster Pucangan in de Brantas-delta, maar blijft toch regeren. ,1049 Erlangga sterft. Het rijk wordt verdeeld tussen zijn twee zoons in Janggala (omvattende de Oosthoek, Surabaya, Rembang) en Kediri (Kediri en Madiun). Onder koning Jajabhaja van Kediri wordt Janggala ten onder gebracht. Zijn naam is befaamd gebleven door de hem toegeschreven voorspellingen over Java's toekomst. Onder zijn regering wordt in 1157 een episode uit het heldengedicht Mahabharata, de Bratajuda, in verzen van het Sanskriet in het Kawi (oud-Javaans) overgebracht. Beeld van koning Erlangga als de god Wishnu gezeten op Garuda. 28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 28