ONBEREIKBAAR
G
BIJ DE VOORPLAAT (foto: archief Moesson)
Ze zijn onbereikbaar, deze jongens. Wij kunnen hun zien en zij ons, we
kunnen met hun praten en omgekeerd, maar wij op de grond zien de we
reld anders dan zij vanuit hun boom.
INDISCH
DOCUMENTATIE
CENTRUM
Soms hebben we niet door dat degene
tegen wie we praten anders tegen het
leven, de wereld, aankijkt dan wij. Heb
ben we het over een bepaald onderwerp
dan kunnen we van een ander iets leren
door naar hem te luisteren en met hem
mee te denken, maar we kunnen ook
doen alsof we luisteren. Met iemand
over iets praten is niet gemakkelijk. We
zeggen wel: o, hij kan met iedereen
overweg, hij kan met iedereen praten,
maar dan bedoelen we eigenlijk: hij kan
met iedereen een praatje maken. Met ie
mand praten opdat hetgeen we te zeg
gen hebben werkelijk tot die ander
doordringt is niet eenvoudig.
Met een leeftijdgenoot met gelijke ach
tergrond praten is niet zo moeilijk. Men
spreekt dezelfde taal die niet alleen be
staat uit woorden maar ook uit gedach-
tengangen omdat men in een bepaald mi
lieu is opgegroeid, naar school is gegaan,
een baan heeft gevonden of een studie
heeft gevolgd.
Als we een bepaald beeld hebben van
hoe de persoon met wie we praten is,
komt er een gesprek tot stand. Bij een
leeftijdgenoot zijn een paar trefwoorden
Het Indisch Wetenschappelijk
Instituut (tel. 070 - 354 55 01)
en het
Indisch Familie Archief
(tel. 070 - 35 I 26 02)
samen het
Het adres is Prins Mauritslaan 36;
2582 LS Den Haag en de opening
stijden zijn maandag t/m donder
dag van 0.930 - 14.00 uur. Boven
dien elke eerste zaterdag van de
maand van 10.00-12.00 uur.
voldoende om aan te voelen hoe iemand
is.
Met iemand van een andere generatie
praten wordt al iets lastiger omdat we
niet altijd zicht hebben op die andere
persoon zijn voorbije en huidige leven.
Kunnen leeftijdgenoten al uit elkaar
groeien door een verandering in de
woon-, leef- of werksituatie, ouders en
kinderen kunnen ook volledig langs el
kaar heen'praten omdat ze uit elkaar zijn
gegroeid ook al hebben de ouders die
kinderen zien opgroeien en hebben die
kinderen hun ouders ouder zien wor
den.
Beperk ik me wat praten met elkaar be
treft tot het Indische gebeuren dan moet
ik me als jongere generatie afvragen:
waar, in welk deel van het voormalig
Nederlands-lndië is die ander geboren,
wat voor opleiding en opvoeding heeft
die persoon gehad, waar heeft die per
soon gewoond. Waar heeft die ander in
de Tweede Wereldoorlog gezeten, in of
buiten het kamp, deel uitmakend van de
krijgsmacht als dienstplichtige of als be
roeps of was hij of zij burger. Waar was
die persoon tijdens de Bersiap, was hij
voor of tegen de politionele acties, wat
heeft die persoon daarna gedaan, wan
neer ging hij naar Nederland of elders.
Hoe was de positie in Nederland na aan
komst. Dit alles is van invloed geweest
op de oudere generatie zoals die nu
leeft.
Het zou verkeerd zijn als de jongere ge
neratie over de oudere generatie dacht
in termen van: oorlog, kamp, onrust,
naar Nederland oftewel Tempo Doeloe,
41 -45, Bersiap, al.
Omgekeerd zou het verkeerd zijn als de
ouderen over de jongeren zouden den
ken: jong, geen oorlog meegemaakt, in
Nederland opgegroeid, weet van niks.
Mijn generatie werd grotendeels in Ne
derland geboren na '49 en wij hebben
weliswaar geen oorlog aan den lijve on
dervonden en we hebben Indië niet zelf
ervaren en weten in die zin 'niks' van het
leven toen, daar maar we weten don
ders goed wat Indië voor onze ouders
heeft betekend en misschien nog steeds
betekent hetgeen zijn doorwerking heeft
gehad in onze opvoeding, ons denken,
ons handelen, ons zijn in Nederland.
STICHTING
HULP
AAN
LANDGENOTEN
INDONESIË
Denk aan uw landgenoten in Indonesië
voor wie het leven een grote zorg is.
Stichting
HALIN
Nassau Zuilensteinstraat 9
2596 CA DEN HAAG
Tel. 070 - 324 54 67
GIRO 308
Maar als dat alles niet interessant is om
over te schrijven, te lezen of over te ho
ren, waarom zouden wij dan proberen
ons een beeld van die ander te vormen
en naar hem luisteren als het omgekeerd
niet het geval is.
We staan dan mijlen ver van elkaar,
groeien niet naar elkaar toe en zijn on
bereikbaar voor elkaar geworden, wat
eigenlijk ontzettend jammer is.
MADELEINE GABELER
Ons reservefonds voor moeilijke dagen!
Moesson wil geen subsidie. Het wil voor
bestaan alleen als U dat wilt. Met uw
steun poekoelen wij teroes!
Hieronder laten wij onder hartelijke
dankzegging aan alle schenkers, de ver
antwoording volgen van de giften die zijn
binnengekomen voor het reservefonds
voor Moesson over september 1992
W. Boverhof 50,-; A. Burg 10,-; G.H.
Christan 30,-; A.M.H. de la Croix-Schiffer
15,-; Mw. H. Gouw 20,-; W. de Groot
9,60; Mw. J. Hamming 15,-; M.D. Hane-
graaff-Mannot 10,-; T. Heijman 10,-; J.C.L.
Jansz 10,-; R. Mariouw 70,-; G. v. Messel
50,-; W. Oltmans 25,-; A.H. Overdijkink
50,-; Mw. H. Smit-Jordaan 10,-; Mw. Ch.
Wensel 15,-; J. Willemsen-Sterckx 10,-;
NN 200,-.
Totaal ontvangen in september 1992
voor PTP 609,60
Totaal ontvangen in september 1992
voor Bruine Bus 1.968,90
w.o. 1.625,50 Kerstkrandjang
2