Een dos-a-dos (sado) (Uit: Batavia in oude ansichten, boekenverzameling IWI) rekening. Ik ben er van overtuigd, dat mijn geld geheel op zal zijn bij aankomst in Banjoewangi, want Batavia is ontzet tend duur. Nu zou ik wel naar Soerabaja kunnen gaan, doch dat is even duur als Batavia, lang zoo leuk niet om te wezen en bovendien veel ongezonder daar er momenteel veel cholera schijnt te zijn. We (jouke, Jan en ik) hebben het dus zoo geregeld dat ik bij Jouke blijf slapen en bij de familie Huydecooper die 14 da gen zal blijven eten tegen betaling van 30,-. En dat noemt men hier billijk. Afijn, ging ik in een hotel gedurende 14 dagen dan zou het me minstens 85,- kosten en is dit dus goedkooper. Je moet ook maar pech hebben. Net op den dag dat ik hier arriveer is de boot voor Banjoewangi vertrokken. Nu genoeg geprutteld voor het moment. Laat me u liever eens iets van Batavia vertellen. Het eerste wat ik gezien heb is het spoor natuurlijk. Stel u geen trein voor zooals in Holland, doch liever een lokaalspoortje en vervang dan de ruiten of vensters door jaloezieën, dan krijgt u een nauwkeurig idee van een Javaanschen trein, wat uitzicht en ook wat snelheid betreft. Van Priok naar Weltevreden is zoowat een 50 minuut sporen en is het land wat men doorreist nu juist niet geschikt om iemand een denkbeeld te geven van Java's schoone natuur. Het is alles kreupelhout met moeras tot bodem. Gelukkig arriveerden we eindelijk na een warme rit aan het station Weltevreden, dat een hoofd station is, echter niet eens zoo groot als ons station in H. Het spoor en alles wat er bijbehoort maakt den indruk alsof het zoo uit een speelgoedwinkel komt. In het hotelrijtuig gestapt en naar ons lo gement gereden. We werden getrokken door twee van de bekende Javaansche paardjes, die zeer klein zijn, zoo groot als een veulen in Holland, echter een ko lossaal uithoudingsvermogen bezitten. Meestal zijn ze roodbruin van kleur. Men heeft ze echter ook wel gevlekt met wit. De straten van Weltevreden maken een gans anderen indruk dan eenig andere zuidelijke of oostersche stad die ik ge zien heb. Er heerscht eene deftige stilte. Er rijden wel rijtuigen en er loopen wel menschen doch gaat alles zonder dat helsche geschreeuw dat in Bombay en Singapore iemand hindert. Ook is de Javaan van natura zindelijk en gaat dus gekleed in heldere schoone kabaaien, sa rongs en slaapbroeken. Hier, niet die gemeene luchtjes zooals in Singapore en Aden doch zuivere, hoewel 31 graden in de schaduw warme lucht. Ik geloof wel dat het hier warmer is dan op eenig andere plaats waar ik geweest ben, tenzij Aden misschien even warm is. Ik ben de temperaturen van Aden vergeten, was het daar echter ook zoo veel te warm doordat er geen plantje, geen grassprietje groeide, terwijl Java ontzettend vruchtbaar is en men dus overal prachtige groote boomen vindt. Wat Batavia-Weltevreden ook voor heeft (trouwens overal in Holl.-lndië het geval) is' de heerlijke ruimle aanleg van straten. Enorme pleinen tref je er aan. Zoo is er vlak bij ons huis een plein, het Koningsplein genaamd, aan alle 4 zijden een kwartier loopen lang. Voor ons huis is ook een groot plein, het Waterlooplein waarvan de zijden ieder ook minstens 10 minuut loopens zijn. Bij al die afstanden want ieder huis staat minstens gemiddeld op 1500 m2 grond begrijpt u wel dat men niet alles kan loopen, want ie mand die dicht bij woont, is toch al gauw een half uur loopens verwijderd. Men maakt dan ook veel gebruik van kleine rijtuigjes dos a dos, door een inlan der bestuurd. Ook zijn deze niet duur, tarief is een cent per minuut, en dat is niet veel, de ontzettend royale levens manier die een ieder hier volgt in aan merking genomen. Ook zijn de huizen kolossaal luchtig ge bouwd. Ruiten zitten niet in de vensters, alles is open en wordt gesloten door ja loezieën. Er gaat bijna altijd een aange naam windje door huis. Zelden ook ziet men een huis met verdiepingen. De meesten bestaan uit eene grond- verdieping met direct een bijna plat dak er over. In Bombay, Singapore en alle Engelsch- Indische steden zijn de Europeesche wij ken ook allen op Europeesche manier ge bouwd en ziet men daar huizen van 6 verdiepingen hoog. Hoogst onpractisch De militaire sociëteit "Concordia" (uit 1836) aan het \Afaterlooplein. De fontein met beelden en lampen zou rechtstreeks uit Parijs geïmporteerd kunnen zijn. Na 1950 zat hier het Indonesische Parlement. De foto is dezelfde als die voorkomt in J. van Maurik's "Indrukken van een Totok", eerste druk 1897. (Uitg. F.B. Smits, Batavia) dl. 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 32