CEREMONIELE VORSTELIJKE
VERBRANDING IN GIANYAR, BALI
Tienduizenden woonden 23 augustus jl.
in Gianyar de grootste lijkverbrandings
plechtigheid (pelebon agung) bij, die in
deze eeuw op Bali is geweest. Het betrof
de ceremoniële crematie van de moeder,
de echtgenote en vier stiefmoeders van
de raja van Gianyar, Ide Anak Agung Gde
Agung. De eigenlijke verbranding had
reeds enkele jaren geleden plaatsgevon
den in een besloten plechtigheid, in
afwachting van het bepalen van het gun
stige moment voor de officiële crematie.
Deze datum, 23 augustus, is door
Hindoe-priesters als de gunstigste dag
voor het houden van de plechtigheid
vastgesteld.
Omdat de eigenlijke crematie reeds eer
der plaats had, werden bij deze ceremo
niële verbranding evenbeelden, gemaakt
van sandelhout van de zes overledenen,
in houten sarcofagen in de vorm van hei
lige koeien (damar kurung) geplaatst.
Tweehonderd man droegen de drie,
twee ton zware, rijk versierde verbran
dingstorens van het paleis naar het voor
de crematie bestemde terrein, en lange
processies van vrouwen uit de dorpen
droegen de voorgeschreven offeranden
aan. Vervolgens werd het vuur ontsto
ken door de hogepriester (pedanda
agung) Nyoman Putra, die als hofpriester
(bagawanta) fungeert. Het door de
Hindoe-religie voorgeschreven ritueel
dient om het sterfelijke wezen van de
zes leden van de vorstelijke familie op de
juiste wijze te doen terugkeren naar de
elementen en om hun zielen te bevrijden
voor de reis naar het Nirwana, het hier
namaals. De laatste rite, het toevertrou
wen van de as aan de zee, werd de vol
gende dag vervuld.
Aan deze Ngaben (verbrandings)ceremo-
nie, die met alle vorstelijke attributen
werd volvoerd, was een maandenlange
voorbereiding voorafgegaan.
Zo waren in de desa Singapadu, in het
district Sukawati in Gianyar (Zuid-Bali)
25 kunstenaars en houtbewerkers bezig
met het vervaardigen van de drie
Nagabanda (draken uit de mythologie)
waarin de zielen van de zes overledenen
van de vorstelijke familie van Gianyar
hun laatste reis naar het Nirwana zou
den maken. Deze werkzaamheden ston
den onder leiding van Tjokorde Raka
Tisnu en van I Wayan Pugeg, twee van
Bali's meest bekende kunstenaars.
De artiesten, belast met het maken van
de draken, deden hun werk met extra
grote toewij
ding omdat,
zoals I Wayan
Pugeg opmerk
te, "Het voor
de pitra yadnya
(eerbewijs) aan
de voorouders
van onze vor
stelijke familie
is".
Alle werkzaam
heden die in
verband ston
den met de cre
matie, zoals het
bouwen van de
bade (verdie-
pingsgewijs
gebouwde cre
matietorens
resp. 17, 12 en
9 hoog, die de
lijkkisten bevat
ten) en het
gereed maken
van het ver
brandingster
rein, werd verricht door inwoners van
dorpen in heel Gianyar. Dit wordt
beschouwd als een gemeenschapsplicht
waarbij maatschappelijke solidariteit en
niet de betaling de belangrijkste overwe
ging vormt. Ook een groot deel van de
benodigde materialen werd door de dor
pen gedoneerd.
Volgens de traditie hebben alleen leden
van de hoogste aristocratie het voor
recht om bij hun crematie gebruik te
maken van de Nagabanda. Dit voorrecht
is beperkt tot de directe afstammelingen
van de Dewa Agung van Klungkung, de
voornaamste vorst van Bali. Aan deze
traditie ligt de volgende legende ten
grondslag.
In een vlaag van hoogmoed besloot de
Dewa Agung van Klungkung, die in die
tijd de onbetwiste heerser van heel Bali
was, op een dag te bewijzen dat de
priesterkaste, de Brahmanen, niets meer
was dan een stel charlatans, die beweer
den te beschikken over bovennatuurlijke
krachten. Om dit te bewijzen, stopte de
Dewa Agung een eend in een put en
bedekte de opening, zodat niemand erin
kon kijken. Vervolgens liet hij de hoogste
priester van het land komen om te raden
wat er was verborgen in de donkere put.
De priester zei tot de vorst dat het een
draak, een naga, was. De vorst lachte de
priester in zijn gezicht uit en opende de
put. Maar in plaats van een onschuldige
eend, sprong er een monsterachtige
draak uit de put, vuur spuwend uit zijn
neusgaten. Het dier kronkelde zich om
de benen en het lichaam van de vorst,
die doodgedrukt zou zijn, als de priester
niet met een feilloos gericht schot van
zijn magische pijl het dier had gedood.
Sindsdien waagde geen lid van het vor
stelijk huis van Klungkung het, om de
oppermacht van de Brahmanen te
betwisten. Tot op de huidige dag wordt
deze legende weer opgevoerd bij lijkver
brandingen van de meest vooraanstaande
leden van het vorstelijk geslacht van
Gianyar, die directe afstammelingen zijn
van de Dewa Agung van Klungkung.
Vlak voordat de stoffelijke overschotten
aan de vlammen worden toevertrouwd,
schiet een priester pijlen af op de dra-
kenfiguren, die de zielen van de overle
denen naar de hemel moeten voeren.
Het vervaardigen van de bogen en pijlen
voor dit ritueel is uitsluitend voorbehou
den aan de priesters.
De laatste keer dat Bali getuige was van
een crematie met Nagabanda draken was
in 1961, bij de crematie van Ide Anak
Agung Ngurah Agung, de vader van de
tegenwoordige vorst, Ide Anak Agung
Gde Agung.
De sarcofagen, in de vorm van koeien, worden gedragen naar het
terrein waar de crematieplechtigheid zal plaatvinden.
20