v.l.n.r. Corry Rijken Rapp-Gout, Evy Gravenhorst, moeder Louise Suzanne Gout-Lendegent, Loulou Emor, moeder Jo Clignett-Gout, Daisy (tante Doosje) Gout, later Mendes da Costa. soetils een 'make believe' maaltje op echte arangvuurtjes te creëren. Bladeren en gras fijnsnijden en mengen met boemboe van fijngeoelekte njan- krang (rode mieren), rupsen en kevers. Heerlijk rook het, maar het eigenaardi ge was dat niemand wilde proeven, erg 'anstiel' waren vooral die meisjes. En fin, misschien hadden we tenminste de grondslag gelegd voor menig goed huis vrouwtje! Een ander vermaak was het maken en lanceren van vliegers, uitslui tend het domein van jongens. Mijn kontjos en ik waren gespecialiseerd in vechtvliegers. Die mooie, met lange staarten en lusjes, gedecoreerde pruik producten waren ons te traag. Zo'n sloom, wiebelend ding dat met door de wind gebolde wangen op één plaats stond te tandaken, als 't ware smekend om losgelaten te worden.... Nou, daar zorgden wij wel voor, de verlossers! Wie van onze lezers kent dat andere jeugdvermaak 'plaatjes gooien?' Je kocht een blad met 20 of meer foto's van filmsterren, formaat 3x4 cm, knipte ze uit en bewaarde ze in een shagblikje of sigarendoosje. ledereen had zijn eigen favorieten. De mijne wa ren natuurlijk mooie vrouwen zoals Ja- net Gaynor, Maureen O'Hara, Joan Bennett, Hedy Lamar, Rita Hayworth. Je tegenstander had zijn keuze en zo namen we om de beurt onze kempha nen (kippen?) tussen twee vingers en hup, de lucht in. Bela Lugosi tegen Douglas Fairbanks Sr., als man tegen man bijvoorbeeld. Die op z'n gezicht viel was 'dood' en je erfde het lijk dat meteen in jouw blikje ging. Listige win naars die geheime truckjes hadden (hoekjes omkrullen, ongezien, voordat ze de lucht ingingen) eindigden soms met veel meer plaatjes dan in 't begin. Ik zie die computer-kids van nu al met minachtende krul op de lippen! Maar waar staan die knappe knulletjes als er geen electriciteit of batterijen zijn? Wat een gemakkelijke en goedkope manier van vermaak zoeken in tempo doeloe! Draaitollen, bikkels, hoepels, kleppers, touwtje springen, haasje-over, noem ze maar op, slachtoffers van de moder ne techniek. We zijn er niet gelukkiger door geworden. Die mooie, onbezorgde tijd van onze jeugd was ook een tijd voor lekkerbek- jes en dat waren we allemaal. Toch hing er voor mij een donkere wolk over m'n leventje. Het was in Sema- rang dat ik nauwelijks 6 of 7 jaar oud, m'n boeboer soemsoem moest prijsge ven en met alle geweld havermoutpap - voor de gezondheid - moest slikken. Wat een verschrikking; wat mij betrof bijna zo erg als levertraan of castoro- lie. Bij elke hap was het een gevecht. Dat plakkerige, slijmerige gedoe met dikke klonten, kon alleen door m'n keel gaan als ik me verbeeldde dat elke lepelvol een schip was dat de haven hoognodig binnen moest. Dat was mijn moeder's idee en ze zou ervoor boeten. Die schepen moesten echt bestaan en zodoende was het noodzakelijk dat we naamlijsten hadden van de Rotterdamse Lloyd, Mij. Nederland en de K.P.M. Daar hield het niet mee op! Per maal tijd durfde lieve moeder niet tweemaal de Op ten Noort de haven binnen te jagen; die zat er toch al in!! Dus dan maar Sibajak, Boissevain, Sloet v.d. Beele enz. Onvergetelijke gebeur tenissen die mijn interesse in de koop vaardij zeer zeker hebben verhoogd. Ook moeders hebben hun zwakke pun ten. Voor de mijne waren het rupsen. Het woord alleen was voldoende om haar op stang te jagen. Zo erg was 't dat zelfs jaren later in m'n encyclope- 43

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 43