De Pathéfoon Opa vertelt van vroeger HIS MASTER S VOICE Als je aan je grootvader vraagt: "Vertel eens wat van de vroegere muziekmeu- bels en zo... van vóór de Tweede Wereldoorlog wel te verstaan..", dan krijg je waarschijnlijk iets te horen over grammofoons en de oudste radio-toe- stellen.. En als je dan vraagt, wat een grammo foon nou precies was, wordt wellicht een beschrijving gegeven van het kastje (of koffertje) met veer-werk, slinger, hoorn èn het onontbeerlijke doosje met naalden, met behulp waarvan je dan uit de fijn gegroefde oppervlakte van de zwarte ebonieten schijf - grammofoon plaat geheten - geluid, maar in hoofdzaak muziek te voorschijn kon toveren.. Als je tenminste niet vergeten had het toe stel op te winden! Wat was eboniet? Een soort verhard rubber, waaruit die plaat was geperst. Je plaatste dan de 'kop' van de afspeelarm met de punt van de naald voorzichtig in de buitenste groeve van de schijf, kop pelde de 'rem' los, en dan hoorde je je lievelingsdeuntje... Aan het eind van het muzikaal genot bleef de naald in de bin nenste groeve van het eboniet rond- krassen, terwijl de 'motor' nog draaide totdat de veer helemaal was afgelopen. Je hoefde niet te wachten... Het was natuurlijk ook mogelijk de kop op te lichten en op z'n stander te laten rusten! Daarna moest je het apparaat weer op de rem zetten, de oude naald uit de afspeelkop halen, er een nieuwe in bevestigen, de plaat omkeren, de kast weer met de slinger opwinden - voor zichtig, niet al te stijf, anders brak de veer misschien - vervolgens weer van zijn rem losmaken, en je vernam wat er op de andere kant was vastgelegd. Ingewikkeld? En waarom moest er na het spelen van elke kant, wat hoogstens vier minuten duurde, een naald vervan gen worden? Ging het niet meer met de oude? Die naalden waren van hard staal, maar ze sleten snel door de wrij ving. Daardoor werd de punt veranderd in een soort van beitel, die de fijne groe ven uitgutste, waardoor weer het geluid steeds slechter werd. In een doosje zaten 500 of 1000 naal den. Voor een plaat had je twee naalden nodig. Een doosje kostte, laten we zeg gen 2,50. Het afspelen van een hele plaat kwam dus hooguit op één cent te staan. Men had echter altijd en overal geleerd: wees zuinig.. Uit zuinigheid of uit slordigheid liet men een naald zitten tot die zichtbaar bot was. En ruïneerde daarmee al zijn dure platen. Die per stuk misschien vijf gulden of meer hadden gekost.. Weet je nu, waarom er uit die tijd nauwelijks meer ruisarme oude pla ten zijn overgebleven? Penny-wise is often pound-foolish! Zoals zo'n oude 78-touren disk kreunde en kraste.. Hoe werkte de opnamekop? Aanvan kelijk zuiver mechanisch: De naald nam de trillingen van de draaiende rillen over; door een minuscuul hefboompje werden ze versterkt. De versterkte tril lingen werden op een membraan - een rond plaatje van mica - overgebracht. Dit plaatje bracht die trillingen weer over op de lucht in de holle buis van de arm. Typisch genoeg heette de ouder wetse opnamekop sound-box! Het nog tamelijk zwakke sound werd versterkt door een trechter of hoorn. Men had het mechanisme afgekeken van het men selijk of dierlijk oor. De Natuur was weer eens de leermeesteres geweest van de Kunst.. Maar wanneer kreeg je dan de moderne platenspelers? Die begonnen te komen na 1935. 'Electrische Grammofoons' heetten ze. De weergave van het geluid werd niet langer door een hoorn ver sterkt, neen, men had daar 'loudspea kers' voor.. (Pas veel later sprak men van boxen.) En de platen werden elek trisch opgenomen. Maar je kon die pla ten nog wel op een oud apparaat met veermotor afspelen. Dan jengelde de muziek als vanouds gezellig.. Werd echter het geluid 'electrisch' (nog met een c) weergegeven, dan daverden marsen en concerten desnoods over een heel sportveld... Het geluid was net als bij de radio! Veel mooier en harder dan vroeger. Dat was dus een hele vooruitgang. Je kon natuurlijk het geluid met een knop zachter zetten, maar welke dwaas deed nou zoiets? Daarna kwam de oorlog. De techniek werd voor andere doeleinden gebruikt dan voor de verbetering van muziek- meubels. Wie nog een oude grammo foon met oude platen bezat kon oude muziek horen. Naalden waren niet lan ger te krijgen, dus werden ze eigenhan dig geslepen.. De platen hebben het geweten! Maar na de oorlog kwam de opmars. Toen we de voornaamste opbouwwerk- zaamheden achter de rug hadden, begon de een na de ander met de aanschaf van nieuwe muziekapparatuur. Die oude dofzwarte ebonieten plaat werd vervan gen door glanzender kunststofproduk- ten. De opnamekop kreeg de naam 'pick-up'.. Later werd dat de aanduiding voor het hele apparaat, dat vroeger de naam grammofoon had gedragen. Nog weer later durfde men platenspeler te zeggen, zonder voor pro-Duitse bar baar te worden uitgemaakt.. De platen heetten later long play- en extended play-grammofoonplaten', toen LP's en EP's, tenslotte gewoon elpees. Ze lever den per kant tot 40 minuten muziek.. Het klein grut onder de schijven, dat slechts zo lang luistergenot gaf als des tijds de antieke zwarte ebonieten panne koeken, je weet wel, waren nu singles, ach zeg toch singels, geworden. En om de zaak nog overzichtelijker te maken ging men de algemene naam disk gebrui ken. Edoch, de belangrijkste verbetering heb ik nog niet genoemd: Dat was de naald. Geen stalen punt, die na elke kant ver wisseld moest. Nu was de naald een onverslijtbaar stukje saffier. Met een gegarandeerde levensduur van minstens 500 speeluren. Later werd er een nog fijnere en nog minder verslijtbare dia manten naald in de kop gemonteerd. Tussen haakjes, men sprak nu van een element... Piëzo-elektrisch of magne tisch. Ja, die vooruitgang! Zeg, wat staat er eigenlijk boven dit stukje? DE PATHÉFOON? Wat is, wat was dat? De pathéfoon was de grammofoon van de Gebroeders Pathé. Hoewel ze feite lijk filmproducenten waren, hadden zij een speciaal soort grammofoon ontwor pen.. "Pathé, Charles, Fr. filmindustrieel... 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 10