Indische Nederlanders als thema in het onderwijs
dcniwunacM
door Tom van der Geugten I)
Matabia
JWION BLOEIA
LEOPOLD
Wat leren kinderen op school over
Indische Nederlanders? Eind 1991 en
begin 1992 schreef ik voor Moesson een
aantal artikelen over de aandacht die in
het Nederlandse onderwijs - in het bij
zonder het geschiedenisonderwijs -
besteed wordt aan Indische
Nederlanders (Moesson jg. 36 nr. 3 t/m
9). Ik kwam toen tot de conclusie dat
het - zowel kwantitatief als kwalitatief -
langzaam de goede kant opgaat met die
aandacht. Daarbij wees ik op het belang,
dat schoolboekschrijvers en leraren
regelmatig voorzien worden van goede
informatie. In een nieuwe serie artikelen
ga ik verder met het signaleren en
becommentariëren van enkele recente
voor het onderwijs bestemde publikaties
over Indische Nederlanders.
Marion Bloem mag zich verheugen in
een grote belangstelling voor haar jeugd
boek Matabia. (Zie ook mijn bespreking
in Moesson jg. 36 nr. 5.) Voor de onder
bouw van het voortgezet onderwijs
(kinderen van 12-15 jaar) maakte de
Nederlandse Onderwijs Televisie een
programma over dit boek. Dit mag
beschouwd worden als erkenning van de
kwaliteit van auteur en boek, maar ook
als blijk van de groeiende belangstelling
in Nederland voor de culturele bagage
van Indische Nederlanders, die ook tot
uiting kwam tijdens de boekenweek
1992.
Het televisieprogramma bestaat uit
gedramatiseerde boekdelen (zie frag
ment I), afgewisseld met het begin van
Bloem's film Geen gewoon Indisch meisje
(zie fragment 2) en een interview, waar
in de auteur vertelt over het boek en
haar eigen jeugdervaringen (zie fragment
3). Door de aantrekkelijke vorm van het
programma beschikken leraren
Nederlands en geschiedenis nu over een
voortreffelijk middel om leerlingen in
korte tijd veel duidelijk te maken over
Indische Nederlanders.
Intercultureel onderwijs
Ook op een andere plaats zijn in 1992
schijnwerpers gericht op het boek
Matabia. Met steun van het Ministerie
van Onderwijs en Wetenschappen is
sinds 1985 gewerkt aan het project
"Naar een meer intercultureel gericht
onderwijs op de Nieuwe Leraren
Opleidingen". Wat is "intercultureel
onderwijs" en wat heeft dat met
Indische Nederlanders te maken?
Fragment I (uit: "Marion Bloem:
Matabia"; derde aflevering uit de
NOTserie Geef mij maar een boek III, uit
gezonden op 19 november 1992):
a Tekst van de gedramatiseerde versie
van het begin van het boek:
lk-figuur: "In de donkere baarmoeder
hoorde ik de urenlange gesprekken van
mijn ouders. Ze praatten zorgelijk over
mijn toekomst alsof ikzelf nog niet besta.
Ik wilde meebeslissen."
Moeder: "In Nederland heeft ons kind
een betere toekomst."
Vader: "Holland is koud en wat moet ik
daar? Ik heb altijd tussen de bananen en
klappers gewoond."
Moeder: "Maar het is ook jouw land; jij
hebt Nederlands bloed."
Vader: "De Hollanders kijken op ons
neer. Indonesië is mijn land: eigen
muziek, eigen eten."
Moeder: "Het is hier niet veilig meer,
het is beter voor ons ais we gaan."
Vader: "Goed voor het kind dan; voor
onze kleine."
b Bij de gedramatiseerde versie van een
ander fragment uit het boek zegt de ik
figuur over poeder en lippenstift: "Nu
tovert mijn moeder haar lichtbruine
gezicht net zo wit als de moeders van de
kinderen bij mij op school. Ik vind dat
wit met rood niet mooi."
Intercultureel onderwijs beoogt "het
gelijkwaardig gezamenlijk functioneren in
de Nederlandse samenleving". "Om dit
doel te bereiken moet het onderwijs
zich concreet richten op de bevordering
van goede interetnische verhoudingen
en op de verbetering van kansen van
leerlingen uit etnische minderheidsgroe
pen, onder meer door het bestrijden
van vooroordelen en racisme". Het
genoemde project beoogde "de opname
van meer intercultureel gerichte leerstof
in de afzonderlijke programma's van stu
dierichtingen en de vergroting van de
deskundigheid op dit terrein van aan
staande en zittende leraren." Het pro
ject heeft geresulteerd in de uitgave van
een serie studieboeken, waarin per
schoolvak praktische mogelijkheden zijn
aangedragen om het onderwijs te "inter-
culturaliseren". De citaten hierboven
komen uit het Ten Geleide van deze serie
Intercultureel onderwijs voor lerarenopleidin
gen (uitgegeven door Educatief Centrum
Noord, Leeuwarden 1992, tel.nr. 058-
934207).
Fragment 2: Als toelichting op de gedra
matiseerde fragmenten uit Matabia is
het begin van Marion Bloem's film Het
land van mijn ouders (1983) in het NOT-
programma opgenomen, met de volgen
de tekst:
"Als ik vertel dat ik uit Nederland kom,
geloven ze me niet. Ik ben Indisch, met
Indische ouders en Indische grootou
ders. Mijn vader en moeder komen uit
de voormalige kolonie Nederlands-lndië.
Maar ik ben in 1952 in Nederland gebo
ren." - onderbreking door kinderstem
men: "Inda-pinda-poepchinees; inda-
pinda-poepchinees" - "Al jong werd mij
door mijn omgeving duidelijk gemaakt
dat ik anders was dan de andere
Nederlandse kinderen. Mijn ouders leg
den mij uit: Je bent Indisch en daar moet
je trots op zijn. Maar ik voelde me
gewoon Nederlands. Vervelend was dat
sommige Hollandse meisjes meenden
dat het bij Indischen stonk en dat ik ze
daarom niet mee naar huis durfde
nemen uit angst dat ze hun vooroordeel
bevestigd zouden zien. Op school dach
ten ze dat mijn ouders slecht
Nederlands spraken, dat we vreemd
eten aten, dat Indischen platgeslagen
gezichten hadden en dat we met onze
handen aan onze poep zaten. En ik was
blij toen alles wat aan onze Indische ach
tergrond herinnerde langzamerhand uit
huis verdween."
25