POIRRiIÉ'S PERIKELEN Altijd te laat Hier bij ons in Beekbergen barst het 't hele jaar door van de toernooien. Behalve in de maand januari, want dan worden alle beschikbare zalen en zaaltjes avond aan avond benut voor nieuwjaars recepties. Daarna komt de stortvloed van toernooien, eigenlijk gewoon wed strijden, maar 'toernooi' klinkt gewoon geweldiger, daarvandaan. Uitzonderingen zijn echter het in de hele omgeving bekende straatvolleybal- en bonestaak- toernooi. Daar prepareren alle aanpalen de gehuchten en buurtschappen zich op alsof het om een wereldkampioenschap gaat. Neem nou het straatvolleybaltoer nooi dat bij het dorpshuis wordt gehou den, daar doen deze zomer 74 teams aan mee. Dat toernooi duurt een week en het is die hele week ook een heisa waar van zowel spelers als publiek doodmoe worden. Zelfs de bewoners van de om het dorpshuis liggende woningen zijn na afloop bekaf. Maar het blijft een geweldi ge happening waar iedereen maanden naar uitkijkt, en voor traint natuurlijk. Mooi is, dat de immense Straatvolleybal Trofee afwisselend naar een team van 'oost van de spoorbaan' en 'west van de spoorbaan' gaat. Dat is vaste prik. Die spoorbaan wordt alleen maar gebruikt door de stoomtrein, die eens per jaar Sinterklaas naar Beekbergen brengt en in het zomerseizoen nostalgische ritten voor toeristen maakt. Maar op sportief gebied lijkt het wel een Berlijnse muur. Als een oostelijk team de trofee in de wacht sleept, kun je er tenminste van op aan dat de westelijken het hele daarop volgende jaar hun messen slijpen en over de muur blijven loeren naar zwakke plekken in de verdediging van de ooste lijken. Volgens zeggen gaat de trofee dit jaar naar Atalanta Ieen 'westerse' nieuwbouwwijk waar veel jonge vaders en moeders met nog soepele spieren huizen. Onze straat doet niet mee van wege de nogal hoge gemiddelde leeftijd van de bewoners, maar blinkt wel uit bij het randgebeuren; in de buurt van de biertent. Het vorig jaar moest ik van dat toernooi een verslag maken, maar dat ging vanwege al dat enthousiasme bij die biertent helemaal de mist in. Het is toen een heel klein artikel geworden met een heel grote foto, vonden ze ook wel mooi. Met het bonestaak toernooi zit het anders in elkaar, dat is min of meer een besloten zaak. Ter verduidelijking: Een dergelijk toernooi heeft met biljarten te maken en wordt in principe georgani seerd wanneer de uitbater van een kroeg meent dat het laken van zijn bil jarttafel aan vervanging toe is. Omdat dat niet voor de keu's geldt en ook minder kundige biljarters een redelijke kans moeten hebben, wordt de keu vervangen door een bonestaak. Dat is dus zo'n lange, grove stok waartegen de sperzie boon naar boven groeit. Rotdingen, want als je daar een uurtje mee gebiljart hebt, zitten je vingers vol blaren en ben je al je kennis van effect geven of masseren kwijt. Toch komen hele volkstammen op een bonestaak toernooi af. Zelfs dames, die anders alleen maar toekijken, aan vaarden het risico van beschadiging van tere huidjes en doen mee. Steeds vaker gebeurt het dat vrouwelijke bonestakers aantreden om de mannen onder het rondvliegen van kunstnagels naar de bonestaakkroon te steken. En met suc ces, want dit jaar bereikte een van hen de 4e plaats in de categorie 'gemengd alle leeftijden', een uitstekende prestatie omdat zij een heel leger van geroutineer de biljarters achter zich liet, en verne derde. Winnaar werd Anton, een kerel van twee meter zoveel, die getrouwd is met een nichtje van Nel. In de finale kreeg hij het even moeilijk. Zijn rivaal bleek met name het bij een misser in een moeilijke positie achterlaten van de bal len goed onder de knie te hebben. Bovendien zag het laken er toen al uit alsof men er aardappels op gerooid had. Maar gelukkig had Anton nog genoeg fut over, én vel op de vingers van zijn linker hand, om de stootbal dwars door alle flarden heen naar zijn doel te jagen. De voorkant van zijn bonestaak had toen al veel weg van een versleten scheerkwast met een lange steel. Anton won met ruime voorsprong en werd natuurlijk op gepaste wijze gehuldigd. We hebben hem tegen de ochtend nog langs horen komen, toen hij naar huis ging. Zijn vrouw onthulde later dat ze nog even woorden hadden gehad. Niet omdat Anton zo laat thuis was gekomen, maar omdat hij zijn trofeeën een vaste plaats in de huiskamer wilde geven. Maar Marian, zo heet zijn vrouw, wil niet elke dag tegen een beschadigde bonestaak en een naar bier ruikende bos flarden van biljartlaken aankijken. Leuke dingen, die traditionele toernooi en, daar komt zelfs de meest verstokte anti-sportfanaat voor in de benen. Vroeger heb ik ook aan toernooien mee gedaan, maar dat was in de Oost. Allemaal Welpen van verschillende geloofs- en andere genootschappen onder elkaar; en maar kampvuurtjes sto ken, rennen, kruipen en clubdassen vero veren. En dan de meer intieme djangkrik- toernooien, waarbij je zelf geen poot hoefde uit te steken. Wie de meest venijnige djangkrik had werd winnaar. Ik heb trouwens nooit gewonnen. De eer ste zespotige gladiator met wie ik lau weren dacht te kunnen oogsten zag er uit als een gepantserde Conan de Barbaar, maar bleek een totaal versleten oudstrijder te zijn. Hij was wel dapper, maar viel al om als een tegenstander zijn voelsprieten naar hem uitstak. Mijn tweede hoop ontpopte zich in de arena als een vrouwtje, ledereen de grootste lol, die andere djangkrik ook natuurlijk. Hij vloog er tenminste meteen op af. En ze hebben een keer mijn kampioen gediskwalificeerd, en mij van de hurktri- bune afgeschopt. Dat kwam omdat ik per ongeluk zo'n grote gangsir in het strijd perk wierp. Was verboden. Wist ik veel dat dat net zo iets is als Mohammad Ali in zijn goede jaren laten uitkomen tegen een amateur-bokser. Maar die oude gla diator én die gangsir hebben me toen wel veel geld gekost. Voor de eerste moest ik aan zo'n echt opkomend maffia talent drie es-lilins betalen en voor de derde een handvol knikkers plus twee grote gekleurde bommen. Dat vrouwtje had ik zelf gevangen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 11