TJEPLIKAN APRIL ï^'pOT^Ws BIJ DE VOORPLAAT (Foto: archief Moesson) Stel, stel dat u op een ochtend als de ijsheiligen - volgens de kalender half mei regerend, maar naar mijn gevoel praktisch elke maand van het jaar nadrukkelijk aanwezig - tussen de uitgebloeide hyacinten en narcissen ineens een tenger struikje ontdekt. Met paars-rose bloemetjes en zaadhuisjes die als bruine pegel- tjes aan de takken hangen. Natuurlijk kun je je handen niet thuishouden, je plukt zo'n zaadje, rukt er even aan. Even een aanraking met je vochtige lippen en 'tjep- liek!' je schrikt je lam. Zaadhuisje knalt open en verandert in een krulletje. Het is de tjeplikan, een van die vele grapjes die de tropische natuur voor ons in petto had. De tjeplikanzaadjes springen alleen als je ze even vochtig maakt, weet u nog? Vergeet het maar, tropische natuurliefhebbers, het is een droom, de tjeplikan groeit hier niet. In Indonesië gewoon een onkruid, overal opduikend, nergens en nooit geplant. Daar vraagt de tjeplikan ook niet om en heeft geen kinderbijslag nodig. In de volgende Moesson vertelt Netty Selder in haar rubriek 'Planten uit de Tropen', meer over dit timide, maar toch vrolijke struikje. We zijn aangekomen in de vierde maand van ons kalenderjaar. Voor velen een maand van grote veranderingen, vaak onaangename. Sterfgevallen, verhuizin gen, maar natuurlijk ook geboortes, nieuwe betrekkingen, ga zo door. Het heeft volgens mij allemaal te maken met het nieuwe jaar, wat eigenlijk niet valt op I januari, maar op 21 maart: het begin van de lente. De winter is ten einde en de zon verschijnt weer. Hier in Nederland, waar men in dat opzicht met zeer weinig tevreden is, verblijdt men die eerste voorjaarszon vaak wat over dreven door direct schaamteloos in korte broek (mooie of lelijke benen ten spijt) op straat te verschijnen. Ikzelf doe er ook aan mee door de elektrische deken op te bergen, de kachel op een lager pitje te laten branden en zo af en toe de rotan stoelen in de tuin te zetten (ik ga er weliswaar nog niet op zitten, maar het staat zo gezellig). Er wordt weer flink schoongemaakt in huis, niet dat we de hele winter niets uitvoeren, maar dan kunnen de ramen weer wijd open gezet worden, dan kan de kast weer leeg door de wintergarderobe weer naar zolder te laten verhuizen, om plaats te maken voor de zomerjurken. Dan pas kunnen de gordijnen, matrassen en dekens gelucht worden, hè hè! Al of niet bewust heeft men ook eigenlijk wel zin in iets nieuws, we hebben er immers weer vier seizoenen op zitten. En dan? Dan komt er ineens die verandering van buitenaf, je wordt geconfronteerd met dat onverwachte, dat zomaar op je dak neerstort. En dat terwijl je net zo'n zin had in het voorjaar! Waarom dan juist altijd in april? Omdat we het juist dan waarschijnlijk het beste aankunnen. We worden dan op een natuurlijke wijze getroost door het zachtere weer. Als we om ons heen kijken, zien we dat de bomen en struiken weer zachtgroene knopjes vertonen, elk voorjaar weer net zo veelbelovend als het vorige jaar. Zij hebben niets te maken met ons dagelijks leven, zij gaan onverstoorbaar hun eigen gang. In voorspoed en in tegenspoed. Niets houdt het tegen, die drang tot wederbloei. Ooit zag ik een honderden verdiepingen hoge wolkenkrabber, één grote glas- betonmassa, met daarbinnen een prach tige lounge met tropische planten, vij vers compleet met fonteinen en water- STICHTING HULP AAN LANDGENOTEN INDONESIË Denk aan uw landgenoten in Indonesië voor wie het leven een grote zorg is. Stichting HALIN N assau Zuilensteinstraat 9 2596 CA DEN HAAG Tel. 070 - 324 54 67 GIRO 308 lelies. Allemaal prachtig aangelegd door mensenhanden, een lust voor het oog. Een ware prestatie! Maar niet minder is de wonderlijke prestatie van deze kleine bloempjes, die zich tussen de stoepte gels door een weg weten te worstelen naar hetgeen ons allen toekomt: de zon. Ook wanneer wij met gebogen hoofd lopen, kunnen wij, als wij dat willen, zien dat het nieuwe leven telkens weer opkomt. Zoals deze kleine paarse tjepli kan bloempjes: als onkruid verschijnt het. En u weet het: onkruid vergaat niet. Niet voorgoed. VIVIAN BOON Ons reservefonds voor moeilijke dagen! Moesson wil geen subsidie. Het wil voortbestaan alleen als u dat wilt. Met uw steun poekoelen wij teroes! Hieronder laten wij onder hartelijke dank zegging aan alle schenkers, de verantwoor ding volgen van de giften die zijn binnen gekomen voor het reservefonds voor Moesson over maart I 993. Abonnee Australië f 103,50; Dr. G.F. Bleeker 100,-; W. Boverhof 50,-; A. Burg 10,-; R.B. v. Duuren I0,-;J.W. de Groot 10,-; H. Gouw 20,-; M.D. Hanegraaf-Mannot 10,-; T. Heijman 10,-; N.N. 800,-; J.C.L. Jansz 20,-; J. Joustra 25,-; M.Ch. Keisrie 25,-; A. Mariouw 70,-; E. Martens 19,50; D.E.J. Meijer-Wiersma 50,-; A.H. Overdijkink 50,-; J.A. Pieters 50,-; E.M. Schade 500,-; J.M. Staalman 25,50; A.M.E.C. Thomeer 1.000,-; Zr. Clara Thomeer 10,-; J. Willemsen-Sterckx 10,-. Totaal ontvangen in maart I 993 voorPTP f2.978,50,- Totaal ontvangsten voor de Bruine Bus zullen in Moesson van 15 mei 1993 gepubliceerd worden. 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 2