GEIEZEN. Grote 'PASAR HALAH' - ALNERE STAD Oost-Indië gespiegeld Evenementenhal 'Centerpoint' Zaterdag 15 en zondag 16 mei a.s. met o.a. Anneke Grönloh, Rudy van Daim, Oriental Four, Hawaiian Treasures, Bunga Melati e.v.a. Open: zaterdag 15.00 - 23.00 uur, zondag I 1.00 - 21.00 uur. Inlichtingen: 03420-160551 Nicolaas de Graaff, een schrijvend chirurgijn in dienst van de VOC door Marijke Barend-van Haeften Nicolaas de Graaff was een van de vele zeventiende eeuwse schrijvende zee vaarders uit de Nederlanden: hij maakte wel 16 reizen naar allerlei uithoeken van de toen bekende wereld. Wat hij daarbij meemaakte werd in 1701 uitgegeven onder de titel Reisen van Nicolaus de Graaff, na de vier gedeeltens des werelds. Natuurlijk reisde hij ook naar 'De Oost', dat hield toen in: het hele gebied ten oosten van Kaap de Goede Hoop. En daarover schreef hij, als een soort toe gift achter de reisteksten geplakt, zijn Oost-lndise spigel, het werk waarnaar Rob Nieuwenhuys zijn befaamde hand boek genoemd heeft. Een 'spiegel' was in de zeventiende (achttiende) eeuw in Nederland een geliefd literair genre waarmee informatie overgebracht werd, maar ook een zekere moraal. Nu had De Graaff zijn informatie al in zijn reis teksten ondergebracht. De reden om daarnaast nog een 'spiegel' te schrijven moet haast wel één van morele veront waardiging zijn geweest. Razend benieuwd dus naar wat De Graaff met name over Batavia en omstreken te mel den heeft. Op twee zaken laat De Graaff in Oost- lndise spigel zijn gramschap los: op de corruptie van de (hoge) VOC-dienaren en op het wangedrag van de (Europese) vrouwen. De eersten zijn onbetrouw baar, diefachtig en belust op eigen gewin. Want ze dreven op zeer lucratie ve wijze en op kosten van de VOC aller lei particuliere handeltjes en ontdoken zo de monopolierechten van de VOC. Hun vrouwen, vindt De Graaff, zijn lelijk, lui, wreed tegen haar slaven, weel derig, spilziek op het blasfemische af, en vooral dom en ongeciviliseerd, want ze spreken geen Nederlands en kennen geen tafelmanieren. Intuïtief legt De Graaff kennelijk verband tussen de cor rupte Nederlanders in Indië en hun weelderige (Eur-)Aziatische vrouwtjes. Die waren immers in de tijd dat De Graaff Batavia aandeed met vereende krachten bezig uit de smeltkroes van (voornamelijk Aziatische) culturen een stevige, autonome maatschappij op te bouwen, waarin de Mestiezencultuur toonaangevend was en die zich hoe lan ger hoe minder aantrok van de voor schriften uit het koloniserende moeder land. In feite waarschuwt de koene wereldrei ziger tegen die ontwikkeling waarop de VOC-bazen in Holland geen zicht had den en waartegen ze zich dus niet ver weerden. Ze werkten die ontwikkeling, ook volgens de Graaff, zelfs in de hand door particuliere handel toe te staan waar het eigen familieleden betrof. Men had in Holland kennelijk niet door dat dit stelsel van nepotisme in de Oost tegen haar uitvinders gebruikt werd. En ook De Graaff had dat niet echt door. Hij verdedigde alleen de belangen van zijn werkgever, de VOC, en kon dat ook doen omdat hij niet, zoals veel van zijn reisgenoten, In Azië was blijven hangen. Zijn, ook emotionele, belang lag in Europa, niet in 'den Oost'. Hij was een trekker en geen blijver, om het maar eens in moderne termen te zeggen. Tenminste, dat is mijn interpretatie van de gegevens die Marijke Barend aan draagt en waarop zij op 18 december jl. promoveerde. En daarmee kom ik meteen op het zwakke punt van dit mooi, zorgvuldig, uitgegeven boekje: het staat barstensvol interessante nieuwe gegevens, maar die gegevens zijn niet in een denkraam geplaatst, je weet dus niet wat je ervan denken moet. Weliswaar verwijst Barend in haar inleiding naar studies als van Taylor (Smeltkroes Batavia, 1988) en Blussé (Strange Company, 1986) die 'reeds een aantal lijnen uitgezet hebben', maar ze zegt er niet bij welke en ook niet op welke wijze die van invloed zijn geweest op haar eigen manier om tegen de 'veelzijdige VOC-samenleving in de Oost' aan te kijken (pag. 12). Nu is het ook uitgesproken haar bedoe ling niet om uit te spitten of het beeld dat De Graaff van Aziatische culturen geeft ook recht doet aan de 'werkelijk heid'. Zij bekijkt het werk van de schrij vende chirurgijn 'nauwkeurig door de bril van de literatuur-historicus' en stelt het door hem geschetste beeld eenvou dig vast (pag. 12-3), gerelateerd overi gens aan niet-literaire bronnen uit die tijd. Maar vanuit die bedoeling is het m.i. weer een gemiste kans om aan het proefschrift niet een (geannoteerde) tekstuitgave van tenminste de Oost-lndise spigel toe te voegen. Dan hadden we zelf kunnen constateren hoe De Graaff zijn totok-vooroordelen over een onbegre pen, want Aziatische, (mestiezen-)maat- schappij ventileerde. Vooroordelen ove rigens die tot ver in deze eeuw hun giftige invloed hebben behouden, 't Zou aardig geweest zijn een van de bronnen daarvan, voorzien van de relativerende op- en aanmerkingen van de moderne literatuur-historicus, voortaan bij de hand te hebben. Nu moeten we het doen met een - inderdaad zeer nauw keurige - parafrase van de literatuur historica. En dat is jammer. Want niets is mooier dan de koloniaal zelf aan het woord te laten in een tijd dat zijn van zelfsprekendheden door de geschiedenis zijn achterhaald. EDY SERIESE Oost-Indië gespiegeld. Nicolaas de Graaff, een schrijvend chirurgijn in dienst van de VOC. Walburg Pers, Zutphen, 1992 279 pag. (dissertatie) prijs f 49,50. Chez Gani, Jl. Lele 1/8, Rawamangun, Jakarta-Timur 13220. Tel. (0214897670/4717788. Fax 683 167. Hotel Standard, rustig, schoon en vriendelijk. Kmrs. met AC, bad, toilet, w/k water. Prijs 2-pers. kmr. US$ 30,- Prijs l-pers. kmr. US$ 20,- Prijs incl. ontb. en kl.was. Transport beschikbaar. Avondmaaltijd evt. gratis (courtesy of the house). Inlichtingen Irene, Voorschoten. Tel. (0031) 07161-5149. 38

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 38