GLn
Wat vooraf ging
door René Wassing
deel I
Met een onnavolgbare nonchalance, als
was zij zich van haar onmiskenbare
charme niet bewust, ligt daar Palembang
dromerig uitgestrekt langs beide oevers
van de brede, lichtbruine Musi rivier.
Palembang wil zeggen vindplaats van
goud, afgeleid van melimbang: het was
sen van gouderts in de rivier. Deze
hoofdstad van de provincie Zuid-
Sumatra heeft door haar strategische lig
ging midden in het laagland aan de
samenvloeiing van Ogan, Komering en
Musi eeuwenlang het handelsverkeer
beheerst tussen het immense achterland
en de omringende Aziatische landen
overzee. Geen stad van vandaag of giste
ren, kan als Palembang terugzien op een
lang en bewogen verleden, dat zich uit
eindelijk verliest in de nevelen van een
oeroude megalietencultuur, waarvan
imposante restanten zijn aangetroffen bij
Pagaralam en Lahat, ver weg in het zuid
westen in het bergachtige gebied aan de
bovenloop van de Lematang. Het zijn
grote raadselachtige stenen beelden met
ronde vormen, die onder meer krijgers
uitbeelden met een bronzen keteltrom
op de rug, gezeten op een olifant of buf
fel. Men schrijft deze beelden toe aan de
z.g. Dongson-cultuur, die tussen 300
v.Chr-200 n.Chr. vanuit Noord-Vietnam
tot in vele delen van Indonesië is door
gedrongen en er de kennis van het
bronsbewerken heeft gebracht.
Als de nevelen van dit verre verleden
optrekken, verschijnt het legendarische
boeddhistische rijk van Sriwijaya ten
tonele, dat in deze contreien in de 7e
eeuw opkwam en tot de 14e eeuw heeft
bestaan. Het groeide uit tot een machti
ge maritieme mogendheid, welks heer
schappij zich uitstrekte over Malayu
(Jambi), Bangka en delen van het Maleise
schiereiland en daardoor de handelsrou
tes tussen India en China beheerste. Het
zond regelmatig gezantschappen uit naar
de keizer van China en de hoofdstad
was een internationaal godsdienstig mid
delpunt voor talloze monniken uit
China, Burma en India, die zich hier
bekwaamden in de Sanskrit spraakkunst
ter bestudering van de heilige teksten
van de oorspronkelijke boeddhistische
leer, het Hinayana, dat hier toen werd
beleden. Er zijn aanwijzingen, dat de
daaruit voortgekomen nieuwe richting
van het Mahayana hier later eveneens
ingang heeft gevonden. Helaas is er over
dit rijk zo goed als niets met zekerheid
bekend. De gegevens uit de schaarse
bronnen zijn tegenstrijdig en onvolledig
en vaak in het Chinees gesteld, waar
door eigennamen en plaatsnamen tot
onherkenbaar toe zijn verbasterd en dus
voor meerdere uitleg vatbaar. Ook de
archeologische vondsten, zowel uit
Palembang als Jambi (het oude Malayu?)
zijn nog te fragmentarisch om vergaande
conclusies te kunnen trekken. Zo werd
bijvoorbeeld bij Bukit Seguntang net
even ten westen van de hoofdstad een
groot staand granieten Boeddhabeeld uit
de 6e eeuw gevonden. Verder stroom
opwaarts ontdekte men een onafge
werkte zittende stenen Boeddha. Maar
andere vondsten, zoals bronzen beeldjes
van Siwa, Brahma en Wisnu uit de 14e-
15e eeuw duiden op Javaanse invloed,
waarschijnlijk van Majapahit, het
Hindoerijk van Oost-Java, dat Sriwijaya
in de 14e eeuw versloeg. Hoe het ook
zij, nog steeds weten wij niets over de
precieze ligging of de naam van de
hoofdstad van Sriwijaya, of welk gebied
er met de toenmalige term Malayu werd
aangeduid. Geleerden van naam hebben
zich er in het verleden al tevergeefs het
hoofd over gebroken en de tegenwoor
dige Indonesische archeologen zijn even
eens van mening dat het centrum van
Sriwijaya oorspronkelijk in de buurt van
het huidige Palembang heeft gelegen,
doch later werd verplaatst naar Malayu,
dat in het tegenwoordige Jambi wordt
gesitueerd. Wat men echter wel zeker
Oude stenen beelden bij Pagaralam ca. 1936
8