si 'J?tv-* -' VvV^'/'^v RUELLIA - TUBEROSA TJEPLIKAN familie: Acanthaceae Acanthus familie Deze kruidachtige struik is afkomstig uit tropisch Amerika. Ze is genoemd naar de Franse botanicus Jean Ruel (1474-1537). Geneeskrachtige planten De Ruellia Macranda die in Brazilië thuishoort heeft grote bloemen en deze mooie opvallende plant kan twee meter hoog worden. Een wild en onbelangrijk plantje, de Ruellia Antipoda groeit met zijn lichtblauw purperen bloempjes tus sen de rijstvelden. In Indonesië heeft ze verschillende namen zoals: Sawi tanah, Pangan air, Matayuyu, enz. NETTY SELDER In Indonesië is de Tjeplikan al heel lang bekend als tuinplant. Hier en daar wordt ze verwilderd aangetroffen. Ze kan meer dan een meter hoog worden. De donkergroene ovaal afgeronde bladeren zijn onregelmatig gelobt. Ze zijn ca. 10 cm lang en staan kruisgewijs tegenover elkaar. Van de zachte Acanthus hebben de bladeren in de bouwkunst als motief gediend voor de Korintische kapitelen van Griekse tempelzuilen, afkomstig uit de oudheid. De trechtervormige blauwachtig paarse bloemen zijn symmetrisch en vier tot vijf cm in middellijn. Soms worden in het wild temidden van de paarsblauwe bloe men enkele witte bloemen aangetroffen. De tweeslachtige bloemen staan aan samengestelde gevorkte bijschermen. De vele bloemen met tweelippige kroon hebben slechts vier meeldraden, terwijl de kelk en kroon vijftallig zijn; de twee helmknoppen staan duidelijk hoger dan de beide anderen. Zulke meeldraden heten tweemachtig. De stempel is plat en breed. Behalve gewone bloemen die zich normaal openen draagt de plant kleinere ongeopende bloemen. Deze zoge naamde cleistogame bloemen ondergaan heel regelmatig zelfbestuiving, gevolgd door vrucht- en zaadafzetting. Men ziet dit verschijnsel o.a. bij sommige viool- en kla- verzuringsoorten. Het vruchtbeginsel is boven- standig. De rijpe twee kleppige doosvrucht springt bij vochtig weer met een knalletje open, daarbij de zaden ver weg werpend. Behalve door zaaien en stekken kan de plant door uitlopers verme nigvuldigd worden. De plant heeft knolvormige zijwortels. De planten groeien het liefst op een beschaduwde, vochtige losse grond. Ruellia Tuberosa Tjeplikan (Acanthaceae) rechtsboven: cleistogame bloem; daar onder: geopende vrucht met zaden; middenonder: de knolvormige bijwor tels Ruellia Tuberosa Tjeplikan Den Pasar 1992. Langs de kant van de weg bij een kampong. Wij zijn speciaal teruggereden om de plant te fotograferen en een stengel af te plukken om haar te determineren. Mevrouw E. Beets heeft een vraag over de geneeskracht van een plant. Heeft er iemand ervaring met het gebruik van de lida buaja plant als rem mer of genezer van kanker. Of bestaat er een ander Indisch kruid/middel om deze ziekte af te remmen? U kunt uw reacties rechtstreeks sturen naar: mevrouw E. Beets-Arnhold Berewoutstraat 16 521 I DJ Den Bosch Tel.: 073-142284 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 20