De geschiedenis van Archipel in jaartallen de Indonesische samengesteld door Charles Manders deel 9 In deze negende aflevering wordt de tweede helft van de 18e eeuw tot het einde van de V.O.C. in 1799 behandeld. 1750-1761 1761-1775 1743-1750 Van Imhoff bijgenaamd 'De Hersteller', G.G. Doet een ernsti ge poging de achteruitgang van de V.O.C. te keren. Strenger optreden tegen de ambtelijke corruptie heeft geen blijvend resultaat. Hij is de eerste G.G. die heel Java bereist. Laat het landhuis Buitenzorg bouwen, de latere residentie van de G.G.'s. Sticht in Batavia een Latijnse school, een marine-acade mie (beide van korte duur), een postkantoor en doet de eer ste krant verschijnen, de Bataviase Novelles. Mossel G.G. Ook hij tracht de misbruiken te bestrijden, o.a. door het regelement tegen 'pracht en praal' in 1754. 1749-1757 Derde Javaanse successieoorlog. In 1749 overlijdt Paku Buwono II, die op zijn sterfbed zijn rijk aan de V.O.C. ver maakt, dat daardoor een leen van de Compagnie wordt. De V.O.C. erkent zijn zoon Paku Buwono III als Sunan. Hiertegen verzetten zich Mangku Bumi, een broer en Mas Said, een neef van de overleden Sunan. Daarop volgt een jarenlange guerilla- oorlog, waarin de jonge Sunan door de Compagnie wordt gesteund. Aan de strijd kwam een eind door het verdrag van Gianti in 1755, waarbij Mangku Bumi de helft van het rijk kreeg. Hij werd onder de titel Hamengku Buwono I de eerste sultan van Yogyakarta. Bij het verdrag van Salatiga in 1757 kreeg Mas Said een gebied als leen van de Sunan onder de titel Mangku Nagoro I. Hiermee was een eind gekomen aan het ongedeelde, eens machtige rijk van Mataram. 1751 Ook Banten wordt een leenrijk van de Compagnie, nadat de wettige kroonprins, Pangeran Gusti, in zijn rechten was her steld door de Hollanders, die hem door zijn stiefmoeder, de sultane Fatima, waren ontnomen.De Lampongse districten in Zuid-Sumatra, die aan Banten toebehoorden, werden aan de Compagnie afgestaan. Van der Parra G.G. Onder deze prachtlievende landvoogd, die vijf landhuizen bezat, tierde de familieregering welig. Hij is de enige G.G., die op Ceylon geboren, zijn leven lang in Indië ver bleef en het moederland nooit bezocht. 1772-1778 Balambangan, het laatste zelfstandige rijkje op de zuidoost punt van Java wordt veroverd. Daarmee is geheel Java, direct of indirect, onder het gezag van de V.O.C. gekomen. 1778 Oprichting van het Bataviaas Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen, de oudste Europese wetenschappelijke instelling in Azië. Een van de initiatiefnemers was G.G. De Klerk (1777-1780). Het tegenwoordige Nationale Museum in Jakarta is een voortzetting van het Bataviaas Genootschap. Ook had Batavia in de 18e eeuw een sterrenkundig observato rium, dat door Ds. Mohr op zijn landgoed aan het Molenvliet werd gebouwd. Deze sterrenwacht werd door een aardbeving verwoest. 1779 Sultan Abdul Rahman Alkadri van Pontianak erkent de V.O.C. als leenheer. Mr. Dirck van Cloon, G.G. 1732-1735. Hij werd in 1684 gebo ren in Batavia als zoon van Philip Jacob van Cloon, schepen van Batavia, en een Indische moeder, van wie de naam in geen enkel stuk wordt vermeld. Het feit dat Van Cloon tot de functie van landvoogd kon opklimmen, illustreert het feit dat in de 18e eeuw telgen van Mestiezen-families een voor aanstaande maatschappelijke positie in de Indische samenle ving innamen. 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 30