MOELOED
Achteraf kun je wel stellen dat hij een
bijzondere figuur was. Als katjong van
een jaar of veertien kwam hij bij mijn
ouders in dienst. Zij hadden net hun
eerste kindje. Wij schrijven 1916 en in
het oude Indië kon je een handig hulpje
best gebruiken. Hij heette Moeloed;
leerde snel en groeide als het ware met
het gezin mee. In zes jaar tijd was het
gezin uitgegroeid tot zes personen:
Vader, Moeder, drie kinderen en
Moeloed. Hij verhuisde overal met ons
mee, heeft ons tiener en twen zien wor
den en er het nodige aan bijgedragen. In
die tijd werd er veel verhuisd, niet alleen
van de ene stad naar de andere omdat
Vader een andere standplaats kreeg toe
gewezen, maar gewoon van het ene huis
naar het andere, omdat het beter of
groter was, dichter bij het werk, voor
deliger of kleiner. Van dit laatste was bij
ons geen sprake, want mijn grootouders
(van moeder's zijde) woonden bij ons in
totdat wij kinderen de tienerleeftijd
hadden bereikt. Voor grootmoeder en
grootvader werd het zo druk in huis dat
het voor hen toch beter was een eigen
huisje te betrekken. Moeloed's vrouw, ja
zo ging dat, werkte bij hen, dus een
nauw contact bleef bestaan.
Moeloed in Parijs
In het jaar 1926 ging het hele gezin met
verlof. Ze zouden ruim een jaar in
Europa blijven en wel, in Parijs. Moeloed
ging mee om op de kinderen te passen.
Dat waren Arti (Broerie-Rie) van vier,
Els (Baby) van zeven en Willy (later
Tjanga), die 10 jaar oud was.
Hoe Moeloed die reis van vier tot zes
weken op de boot heeft ervaren, zullen
we nu niet meer te weten komen.
Overdag aan dek zagen we hem wel als
hij zich met ons, kinderen, bemoeide,
maar 's avonds was hij weer weg. Toch
vraag ik me wel eens af, hoe hij zich
gevoeld moet hebben; echt een vreem
de eend in de bijt, misschien was hij ook
wel zeeziek en hoe dan met het eten,
elke dag 'kentang'?
Maar mijn Vader zal hem geïnstalleerd
3 I augustus 1930. Moeloed op de fiets
en geïnstrueerd hebben over wat hij het
beste kon doen en hoe. Moeloed was
trouwens handig, niet verlegen of
onderdanig. Zal dus best aan zijn trek
ken gekomen zijn.
In Parijs werd een etage gehuurd. De
huiseigenaresse die beneden woonde
heeft vast spijt gekregen van deze trans
actie. Die rumoerige Indische kinderen
op een bovenetage, dat was voor beide
partijen natuurlijk niets. Moeloed nam
ons veel mee naar buiten, gelukkig was
er een groot park in de buurt waar we
naar hartelust konden ravotten. Op een
mooie dag trokken we er weer eens op
uit. We hadden alle drie iets nieuws
gekregen, Rie een trekkar, ik een poppe-
17
wagen en Willy een grote vlieger. In het
park moest natuurlijk direct de vlieger
de lucht in, hetgeen niet makkelijk was
omdat er weinig wind stond. Eindelijk
stond de bonte vlieger in de lucht te
pronken en we hadden dolle pret. Maar
aan alles komt een einde, zo ook aan
deze prachtige middag. De vlieger moest
worden binnengehaald, dat ging makke
lijk, maar plots maakte de vlieger een
reuze duik en kwam in een boom
terecht. Wij kinderen in paniek, maar
Moeloed bleef de kalmheid zelve. Trok
zijn schoenen en sokken uit en klom pijl
snel in de boom. Binnen een mum van
tijd stond er een haag mensen rond de
boom naar dit merkwaardige tafereel te
kijken. En toen hij met de vlieger weer