M «*l A
m
de geïnterviewde L. Martens vertolkt:
"Pas thuis in je eigen huis ben je jezelf.
Zodra je de deur uitgaat ben je iemand
anders." Opnieuw blijkt dat veel Indi
sche Nederlanders buitenshuis en bij
uiterlijke zaken zeer aanpassingsbereid
waren. Veel minder waren zij bereid -
dat was ook minder noodzakelijk - tot
het overnemen van Nederlandse nor
men en waarden, en het afstand nemen
van andere minder zichtbare elementen
van de Indische cultuur, die vooral thuis
een rol speelden.
Van groot belang - zowel historisch, als
didactisch - vind ik de wijze waarop de
filmmakers de verschillende meningen
uit 1992 met elkaar hebben geconfron
teerd. Kijkende scholieren komen hier
door niet alleen veel te weten over dit
stuk geschiedenis. Hun leraar kan ze
ook bovengenoemde vaardigheden laten
oefenen, bijvoorbeeld op de volgende
manier:
Opdracht. Hieronder staan enkele uit
spraken uit Stille intocht.
a. Welke meningsverschillen tussen
Nederlandse hulpverleners en Indische
Nederlanders kun je uit deze stukjes (en
de rest van de film) opmaken?
b. Noteer van de hulpverleners door
welke verschillende opvattingen, waar
den en belangen zij zich lieten leiden?
b. Noteer van de Indische Nederlanders
door welke verschillende opvattingen,
waarden en belangen zij zich lieten lei
den?
Mw. Meent (CCKP): "Men heeft als
26
vanzelfsprekend aangenomen dat de men
sen uit Nederlands-lndië zich meteen moes
ten aanpassen aan Nederland en alles wat
anders gebeurde vond men eigenlijk een
beetje gek."
Mw. Just de la Paisière (CCKP): "Ik
vond gewoon dat dat kledingpakket heel
goed moest zijn, want dat is toch de eerste
aanpassing voor hen als men zich moest
presenteren in de Nederlandse maatschap
pij. Als ik terugkijk dan moet ik wel zeg
gen dat ik - misschien goed bedoeld toen in
die tijd - dat ik dacht dat hoe eerder een
huisvrouw zich Nederlands gedroeg in haar
huishouding - ik bedoel hiermee: dat ze op
tijd de was klaar had, dat ze op tijd de kle
ren van haar echtgenoot en schoolgaande
kinderen gewassen had en gestreken - dat
ze daardoor meer tijd had om ook wat
andere dingen in de huishouding te doen,
zodat de ordelijkheid haar wat meer tijd
kon geven voor zichzelf - allemaal goed
bedoeld - dan denk ik dat dat toch in het
begin een beetje wat betuttelend over
kwam."
Commentaarstem bij oud filmjournaal:
"Moeilijker is het voor de huisvrouw zich in
de Nederlandse samenleving aan te passen.
Daarom worden vanuit het kerkelijk en par
ticulier initiatief allerlei activiteiten ontplooid
om de huisvrouw zo snel mogelijk vertrouwd
te maken met de hier te lande heersende
gebruiken en gewoonten. Speciale cursussen
behandelen onder meer de Hollandse keu
ken en het huishoudboekje. Wanneer de
gezinnen eigen huisvesting krijgen zijn zij
daardoor beter in staat hun nieuwe huishou
ding te regelen."
Indische Nederlander op de kade
(omstreeks I960): "Wij kenden Nederland
beslist wel goed, bijvoorbeeld van wat wij op
school geleerd hebben. Maar nu moeten wij
dit land leren kennen als land waarin je zelf
woont, leeft en werkt en dat is heel anders.
Wat wij vragen is vriendschap, begrip,
een beetje waardering. Want als nieuweling
vraag je je toch voortdurend af: waardeert
men ons wel, tellen wij wel mee, mogen wij
wel meedoen. Wat wij vragen is een plekje,
dat hebben wij nodig temidden van de
samenleving. En dat eigen plekje houdt ook
in: opgenomen te worden in het arbeidspro
ces."
Mw. L. Ducelle: "En toen heeft mijn
man dat pak aan de eerste de beste per
soon in het pension gegeven. Ik heb die
loden jas ook nooit gedragen. Ik heb in mijn
dunne jas gelopen en heb daardoor ook een
dubbele longontsteking gehad; daar niet
van. Ik vertikte het om die kleren te dragen.
Ze waren zo afschuwelijk lelijk. Je hebt alles
verloren, je bent je land kwijt, je bent je huis
kwijt, mag ik alsjeblieft mijn identiteit bewa
ren. Ze wisten niets van ons, daarover
was ik boos. Het vreselijkste vond ik dat ik
me een totale vreemdeling voelde in dit land
en dat men niet geïnteresseerd was in deze
vreemdeling. We kregen een kledingvoor-
schot en een meubelvoorschot, maar daar
was de kous mee af"
Mw. N. Krachner: "Mevrouw Klompé
heeft dit geregeld, heeft het allemaal goed
bedoeld, maar ze hadden geen adequate
beheerders van de contractpensions en
daar zit eigenlijk de grote fout. Natuurlijk
(lees verder volgende pagina)